ECLI:NL:GHAMS:2019:4406

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 december 2019
Publicatiedatum
11 december 2019
Zaaknummer
200.190.497/01 en 200.218.686/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vorderingen uit geldlening en managementovereenkomst met betrekking tot schadevergoeding en onrechtmatige daad

In deze zaak gaat het om hoger beroep van twee vorderingen die voortvloeien uit een geldlening en een managementovereenkomst. De eerste zaak betreft de vordering van [X] BV tegen Klik Klimaattechniek, waarbij [X] BV een bedrag van € 200.000,= vordert dat op 24 januari 2007 is overgemaakt als lening. De rechtbank Amsterdam heeft deze vordering afgewezen, omdat [X] BV onvoldoende feitelijke onderbouwing heeft geleverd. In hoger beroep stelt [X] BV dat de lening wel degelijk is verstrekt en dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de lening is afgelost. Het hof oordeelt dat Klik Klimaattechniek onvoldoende heeft aangetoond dat de lening is afgelost en bevestigt de afwijzing van de vordering van [X] BV.

In de tweede zaak vorderen Klik Groep c.s. schadevergoeding van [X] BV c.s. wegens onrechtmatig handelen. De rechtbank Midden-Nederland heeft [X] BV c.s. veroordeeld tot betaling van € 146.198,42 aan Klik Groep c.s. en heeft vastgesteld dat [X] BV c.s. aansprakelijk zijn voor de fiscale schade van Klik Groep c.s. De rechtbank heeft ook de vorderingen van [X] BV c.s. in reconventie afgewezen. In hoger beroep betwisten [X] BV c.s. de onrechtmatigheid van hun handelen en de hoogte van de schade. Het hof oordeelt dat de vorderingen van [X] BV c.s. onvoldoende zijn onderbouwd en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank in de eerste zaak en vernietigt de veroordeling van Klik Electrotechniek in de tweede zaak voor zover deze betrekking heeft op de betaling van € 90.000,= aan [X] BV. Beide partijen worden in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummers: 200.190.497/01 en 200.218.686/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/579302/ HA ZA 15-37
zaak-rol/nummer rechtbank Midden-Nederland: C/16/341269/ HA ZA 13-241
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 10 december 2019
inzake:
zaaknummer 200.190.497/01
HOLDINGMAATSCHAPPIJ [X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. J. van der Steenhoven te Amsterdam,
tegen
KLIK KLIMAATTECHNIEK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. S. Koster te Amersfoort,
en
zaaknummer 200.218.686/01
KLIK GROEP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
KLIK ELECTROTECHNIEK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
tevens incidenteel geïntimeerden,
advocaat: mr. S. Koster te Amersfoort,
tegen
HOLDINGMAATSCHAPPIJ [X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[X] in hoedanigheid van statutair bestuurder,
wonend te [woonplaats] ,
[X],
wonend te [woonplaats]
geïntimeerden,
tevens incidenteel appellanten,
advocaat: mr. J. van der Steenhoven te Amsterdam.
Partijen in de eerste zaak worden hierna [X] BV en Klik Klimaattechniek genoemd. Partijen in de tweede zaak worden hierna aangeduid als Klik Groep, Klik Electrotechniek (gezamenlijk: Klik Groep c.s.) en [X] BV, [X] IHV en [X] (gezamenlijk: [X] BV c.s.).

1.Het geding in hoger beroep

In de zaak met zaaknummer 200.190.497/01
[X] BV is bij dagvaarding van 20 november 2015 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 september 2015, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [X] BV als eiseres en Klik Klimaattechniek als gedaagde. Bij dat vonnis heeft de rechtbank, kort gezegd, de vordering van [X] BV tot veroordeling van Klik Klimaattechniek tot betaling van € 200.000,=, te vermeerderen met rente, afgewezen.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord.
[X] BV heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis van 16 september 2015 zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog Klik Klimaattechniek zal veroordelen tot betaling van € 200.000,=, te vermeerderen met wettelijke handelsrente dan wel de contractuele rente van 5% vanaf 4 januari 2007 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Klik Klimaattechniek in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten en rente.
Klik Klimaattechniek heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis van 16 september 2015, met veroordeling van [X] BV in de kosten van het geding in hoger beroep, waaronder de kosten inzake verwijzing en voeging.
[X] BV heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.
In de zaak met zaaknummer 200.218.686/01
Klik Groep c.s. zijn bij dagvaarding van 22 februari 2016 bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep gekomen van een (eind)vonnis van 25 november 2015 van de rechtbank Midden-Nederland, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen Klik Groep c.s. als eiseressen in conventie en verweersters in reconventie en [X] BV c.s. als gedaagden in conventie en eisers in reconventie. Bij dat vonnis heeft de rechtbank, onder meer, in conventie [X] BV c.s. veroordeeld tot betaling van € 146.198,42 aan Klik Groep c.s. en, in reconventie, Klik Electrotechniek veroordeeld tot betaling van € 90.000,= aan [X] BV.
Bij arrest van 1 november 2016 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, op verzoek van Klik Groep c.s., op de voet van artikel 220 lid 1 Rv de zaak verwezen naar het hof.
Bij arrest van 17 oktober 2017 heeft het hof, op verzoek van Klik Groep c.s., op de voet van artikel 222 Rv de zaak gevoegd met de zaak met zaaknummer 200.190.497/01.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met productie;
- memorie van antwoord in incidenteel appel, met producties.
Klik Groep c.s. hebben in principaal hoger beroep geconcludeerd dat het hof het vonnis van 25 november 2015, voor zover gewezen in reconventie, zal vernietigen en alsnog de vorderingen van [X] BV c.s. zal afwijzen, met veroordeling - uitvoerbaar bij voorraad - van [X] BV c.s. in de proceskosten.
[X] BV c.s. hebben in principaal en incidenteel hoger beroep, na eisvermindering en eiswijziging geconcludeerd, naar het hof begrijpt, dat het hof het (tussen)vonnis van 8 januari 2014 en het (eind)vonnis van 25 november 2015 zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de vorderingen van Klik Groep c.s. zal afwijzen, Klik Groep c.s. dan wel Klik Electrotechniek zal veroordelen tot betaling van € 90.000,=, vermeerderd met de contractuele rente van 5% vanaf 23 februari 2011, en tevens Klik Groep c.s. zal veroordelen tot betaling van € 54.450,= (management vergoeding 2012), € 9500,= (BTW over winstuitkering 2011), € 22.922,68 (autokosten), € 15.579,79 (overig rekening-courant) en € 973,92 (kosten van de bankgarantie), dit alles vermeerderd met rente en verminderd met € 65.412,69, met veroordeling van Klik Groep c.s. in de kosten van het geding in beide instanties.
Klik Groep c.s. hebben in incidenteel hoger beroep geconcludeerd, naar het hof begrijpt, dat het hof de vonnissen van 8 januari 2014 en 25 november 2015, voor zover in conventie gewezen, zal bekrachtigen.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.
In de beide gevoegde zaken
Partijen hebben de zaak ter zitting van 2 oktober 2018 doen bepleiten, [X] BV en [X] BV c.s. door mr. Van der Steenhoven voornoemd en Klik Klimaattechniek en Klik Groep c.s. door mr. Koster voornoemd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Klik Klimaattechniek en Klik Groep c.s. hebben nog producties in het geding gebracht.
Ten slotte is arrest gevraagd.

2. De feiten in beide zaken

De rechtbank Midden-Nederland heeft in het tussenvonnis van 8 januari 2014 onder 2.1 tot en met 2.14 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. De rechtbank Amsterdam heeft in het vonnis van 16 september 2015 onder 2.1 tot en met 2.15 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Voor zover deze feiten in hoger beroep niet in geschil zijn, dienen zij ook het hof als uitgangspunt. Waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten op het volgende neer.
2.1
[X] BV is een houdstermaatschappij die onder meer managementdiensten verricht. [X] is enig aandeelhouder en bestuurder van [X] BV.
2.2
Tot medio 2005 hield [X] BV alle aandelen in Klik Klimaattechniek en Klik Electrotechniek, twee vennootschappen die actief zijn op het gebied van elektrotechniek en werktuigbouw.
2.3
Op 13 juni 2005 heeft [X] BV alle gewone aandelen in onder meer Klik Klimaattechniek en Klik Electrotechniek verkocht en geleverd aan Klik Groep, een houdstermaatschappij. [Y] (hierna: [Y] ) is directeur-eigenaar van Klik Groep. [X] BV behield een prioriteitsaandeel dat zij eind 2010 heeft ingeleverd. Ten behoeve van de aankoop door Klik Groep heeft [X] BV een achtergestelde lening verstrekt aan Klik Groep.
2.4
Op 13 juni 2005 is tevens een managementovereenkomst (hierna te noemen: de managementovereenkomst) gesloten tussen [X] BV en Klik Groep. Hierin is onder meer bepaald:
Artikel 2 Duur van de Managementovereenkomst
2.1
Deze overeenkomst vangt aan op 13 juni 2005 en eindigt op 31 december 2008 met dien verstande dat opzegging dient te geschieden bij aangetekende brief en tegen het einde van de maand en met een opzegtermijn van drie maanden. (…)
2.2
Partijen zullen (…) in onderling overleg besluiten of en zo ja onder welke voorwaarden, de Managementovereenkomst wordt verlengd.
(…)
Artikel 4 Managementvergoeding
4.1
De door Klik Groep verschuldigde Managementvergoeding voor de taken en diensten van [X] Holding bedraagt € 180.000,= exclusief BTW per jaar. (…)
4.2
De door [X] Holding in redelijkheid bij het verrichten van de diensten te maken onkosten zullen door Klik Groep en/of haar Deelnemingen tegen overlegging van de daarop betrekking hebbende facturen/bescheiden worden voldaan, de kosten van telefonie van de vaste telefoon daaronder uitdrukkelijk begrepen. Partijen verstaan dat aan [X] Holding een auto en een mobiele telefoon ter beschikking wordt gesteld. Alle daaraan verbonden kosten komen voor rekening van Klik Groep of een van haar Deelnemingen. In geval van vervanging van de auto zal aan [X] een gelijke of gelijkwaardige auto ter beschikking worden [g]esteld.
(….)
2.5
Klik Klimaattechniek en Klik Electrotechniek hebben in de tweede helft van 2006 en in 2007 werkzaamheden verricht in Wanze (België) voor [A] . De voor die werkzaamheden verzonden facturen ter hoogte van in totaal € 290.000,= zijn niet betaald door [A] .
2.6
Op 24 januari 2007 is een bedrag van € 200.000,= overgeboekt van de rekening van [X] BV naar Klik Klimaattechniek en eenzelfde bedrag overgeboekt naar Klik Electrotechniek. Bij beide overboekingen staat ‘lening’ vermeld.
2.7
De managementovereenkomst is eind 2008 voor onbepaalde tijd verlengd.
2.8
Joanknecht & Van Zelst, externe (register) accountants, hebben in de jaarrekening van Klik Electrotechniek over het boekjaar 2007 opgemaakt op 15 december 2008 onder de kortlopende schulden vermeld:
Lening Holdingmaatschappij [X] BV € 110.000,=. Onder de toelichting daarbij staat vermeld:
(…)
Lening Holdingmaatschappij [X] B.V. € 110.000,=
Betreft een lening oorspronkelijk groot € 400.000 verstrekt op 24 januari 2007. Op 13 juli 2007 heeft een aflossing plaatsgevonden ad € 290.000. Er zijn geen zekerheden gesteld en er is geen aflossingsschema overeengekomen. Het gehanteerde rentepercentage bedraagt 4%.
2.9
Deze zelfde accountants hebben in de jaarrekening van Klik Groep over het boekjaar 2007, opgemaakt op 15 december 2008 onder de schulden aan participanten vermeld:
Lening Holdingmaatschappij [X] BV € 110.000.
