Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- Welke van beide scholen is het meest in het belang van [de minderjarige] ? Daarbij moet niet als uitgangspunt genomen worden dat [de minderjarige] haar hoofdverblijfplaats bij de vrouw heeft.
- Welke mogelijkheden zijn er voor de zorgregeling tussen [de minderjarige] en de ouder bij wie [de minderjarige] niet naar school gaat?
- Zijn er factoren die een regeling belemmeren?
- Hoe dient de regeling qua vorm en frequentie, in het belang van [de minderjarige] , vorm gegeven te worden?
- iedere week van woensdag na school tot donderdag naar school bij de man verblijft;
- ieder weekend van vrijdag na school tot maandag naar school bij de man verblijft, waarbij de man haar uit school haalt en naar school brengt, met uitzondering van het eerste weekend van de maand, zijnde het weekend waarin de eerste zaterdag van de maand valt;
- ieder eerste weekend van de maand verblijft [de minderjarige] van vrijdag na school tot zondagochtend 10.00 uur bij de vrouw, waarbij de vrouw haar op vrijdag uit school haalt en op zondagochtend naar de man brengt;
- voor het overige blijft de door de rechtbank bepaalde zorgregeling ongewijzigd.
3.De feiten
.