Uitspraak
Onderzoek van de zaak
11 september 2018, 4 december 2018, 19 en 26 april 2019 en 30 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
primairhij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 augustus 2017 tot en met 26 november 2017 te Amsterdam en/of Amstelveen en/of Almere, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit
subsidiairhij op of omstreeks 25 november 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, een telefoon (een Samsung Galaxy Note 3 met IMEI-nummer [IMEI nummer]) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 november 2017 tot en met 13 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (meermalen) (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer fiets(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (een) ander(en) dan aan hem, verdachte, te weten aan [benadeelde] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen fiets(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel;
primairhij in of omstreeks de periode van 22 oktober 2017 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft hij, verdachte, op een op meerdere tijdstippen in of omstreeks voornoemde periode
subsidiairhij in of omstreeks de periode van 22 oktober 2017 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, (meermalen)
hij in de periode van 7 november 2015 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich (meermalen, althans eenmaal) schuldig heeft gemaakt aan witwassen, althans schuldwitwassen, immers heeft hij, verdachte, (van) een of meer voorwerp(en), te weten (een zeer grote hoeveelheid) op Marktplaats (pagina’s C 14 – C 19) en/of bij [winkel 1] en/of [winkel 2] (pagina’s G 7 – G 20) aangeboden en/of verkochte goed(eren) (waaronder fietsen, kleding, tassen, telefoons, elektronica, computers, navigatiesystemen, zonnebrillen) en/of een of meer geldbedragen (waaronder een bedrag van EUR 1.039) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op genoemde goed(eren) en/of geldbedrag(en) was en/of genoemde goed(eren) en/of geldbedrag(en) voorhanden had en/of verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een of meer goed(eren) en/of geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven goed(eren) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
subsidiairhij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 november 2015 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, een of meer voorwerp(en), te weten (een zeer grote hoeveelheid) op Marktplaats (pagina’s C 14 – C 19) en/of bij [winkel 1] en/of [winkel 2] (pagina’s G 7 – G 20) aangeboden en/of verkochte goed(eren) (waaronder fietsen, kleding, tassen, telefoons, elektronica, computers, navigatiesystemen, zonnebrillen) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat/die goed/goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op of omstreeks 16 januari 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] dreigend de woorden toe te voegen:
Vonnis waarvan beroep
Geldigheid van de dagvaarding
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
5 tenlastegelegde niet-ontvankelijkheid moet worden verklaard in de vervolging. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de politieambtenaren [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] disproportioneel geweld tegen de verdachte hebben gebruikt, hetgeen een schending van artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) oplevert, waardoor de verdachte in zijn verdediging is geschaad.
Bewijsoverwegingen
1 tenlastegelegde feit) op 1 november 2017 in Amsterdam heeft gepoogd geld en/of goederen uit de Nissan Qashqai met kenteken [kenteken 6] van [slachtoffer 6] te stelen. Van vrijwillige terugtred is in dezen geen sprake geweest. Uit de bewijsmiddelen volgt namelijk dat de verdachte zich toegang heeft verschaft tot de auto, dat hij een lampje op zijn telefoon heeft aangedaan en de hele auto heeft doorzocht, waaronder de middenconsole, het dashboardkastje en de kofferbak (dossier F2 1 t/m F2 23). Hieruit leidt het hof af dat de verdachte de auto heeft doorzocht met het oogmerk om geld en/of goederen te ontvreemden en de auto heeft verlaten nadat hij had vastgesteld dat er geen geld of goederen van zijn gading waren.
Bewezenverklaring
primairhij op tijdstippen in de periode van 10 augustus 2017 tot en met 26 november 2017 te Amstelveen en Almere, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit
cumulatief/alternatief
hij op tijdstippen in de periode van 6 november 2017 tot en met 8 november 2018 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen fietsen, toebehorende aan [benadeelde] en [slachtoffer 7], waarbij verdachte de weg te nemen fiets van [benadeelde] onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
primairhij in de periode van 22 oktober 2017 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft hij in deze periode iPads, een fiets met framenummer [framenummer] en een hoeveelheid fietsen, te weten de fietsen die hij aan de volgende personen heeft verkocht:
eerste alternatiefhij in de periode van 28 januari 2016 tot en met 16 januari 2018 te Amsterdam van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij voorwerpen bij [winkel 1] en/of [winkel 2] (pagina’s G 7 – G 20) te weten fietsen, kleding, tassen, telefoons, elektronica, computers, navigatiesystemen en zonnebrillen, aangeboden en verkocht,
hij op 16 januari 2018 te Amsterdam [verbalisant 1] en [verbalisant 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen 'Ik ga een wapen kopen en dan ga ik jullie vermoorden. Ik weet jullie te vinden' en door [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen: 'Zonder die handboeien sloop ik je. Ik maak je dood';
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
[naam 23], is geadviseerd de verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen en daarbij de bijzondere voorwaarden te stellen, zoals door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Overig beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
34 (vierendertig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- zich meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres 4], zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de behandelaar zullen worden gegeven;
- meewerkt aan het verkrijgen van dagbesteding;
- meewerkt aan schuldhulpverlening;
- meewerkt aan toeleiding tot begeleid wonen.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, zoals weergegeven op de door de advocaat-generaal overgelegde beslaglijst onder:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, zoals weergegeven op de door de advocaat-generaal overgelegde beslaglijst onder:
€ 100,00 (honderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 100,00 (honderd euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.