ECLI:NL:GHAMS:2019:4571

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
23-000365-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake cocaïnebezit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 1 februari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1995, was aangeklaagd voor het opzettelijk aanwezig hebben en/of vervoeren van ongeveer 5 gram cocaïne op of omstreeks 27 mei 2016 in Amsterdam. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 30 oktober 2019 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman.

Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging, ondanks eventuele taal- en schrijffouten, de verdachte niet in zijn verdediging schaadt. Na beoordeling van de zaak is het hof tot de conclusie gekomen dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.

De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis van de politierechter niet in stand blijft en dat de verdachte niet schuldig wordt bevonden aan het bezit van cocaïne, zoals ten laste gelegd. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de griffier aanwezig was en de uitspraak op een openbare zitting is gedaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000365-18
datum uitspraak: 13 november 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 februari 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-119861-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 27 mei 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad en/of heeft vervoerd, ongeveer 5,00 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. H.A. van Eijk en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordigheid van
mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 november 2019.