ECLI:NL:GHAMS:2019:4569

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
23-001201-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in hoger beroep tegen de politierechter in de rechtbank Noord-Holland

Op 18 oktober 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 29 maart 2016 was gewezen in de gevoegde strafzaken met de parketnummers 15-255356-15 en 15-032468-16. De verdachte, geboren in 1988 in voormalig Tsjechoslowakije en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 18 oktober 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, wat betekent dat het hof zich verenigt met de eerdere beslissing van de politierechter. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, mr. A. Stronkhorst, was ook aanwezig tijdens de uitspraak. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde dag, 18 oktober 2019. Het is belangrijk op te merken dat mr. A.P.M. van Rijn niet in staat was om het arrest te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001201-16
datum uitspraak: 18 oktober 2019
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 maart 2016 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-255356-15 en 15-032468-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (voormalig Tsjechoslowakije) op [geboortedag] 1988,
zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
18 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. A.P.M. van Rijn en mr. M.W. Groenendijk, in tegenwoordigheid van
mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
18 oktober 2019.
mr. A.P.M. van Rijn is buiten staat dit arrest te ondertekenen.