ECLI:NL:GHAMS:2019:4567

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 november 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
23-003354-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake meineed

Op 1 november 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 september 2018, in de strafzaak met parketnummer 13-733000-18. De verdachte, geboren in 1979, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting op 18 oktober 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman gehoord. De raadsman pleitte voor een taakstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

De verdachte was schuldig bevonden aan meineed en had een ander aangezet tot het plegen van meineed. Het hof overwoog dat, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, er geen aanleiding was om af te wijken van de gebruikelijke gevangenisstraf van drie maanden die doorgaans wordt opgelegd voor meineed, zoals vermeld in de Oriëntatiepunten voor Straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht.

Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin de rechters M.W. Groenendijk, A.J. Wolfs en J.W.H.G. Loyson zitting hadden. Het arrest werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 november 2019, waarbij mr. A.J. Wolfs en mr. J.W.H.G. Loyson buiten staat waren om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003354-18
datum uitspraak: 1 november 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 september 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-733000-18 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof het in hoger beroep gevoerde strafmaatverweer bespreekt.

Bespreking strafmaatverweer

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht de verdachte, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden, een taakstraf op te leggen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meineed en een ander aangezet tot het plegen van meineed. Het hof ziet, met de advocaat-generaal, in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte geen aanleiding af te wijken van de gevangenisstraf van drie maanden die door rechters bij het plegen van meineed doorgaans wordt opgelegd en in de Oriëntatiepunten voor Straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht wordt genoemd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.W. Groenendijk, mr. A.J. Wolfs en mr. J.W.H.G. Loyson, in tegenwoordigheid van
mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 november 2019.
mr. A.J. Wolfs en mr. J.W.H.G. Loyson zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.