ECLI:NL:GHAMS:2019:4446
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A.V.T. de Bie
- G.W. Brands-Bottema
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake eenhoofdig gezag en omgangsregeling voor minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de vader en moeder met betrekking tot het gezag en de omgangsregeling van hun minderjarige zoon. De vader, die in hoger beroep ging, verzocht om gezamenlijk gezag, terwijl de moeder eenhoofdig gezag vroeg. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een rapport geadviseerd dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder het eenhoofdig gezag behoudt, gezien de communicatieproblemen tussen de ouders en de kwetsbaarheid van de minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat zij niet in staat zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over hun kind. De vader heeft sinds november 2017 geen contact meer gehad met de minderjarige, wat de situatie verder compliceert. Ondanks dat partijen ter zitting een omgangsregeling hebben overeengekomen, concludeert het hof dat de noodzakelijke basis voor gezamenlijk gezag ontbreekt. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank en stelt een omgangsregeling vast, waarbij de minderjarige het eerste volledige weekend van de maand en de helft van de schoolvakanties bij de vader doorbrengt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.