De jaarrekening is ondertekend door [Y] en [X] .
2.1
De jaarstukken van Klik Electrotechniek over 2008 maken wederom melding van een lening van € 110.000,= per 31 december 2008. Verder heeft [B] (hierna: Van der Horst), als accountant/fiscalist werkzaam bij [X] BV, in de jaarstukken over 2008 van Klik Groep in de geconsolideerde jaarrekening bij de post langlopende schulden een ‘lening o/g’ opgenomen waarvan het eindsaldo per eind 2008 € 110.000,= bedraagt. Blijkens de nadere specificatie van die lening gaat het om een hoofdsom van € 400.000,= tegen een rente van 4%. Volgens de bijbehorende toelichting betreft de lening van 24 januari 2007 een schuld aan [X] BV.
2.11
Op 23 februari 2010 is een bedrag van € 110.000,= van de rekening van Klik Electrotechniek overgeschreven naar de rekening van [X] BV. Daarbij staat ‘lening’ vermeld.
2.12
Ten behoeve van de voor Klik Groep c.s. te verrichten werkzaamheden had [X] de beschikking over een Amex-creditcard. De maandafrekeningen van deze creditcard werden middels automatische incasso betaald door Klik Electrotechniek.
2.13
In april 2011 is door [X] BV een nieuwe auto aangeschaft. De aanschafkosten van deze auto bedroegen € 75.000,=. Verder zijn door [X] BV over de jaren 2011 en 2012 kosten gemaakt met betrekking tot wegenbelasting en verzekering.
2.14
Naar aanleiding van een accountantscontrole over het jaar 2011 is in juni 2012 gebleken dat een aantal Amex-maandafrekeningen (evenals bijbehorende bonnen en facturen) ontbrak. Verder werden geen relevante mutaties aangetroffen in de rekening-courantverhouding tussen [X] c.s. en Klik Groep c.s. Vervolgens is aan [X] verzocht een toelichting te geven en de benodigde stukken aan te leveren.
2.15
Bij brief van 4 oktober 2012 heeft Klik Groep de managementovereenkomst beëindigd. In de brief staat onder meer het volgende:
Zoals je weet hebben wij gevraagd om een zakelijke onderbouwing van de creditcardafrekeningen die u in de administratie hebt laten opnemen en die ook (middels automatische afschrijving) zijn voldaan. Helaas hebben we deze onderbouwing nog niet mogen ontvangen. (…)
Wel hebben wij inmiddels een tweetal afschriften van uw maandafrekeningen tot onze beschikking waaruit blijkt dat het merendeel van uw uitgaven niet als zakelijk kunnen worden aangemerkt.
In de afgelopen jaren hebben wij u het volste vertrouwen gegeven voor wat betreft een verantwoord gebruik van de voor rekening van ons bedrijf komende creditcard. Geconstateerd moet worden dat dit vertrouwen inmiddels in zodanige mate is beschaamd, dat wij met onmiddellijke ingang de managementovereenkomst beëindigen. (…)
Met de beëindiging van de managementovereenkomst bent u uiteraard niet ontslagen van uw verplichting om verantwoording af te leggen voor uw uitgaven. Voor zover de zakelijkheid daarvan niet door u onomstotelijk kan worden aangetoond, zullen de vanaf 2008 door u gedeclareerde bedragen in uw rekening-courant worden geboekt en dienen wij te overleggen op welke wijze u de bestaande rekening-courant dient aan te vullen. Van de rekening-courant kunt u vanaf heden evenmin meer gebruik maken.
(…)
Tot slot moet erop gewezen worden dat indien daadwerkelijk uitgaven zijn gedaan die geen zakelijk karakter hebben maar wel ten laste van de winst zijn gebracht, zulks een aansprakelijkheid oplevert ten aanzien van onder meer de Fiscus en ons bedrijf. Ons blijft dan ook niets anders over dan u terzake aansprakelijk te stellen. (…)
2.16
In oktober 2012 bedroeg het saldo van de door [X] BV bij Klik Groep c.s. aangehouden rekening-courant € 15.579,79 (ten gunste van [X] BV).
2.17
Bij brief van 2 november 2012 heeft (de raadsman van) Klik Groep c.s. aan [X] BV verzocht om verantwoording af te leggen met betrekking tot in de jaren 2009-2011 gedane uitgaven met de Amex-creditcard.
2.18
Bij brief van 8 november 2012 hebben [X] BV en [X] aan de toenmalige raadsman van Klik Groep c.s. geschreven:
(…) Zoals afgesproken wil ik een overzicht maken van de uitgaven die privé zijn gedaan en die kunnen worden geboekt ten laste van de rekening courant. Dat overzicht wil ik u verstrekken.
Onderstaand geef ik enkele voorbeelden wat ik de afgelopen jaren voor de Klik Groep heb gedaan en waarom ik in het kader daarvan niet snap waarom ik op deze manier behandeld word.
In januari 2007 was de liquiditeitspositie van Klik erg slecht, ik heb toen uit mijn holding op 24 januari 400.000,-- gestort om dit recht te trekken. In die periode werd er door Klik in opdracht van de heer [A] een project voor hem privé uitgevoerd in België, achteraf bleek dat de heer [A] dusdanige problemen had (u wel bekend) dat de totale kosten van zowel E als W in totaal 290.000,-- euro niet door hem konden worden betaald. Ik was toen van mening dat ik daar de heer [Y] niet mee moest opzadelen en heb die kosten voor mijn rekening genomen. Van de 400.000,-- is dus maar 110.000,-- teruggestort in een later stadium.
2.19
Bij brief van 18 januari 2013 hebben [X] BV c.s. de gevraagde Amex-afschriften en (een gedeelte van) de bonnen/facturen aan Klik Groep c.s. verstrekt.
2.2
Bij brief van 27 februari 2013 heeft (de raadsman van) Klik Groep aan [X] BV c.s. het volgende bericht:
Cliënte heeft de door u aangeleverde Amex-afrekeningen en bonnen/facturen ter verantwoording van door u gedeclareerde zakelijke uitgaven gecontroleerd. Cliënte heeft geconstateerd dat een gedeelte van de door u gedeclareerde kosten geen zakelijk karakter hebben. Voorts is cliënte gebleken dat u kosten ‘dubbel bij cliënte heeft gedeclareerd. (…) Op grond van voornoemde overzichten zijn de door u gedeclareerde kosten die u in privé voor uw rekening had moeten nemen per jaar als volgt:
2009 € 27.782,14
2010 € 45.766,76
2011 € 59.968,87
2012 € 28.260,44
Totaal € 161.778,21
(…) Cliënte vordert deze bedragen van u terug. Voorts vordert cliënte de wettelijke (handels-)rente over de door en/of aan u betaalde bedragen. (…)
Het positieve saldo voor een bedrag van € 14.418,53 van de rekening-courant die u bij cliënte aanhield, wordt hierbij door cliënte verrekend met de vordering van cliënte. (…)
Ik verzoek en indien nodig sommeer ik u namens cliënte ervoor zorg te dragen dat het bedrag van EUR 169.438,86 uiterlijk op 7 maart 2013 om 12.00 uur zal zijn ontvangen op de derdengeldenrekening van mijn kantoor (…).
2.21
Op 8 maart 2013 hebben Klik Groep c.s. conservatoir beslag laten leggen op een onroerende zaak ten laste van [X] c.s., alsmede onder derden ten laste van [X] c.s. [X] c.s. hebben middels een bankgarantie zekerheid gesteld.

3.Beoordeling van de zaak met zaaknummer 200.190.497/01

Inleiding
3.1
In eerste aanleg heeft [X] BV gevorderd Klik Klimaattechniek te veroordelen tot betaling van € 200.000,=, te vermeerderen met rente, primair ter nakoming van een tussen hen bestaande geldleningsovereenkomst, subsidiair op grond van onrechtmatige daad dan wel onverschuldigde betaling. Zij heeft daartoe gesteld dat zij op 24 januari 2007 een bedrag van € 200.000,= heeft geleend aan Klik Klimaattechniek. De rechtbank Amsterdam heeft bij het bestreden vonnis van 16 september 2015 deze vordering afgewezen bij gebreke van voldoende (nadere) feitelijke onderbouwing door [X] BV. Ten overvloede heeft de rechtbank overwogen dat, voor zover er wel zou moeten worden uitgegaan van een lening van [X] BV, die lening niet Klik Klimaattechniek maar Klik Groep betrof, en dat die lening inmiddels al geheel is afgelost door afboeking van € 290.000,= op 13 juli 2007 en de – niet weersproken – terugbetaling van € 110.000,= op 23 februari 2010. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt [X] BV met haar grieven op.
Betwisting van door de rechtbank vastgestelde feiten
3.2
De
grieven 1 tot en met 4zijn gericht tegen de beschrijving van de feiten door de rechtbank. Grief 1 betreft de weergave van een feit dat niet relevant is voor het geding in hoger beroep en faalt bij gebrek aan belang. Met de grieven 2 en 3 betoogt [X] BV dat de rechtbank ten onrechte bepaalde feiten ‘accentueert’. Het gaat om de weergave door de rechtbank van bepaalde jaarstukken (geconsolideerde jaarrekening) over het boekjaar 2007 en 2008 van Klik Groep. [X] BV laat echter na toe te lichten waarom die weergave niet correct is en geeft zelfs met zoveel woorden toe dat de ‘strikte formulering wellicht juist is’. Deze grieven treffen daarom geen doel. Met grief 4 komt [X] BV op tegen het citeren van verklaringen van diverse betrokkenen, te weten [B] , [X] , [C] en [Y] . Ook ten aanzien van deze verklaringen laat [X] BV na toe te lichten waarom deze niet correct zouden zijn weergegeven. Ook deze grief faalt. Voor zover [X] BV met deze grieven in wezen bedoelt te betogen dat aan de betreffende feiten onjuiste betekenis is toegekend, zal dit betoog hierna, bij de bespreking van de grieven 5 tot en met 8, worden meegenomen.
Geldlening overeengekomen?
3.3
Partijen zijn in de eerste plaats verdeeld over de vraag of tussen hen een overeenkomst van geldlening tot stand is gekomen. Met de grieven
5 tot en met 8komt [X] BV op tegen het oordeel van de rechtbank dat het op de weg van [X] BV had gelegen om de gemotiveerde betwisting, door Klik Klimaattechniek, van de stelling van [X] BV dat er een leningsovereenkomst tussen hen tot stand was gekomen, concreet te weerleggen.
3.4
Het hof neemt als uitgangspunt dat tussen partijen vast staat dat op 24 januari 2007 door [X] BV een bedrag van € 200.000,= is overgemaakt op de rekening van Klik Klimaattechniek. Bij de overboeking staat ‘lening’ vermeld. Dat deze kwalificatie van de overboeking uit de pen van [X] BV zelf komt, zoals Klik Klimaattechniek tegenwerpt, neemt als zodanig nog niet weg dat dit een relevante aanwijzing is voor de titel op grond waarvan dit bedrag is overgemaakt. Dezelfde benaming ‘lening’ keert terug in het overzicht van schulden in de geconsolideerde jaarrekeningen over 2007 en 2008 van de moedervennootschap van Klik Klimaattechniek, te weten Klik Groep (zie hierboven, 2.9 en 2.10). Uit de jaarrekeningen over 2007 en 2008 blijkt duidelijk dat op 24 januari 2007 een lening van € 400.000,= is verstrekt door [X] BV, waarvan de resterende schuld per 31 december 2008 € 110.000,= bedroeg, en waarvoor een rentepercentage van 4% gold. Dit totaalbedrag van € 400.000,= stemt overeen met de twee overmakingen van € 200.000,= op diezelfde datum aan Klik Klimaattechniek en Klik Electrotechniek. Deze jaarrekeningen zijn alle voor akkoord getekend door [Y] , namens de directie van Klik Groep. Dat het om een geldlening gaat, wordt bovendien bevestigd door de verklaring van [B] . Op 10 februari 2014 heeft hij onder meer verklaard:
In januari 2007 heeft Holdingmaatschappij [X] BV twee bedragen, beide groot € 200.000, als lening verstrekt. (…) Dit bedrag is als lening in de door Joanknecht & Van Zelst accountants, de toenmalige accountant van Klik Groep BV in de geconsolideerde balans verantwoord, onder aftrek van een bedrag groot € 290.000. (…) Dit bedrag is later afgelost.(…).
Ook onder ede heeft hij bevestigd dat de twee overboekingen in 2007 door [X] BV van ieder € 200.000,= aan Klik Klimaattechniek en aan Klik Electrotechniek volgens hem leningen betroffen. Ook [C] , hoofdboekhouder bij Klik Electrotechniek, beschouwde tijdens zijn getuigenverhoor op 11 juni 2014 zowel de overboekingen van € 200.000,= aan Klik Electrotechniek en Klik Klimaattechniek, als het bedrag van € 110.000,= - dat volgens hem uiteindelijk na afboeking ten gunste van een debiteur in België was blijven staan – als lening.
In het licht van de gemotiveerde stellingen van [X] BV heeft Klik Klimaattechniek onvoldoende gemotiveerd betwist dat de titel voor het aan haar overgemaakte bedrag van € 200.000,= gelegen was in een overeenkomst van geldlening met [X] BV. Voor het alternatieve scenario, bepleit door Klik Klimaattechniek, dat [X] BV het bedrag had overgemaakt als een ‘depotstorting’ om te compenseren voor schade als gevolg van het feit dat een belangrijke klant (SNS) was opgehouden nieuwe opdrachten te verstrekken, heeft zij te weinig concrete feiten aangedragen. De vraag welke rechtspersoon oorspronkelijk respectievelijk uiteindelijk de debiteur van de geldlening van € 200.000,= is geweest - Klik Klimaattechniek dan wel Klik Groep – kan in het midden blijven vanwege de hierna volgende overwegingen.
Geldlening afgelost?
3.5
De tweede vraag die partijen verdeeld houdt, is de vraag of de geldlening is afgelost. Met
grief 9komt [X] BV op tegen het oordeel van de rechtbank dat als [X] BV al een vordering had op Klik Klimaattechniek, zij die thans niet meer heeft, omdat deze al geheel is afgelost. [X] BV wijst er daarbij op dat niet Klik Groep de debiteur is, maar Klik Klimaattechniek (en Klik Electrotechniek).
3.6
Het hof stelt voorop dat het aan Klik Klimaattechniek is om te stellen en, zo nodig, te bewijzen, dat zij de geldlening van € 200.000,= heeft afgelost, althans dat Klik Groep voor haar de geldlening heeft afgelost. Klik Klimaattechniek stelt dat eind 2008 reeds € 290.000,= op het totaalbedrag van € 400.00,= was afgelost. Deze stelling vindt steun in een brief van [X] BV zelf, van 8 november 2012 aan Klik Groep (zie 2.17). Hierin heeft zij geschreven:
(…) achteraf bleek dat de heer [A] dusdanige problemen had (u wel bekend) dat de totale kosten van zowel E als W in totaal 290.000,= euro niet door hem konden worden betaald. Ik was toen van mening dat ik daar de heer [Y] niet mee moest opzadelen en heb die kosten voor mijn rekening genomen. Van de 400.000,= is dus maar 110.000,= teruggestort in een later stadium.
Deze stelling van Klik Klimaattechniek wordt ook bevestigd door meerdere getuigen in eerste aanleg bij de rechtbank Midden-Nederland. Zo heeft [C] , hoofdboekhouder bij Klik Electrotechniek (hierna: [C] ) verklaard:
Er was in 2007 sprake van een project in België dat door Klik Electrotechniek werd uitgevoerd. Dat project werd uitgevoerd door de heer [X] . Er zijn toen 2 facturen gestuurd met een gezamenlijk bedrag van € 290.000,= naar de klanten in België. (…) Vervolgens is op die lening[van € 400.000,=, hof]
op 13 juli 2007 € 290.000,= afgeboekt ten gunste van de debiteur in België. Dan resteert er dus een lening bedrag van € 110.000,=. (…) Ik gaf aan dat de heer [X] zelf de afboeking van de twee facturen ten aanzien van het project in België heeft gedaan ten gunste van de lening.
