ECLI:NL:GHAMS:2019:4565
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie na overlijden verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 oktober 2018 was gewezen. De zaak betreft een strafvervolging tegen een verdachte die op 17 mei 2019 is overleden. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de relevante feiten rondom het overlijden van de verdachte. Op basis van een akte van overlijden, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, heeft het hof vastgesteld dat het recht tot strafvordering is vervallen, zoals bepaald in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, mr. A. Stronkhorst, was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.