Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2. De feiten in beide zaken
Lening Holdingmaatschappij [X] BV € 110.000,=. Onder de toelichting daarbij staat vermeld:
Lening Holdingmaatschappij [X] BV € 110.000.
3.Beoordeling van de zaak met zaaknummer 200.190.497/01
grieven 1 tot en met 4zijn gericht tegen de beschrijving van de feiten door de rechtbank. Grief 1 betreft de weergave van een feit dat niet relevant is voor het geding in hoger beroep en faalt bij gebrek aan belang. Met de grieven 2 en 3 betoogt [X] BV dat de rechtbank ten onrechte bepaalde feiten ‘accentueert’. Het gaat om de weergave door de rechtbank van bepaalde jaarstukken (geconsolideerde jaarrekening) over het boekjaar 2007 en 2008 van Klik Groep. [X] BV laat echter na toe te lichten waarom die weergave niet correct is en geeft zelfs met zoveel woorden toe dat de ‘strikte formulering wellicht juist is’. Deze grieven treffen daarom geen doel. Met grief 4 komt [X] BV op tegen het citeren van verklaringen van diverse betrokkenen, te weten [B] , [X] , [C] en [Y] . Ook ten aanzien van deze verklaringen laat [X] BV na toe te lichten waarom deze niet correct zouden zijn weergegeven. Ook deze grief faalt. Voor zover [X] BV met deze grieven in wezen bedoelt te betogen dat aan de betreffende feiten onjuiste betekenis is toegekend, zal dit betoog hierna, bij de bespreking van de grieven 5 tot en met 8, worden meegenomen.
5 tot en met 8komt [X] BV op tegen het oordeel van de rechtbank dat het op de weg van [X] BV had gelegen om de gemotiveerde betwisting, door Klik Klimaattechniek, van de stelling van [X] BV dat er een leningsovereenkomst tussen hen tot stand was gekomen, concreet te weerleggen.
grief 9komt [X] BV op tegen het oordeel van de rechtbank dat als [X] BV al een vordering had op Klik Klimaattechniek, zij die thans niet meer heeft, omdat deze al geheel is afgelost. [X] BV wijst er daarbij op dat niet Klik Groep de debiteur is, maar Klik Klimaattechniek (en Klik Electrotechniek).
op 13 juli 2007 € 290.000,= afgeboekt ten gunste van de debiteur in België. Dan resteert er dus een lening bedrag van € 110.000,=. (…) Ik gaf aan dat de heer [X] zelf de afboeking van de twee facturen ten aanzien van het project in België heeft gedaan ten gunste van de lening.
4.Beoordeling van de zaak met zaaknummer 200.218.686/01
in conventie, [X] BV c.s. veroordeeld om aan Klik Groep c.s. te betalen een bedrag van € 146.198,42, vermeerderd met rente, en voor recht verklaard dat [X] BV c.s. aansprakelijk is voor de fiscale schade van Klik Groep c.s. die het directe gevolg is van het onrechtmatig handelen door [X] BV c.s., alsmede [X] BV c.s. (hoofdelijk) veroordeeld tot betaling van € 2.842,= aan buitengerechtelijke kosten alsmede de proceskosten en nasalaris. De rechtbank heeft hiertoe onder meer overwogen dat [X] BV c.s. niet zijn geslaagd in het leveren van bewijs van hun stelling dat er tussen partijen aanvullende afspraken zijn gemaakt, in aanvulling op de managementovereenkomst, op grond waarvan is overeengekomen dat [X] BV c.s. twee diners per week en één vakantie per jaar dan wel maximaal € 10.000,= per jaar als representatiekosten in rekening mochten brengen bij Klik Groep. Verder heeft de rechtbank overwogen dat vast is komen te staan dat [X] BV c.s. privé-uitgaven heeft laten boeken als representatiekosten en voorts dat een groot aantal representatiekosten niet is verantwoord, waarmee [X] BV c.s. onrechtmatig hebben gehandeld. Op die grond heeft de rechtbank de vordering van Klik Groep c.s. tot betaling van schadevergoeding in conventie toegewezen. Daarnaast zijn de vorderingen van Klik Groep c.s. inzake de verklaring voor recht en de buitengerechtelijke kosten (als onvoldoende onbetwist) toegewezen. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag liggende motivering komen [X] BV c.s. op in incidenteel hoger beroep.
reconventiehebben [X] BV c.s. een aantal tegenvorderingen ingesteld, waarbij zij hebben gevorderd Klik Groep dan wel Klik Groep c.s. te veroordelen tot betaling van diverse bedragen inzake de managementvergoedingen over de jaren 2012 en 2013, de winstuitkeringen over de jaren 2011 en 2012, de autokosten, de rekening-courant, de kosten van de bankgarantie, dit alles verminderd met het door [X] BV c.s. aan Klik Groep c.s. verschuldigde bedrag, en tevens Klik Electrotechniek te veroordelen tot terugbetaling van € 90.000,=, vermeerderd met rente. Bij het bestreden (tussen)vonnis van 8 januari 2014 en (eind)vonnis van 25 november 2015 heeft de rechtbank Midden-Nederland in reconventie de vordering jegens Klik Electrotechniek toegewezen en alle overige vorderingen van [X] BV c.s. afgewezen. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat [X] BV geslaagd is in het door haar te leveren bewijs van haar stelling dat zij op 24 januari 2007 aan Klik Electrotechniek een bedrag heeft geleend van € 200.000,=, dat Klik Electrotechniek zich niet kan beroepen op verrekening en dat, rekening houdend met het feit dat € 110.000,= is terugbetaald aan [X] BV c.s., Klik Electrotechniek daarom € 90.000,=, vermeerderd met rente, moet terugbetalen aan [X] BV c.s. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag liggende motivering komen Klik Groep c.s. op in principaal hoger beroep. De rechtbank heeft de overige vorderingen van [X] BV c.s. afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag liggende motivering komen [X] BV c.s. op in incidenteel hoger beroep.
in conventie, dat zij onrechtmatig hebben gehandeld door privé-uitgaven te laten boeken als representatiekosten en door een groot aantal representatiekosten niet te hebben verantwoord. Ter onderbouwing van hun vordering hebben Klik Groep c.s. een door hen verzonden brief aan [X] BV en [X] van 27 februari 2013 in het geding gebracht met een overzicht van alle gedeclareerde kosten over de periode 2009-2012 (zie hierboven, 2.19). Klik Groep c.s. stellen dat hieruit blijkt dat [X] BV c.s. voor een bedrag van € 161.778,21 heeft gedeclareerd aan kosten waarvoor geen grondslag in de managementovereenkomst is te vinden. [X] BV c.s. beroepen zich op het verweer dat voor deze kosten een grondslag te vinden is in aanvullende afspraken die zij met Klik Groep hebben gemaakt. Deze nadere afspraken worden door Klik Groep c.s. betwist.
grieven 4 en 10, waarmee [X] BV c.s. zich keren tegen soortgelijke overwegingen van de rechtbank, zijn daarom tevergeefs opgeworpen.
grieven 1 tot en met 3van [X] BV c.s. betreffen de vaststelling, door de rechtbank, van enkele feiten die voor de behandeling in hoger beroep niet relevant zijn. Deze grieven falen bij gebrek aan belang.
grieven 5 en 12 tot en met 15zien op de conclusie van de rechtbank dat [X] BV c.s. onrechtmatig hebben gehandeld. Voor de beoordeling van deze grieven neemt het hof als uitgangspunt dat in de tussen partijen gesloten managementovereenkomst in artikel 4.2 een regeling is opgenomen over de door [X] BV bij het verrichten van de diensten te maken onkosten. Hierin is bepaald dat ‘tegen overlegging van de daarop betrekking hebbende facturen/bescheiden de door [X] BV in redelijkheid te maken onkosten zullen worden voldaan door Klik Groep en/of haar deelnemingen’
.Naar het oordeel van het hof bevat de managementovereenkomst dus de beperking dat de onkosten
in redelijkheidzijn gemaakt en de beperking dat de kosten worden vergoed
tegen overlegging van de daarop betrekking hebbende facturen/bescheiden. Het hof stelt verder vast dat [X] BV c.s. in hoger beroep op geen enkele wijze concreet hebben toegelicht dat er bepaalde aanvullende afspraken over het declareren van representatiekosten, in aanvulling op de managementovereenkomst zijn gemaakt waarmee wordt afgeweken van deze uitgangspunten. Het betoog van [X] BV c.s. beperkt zich tot de stelling dat [Y] eveneens met een AMEX-kaart vergelijkbare representatieve uitgaven heeft gedaan voor Klik Klimaattechniek en dat [Y] het eerder (d.w.z. voor 2008) niet nodig heeft gevonden om als bestuurder / grootaandeelhouder aanvullende vragen te stellen bij de vaststelling van de jaarrekeningen. Wat daar ook van zij, hieruit valt niet af te leiden dat nader was afgesproken dat er aan het gebruik van de AMEX-kaart door [X] BV c.s. geen beperkingen zaten, zoals overeengekomen in de managementovereenkomst. De stelling van [X] BV c.s. dat is overeengekomen dat twee diners per week en een vakantie per jaar als representatiekosten zouden mogen worden afgeboekt is door [X] BV c.s. in hoger beroep niet nader onderbouwd. De stelling dat overeengekomen is dat [X] BV c.s. € 10.000,= per jaar zouden mogen worden declareren is door [X] BV c.s. in hoger beroep verlaten. [X] BV c.s. hebben aldus onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om de conclusie te rechtvaardigen dat er aanvullende afspraken zijn gemaakt die de bedoelde uitgaven rechtvaardigen. Voor zover wordt gegriefd tegen het oordeel van de rechtbank dat [X] BV c.s. deze stelling niet hebben bewezen, falen deze grieven dus.
