ECLI:NL:GHAMS:2019:4508
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- W.H.F.M. Cortenraad
- H.T. van der Meer
- D. Kingma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake re-integratie en loonsanctie met betrekking tot arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de beschikking van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de arbeidsovereenkomst met De Bijenkorf is ontbonden. [appellante] was sinds 1 juli 2012 in dienst bij De Bijenkorf en heeft zich op 2 maart 2015 ziek gemeld. Na een negatief deskundigenoordeel over de re-integratie-inspanningen van De Bijenkorf, werd op 2 februari 2017 een loonsanctie opgelegd. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 september 2018 en kende [appellante] een transitievergoeding toe, maar wees haar verzoek om een billijke vergoeding af. In hoger beroep verzocht [appellante] het hof om de beschikking te vernietigen en alsnog een billijke vergoeding van € 75.000,- toe te kennen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 20 maart 2019, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht geen ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van De Bijenkorf had vastgesteld. De teleurgestelde verwachtingen van [appellante] en de gang van zaken rondom de re-integratie werden niet als voldoende ernstig beschouwd om tot een billijke vergoeding te leiden. Het hof concludeerde dat de loonsanctie al een passende compensatie bood voor de tekortkomingen in de re-integratie. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de kantonrechter en veroordeelde [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep.