ECLI:NL:GHAMS:2019:4453
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en draagkracht van de man
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, die door de man moet worden betaald. De man, die onder bewind staat wegens verkwisting en problematische schulden, heeft in eerste aanleg een bijdrage van € 250,- per kind per maand opgelegd gekregen. Hij is het hier niet mee eens en verzoekt om vernietiging van de beschikking. De vrouw verzoekt de beschikking te bekrachtigen. Het hof heeft de feiten en het verloop van het geding in eerste aanleg in acht genomen. De man heeft drie grieven ingediend, waarbij hij onder andere de ingangsdatum van de alimentatie en zijn draagkracht aan de orde stelt. Het hof oordeelt dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven, omdat de vrouw niet heeft verzocht om een bijdrage per kind, maar voor beide kinderen samen. Het hof stelt de ingangsdatum van de alimentatie op 31 oktober 2018 vast, en komt tot de conclusie dat de man, gezien zijn financiële situatie en schuldenlast, slechts een bijdrage van € 91,- per maand kan betalen. De beslissing van het hof is dat de bestreden beschikking wordt vernietigd en de bijdrage wordt vastgesteld op € 91,- per maand, met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum.