In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken voor het rijden met een ongeldig rijbewijs, maar het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld. De tenlastelegging betrof het feit dat de verdachte op 18 januari 2018 te Amstelveen met een ongeldig verklaard rijbewijs heeft gereden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, aangezien hij eerder was geïnformeerd door het CBR over de gevolgen van het niet volgen van een verplichte cursus. Het hof heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het rijden met een ongeldig rijbewijs. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor verkeersdelicten. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, zoals de Wegenverkeerswet 1994, toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.