De behoefte van [de minderjarige] bedroeg in 2018 € 1.016,- per maand en de draagkracht van de man bedroeg € 1.767,- per maand.
De verdeling van de kosten van [de minderjarige] over beide ouders wordt met ingang van 26 februari 2018 als volgt berekend:
Het eigen aandeel van de man bedraagt 1767 / 1893 x 1016 = € 948,-;
Het eigen aandeel van de vrouw bedraagt 126 / 1893 x 1016 = € 68,-.
Per 1 juli 2019 gaat het hof aan de zijde van de vrouw uit van een draagkracht van € 25,- per maand. Het hof zal ook de draagkracht van de man opnieuw berekenen aan de hand van de cijfers van 2019.
Het netto jaarloon van de man van CHF 93.278,- (CHF 7.773,- per maand) bedraagt met de toepassing van de wisselkoers per 1 juli 2019 van 0,90 in euro’s € 6.996,- per maand. Ook bij de bepaling van de draagkracht van de man neemt het hof de hiervoor onder 5.20 vermelde formule tot uitgangspunt, met dien verstande dat het bedrag van € 950,- aan de hand van de Big Mac-Index (2019) wordt verhoogd met een factor 1,64 tot een bedrag van € 1.558,-.
De hiervoor vermelde formule luidt dan als volgt: 70% [6.996 - (2.099 + 1.558 + 600)] = € 1.917,- per maand.
De verdeling van de kosten van [de minderjarige] , die na indexering in 2019 € 1.036 per maand bedragen, luidt dan als volgt:
Het eigen aandeel van de man bedraagt 1917 / 1942 x 1036 = € 1.023,-;
Het eigen aandeel van de vrouw bedraagt 25 / 1942 x 1036 = € 13,-.
Partijen hebben in hun convenant van 7 september 2016 afspraken gemaakt over de indexering van de bijdrage van € 975,- per maand. Nu echter in de gedingstukken geen aanknopingspunt is te vinden dat de man thans feitelijk meer betaalt dan € 975,- per maand (partijen noemen geen van beiden het actuele bedrag), gaat het hof ervan uit dat een bijdrage hoger dan € 975,- per maand de grenzen van het geschil in hoger beroep te buiten gaat. Het hof zal het aandeel van de man dan ook bepalen op € 975,- per maand.
De verdeling van de kosten van [de minderjarige] per heden luidt als volgt:
Het eigen aandeel van de man bedraagt 1917 / 2397 x 1036 = € 829,-;
Het eigen aandeel van de vrouw bedraagt 480 / 2397 x 1036 = € 207,-.
Gezien het vorenstaande zal het hof de door de man te betalen bijdrage met ingang van 26 februari 2018 bepalen op € 948,- per maand, met ingang van 1 juli 2019 op € 975,- per maand en met ingang van heden op € 829,- per maand.