in reconventie, van hun vorderingen tot vergoeding van (i) de managementvergoeding over 2012, (ii) de BTW met betrekking tot de winstuitkering 2011, (iii) de autokosten en (iv) de bankgarantie. Voor zover [X] BV c.s. daarnaast ook grieven hebben aangevoerd inzake het bestaan van een geldleenovereenkomst met Klik Electrotechniek verwijst het hof naar de bespreking hierboven van het principaal hoger beroep.
grief 6komen [X] BV c.s. op tegen de overweging van de rechtbank dat zij onvoldoende hebben gesteld en onderbouwd waarom zij aanspraak kunnen maken op een managementvergoeding over het jaar 2012. Zij wijzen in dit verband naar artikel 2.1 van de managementovereenkomst, waarin is bepaald dat opzegging dient te gebeuren bij aangetekende brief en tegen het einde van de maand met een opzegtermijn van drie maanden.
grief 7keren [X] BV c.s. zich tegen de afwijzing van de gevorderde btw over de winstuitkering 2011. Zij voeren aan dat de motivering van de afwijzing door de rechtbank onbegrijpelijk is. Zij stellen zich op het standpunt dat aan hen een bedrag van € 50.000,= is uitgekeerd als winstuitkering over het jaar 2011 (en niet als vergoeding van de autokosten, zoals de rechtbank aanneemt), en dat de btw over die winstuitkering nog aan hen verschuldigd is. Klik Groep c.s. stellen zich op het standpunt dat het bedrag van € 50.000,= niet ziet op de winstuitkering, maar op de aanschaf van de auto en dat [X] BV c.s. niet hebben aangetoond dat er was afgesproken om een winstuitkering over 2011 te doen toekomen.
grief 8komen [X] BV c.s. op tegen de afwijzing van de door hen gevorderde autokosten. Ter zitting in hoger beroep hebben zij de vordering verlaagd tot € 22.922,68 en toegelicht dat zij zelf zijn afgeweken van de afspraak neergelegd in de managementovereenkomst. Zij hebben namelijk zelf voor € 75.000,= een auto aangeschaft en na beëindiging van de managementovereenkomst behouden. De vordering is gebaseerd op een afschrijving in vijf jaar van de door hen gebruikte auto voor de periode van 13 april 2011 tot en met 31 december 2012. Klik Groep c.s. voeren aan dat aan [X] BV c. ten behoeve van de aanschaf van de auto een bedrag van € 50.000,= is betaald en dat de vordering dus feitelijke grondslag mist.
grief 9vechten [X] BV c.s. de afwijzing van de gevorderde kosten inzake de bankgarantie aan. Het hof overweegt dat uit voorgaande overwegingen in incidenteel appel volgt dat de rechtbank de vordering van Klik Groep c.s. terecht heeft toegewezen en de betreffende vorderingen van [X] BV c.s., terecht heeft afgewezen. Dit betekent dat Klik Groep c.s. niet ten onrechte beslag hebben gelegd. Deze grief treft geen doel.
grief 16komen [X] BV c.s. op tegen de veroordeling in de buitengerechtelijke kosten, zonder dit toe te lichten. Bij gebreke aan motivering faalt deze grief.
grief 17komen [X] BV c.s. op tegen de compensatie van de kosten, in reconventie, van het geding in eerste aanleg. Aangezien de rechtbank in reconventie een groot deel van de vorderingen van [X] BV c.s. heeft afgewezen, welke afwijzing thans zal worden bekrachtigd, heeft de rechtbank terecht beslist tot compensatie van de proceskosten in reconventie. Deze grief faalt.