Ook volgens de hiervoor reeds genoemde geconsolideerde jaarrekeningen van Klik Groep over de jaren 2007 en 2008 bedroeg de resterende schuld aan [X] BV eind 2008 € 110.000,=. Klik Klimaattechniek heeft voorts onbetwist gesteld dat er steeds rente is betaald over het bedrag van € 110.000,= (en niet over een bedrag van € 290.000,=). Tegenover de aldus gemotiveerde stellingen van Klik Klimaattechniek heeft [X] BV, naar het oordeel van het hof, onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij de schuld van [A] voor haar rekening heeft genomen. Het verweer van [X] BV dat de in de jaarrekeningen opgenomen afboeking van € 290.000,= slechts cosmetisch of tijdelijk was, dat zij geen vorderingen op [A] heeft overgenomen en geen afstand van de vordering heeft gedaan is, mede in het licht van al hetgeen Klik Klimaattechniek naar voren heeft gebracht, onvoldoende onderbouwd.
3.7
Verder staat tussen partijen vast dat Klik Electrotechniek op 23 februari 2010 een bedrag van € 110.000,= heeft overgemaakt naar [X] BV, onder de vermelding van ‘lening’, over welk bedrag ook rente aan [X] BV is betaald, naar Klik Klimaattechniek onbetwist heeft gesteld. Het hof komt tot de conclusie dat Klik Klimaattechniek voldoende gemotiveerd heeft gesteld en [X] BV onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de overeengekomen geldlening van € 400.000,= (en daarmee dus ook het aan Klik Klimaattechniek overgemaakte gedeelte van € 200.000,=) inmiddels al door Klik Groep en Klik Electrotechniek is afgelost. Wie uiteindelijk de eigenlijke debiteur jegens [X] BV is geweest doet dus niet ter zake. Dit betekent dat de vordering van Hesp BV feitelijke grondslag mist en niet kan worden toegewezen.
3.8
De grieven falen. Het bestreden vonnis van 16 september 2015 zal worden bekrachtigd. [X] BV zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

4.Beoordeling van de zaak met zaaknummer 200.218.686/01

De bestreden vonnissen van 8 januari 2014 en 25 november 2015
4.1
Bij het bestreden (eind)vonnis van 25 november 2015 heeft de rechtbank Midden-Nederland,
in conventie, [X] BV c.s. veroordeeld om aan Klik Groep c.s. te betalen een bedrag van € 146.198,42, vermeerderd met rente, en voor recht verklaard dat [X] BV c.s. aansprakelijk is voor de fiscale schade van Klik Groep c.s. die het directe gevolg is van het onrechtmatig handelen door [X] BV c.s., alsmede [X] BV c.s. (hoofdelijk) veroordeeld tot betaling van € 2.842,= aan buitengerechtelijke kosten alsmede de proceskosten en nasalaris. De rechtbank heeft hiertoe onder meer overwogen dat [X] BV c.s. niet zijn geslaagd in het leveren van bewijs van hun stelling dat er tussen partijen aanvullende afspraken zijn gemaakt, in aanvulling op de managementovereenkomst, op grond waarvan is overeengekomen dat [X] BV c.s. twee diners per week en één vakantie per jaar dan wel maximaal € 10.000,= per jaar als representatiekosten in rekening mochten brengen bij Klik Groep. Verder heeft de rechtbank overwogen dat vast is komen te staan dat [X] BV c.s. privé-uitgaven heeft laten boeken als representatiekosten en voorts dat een groot aantal representatiekosten niet is verantwoord, waarmee [X] BV c.s. onrechtmatig hebben gehandeld. Op die grond heeft de rechtbank de vordering van Klik Groep c.s. tot betaling van schadevergoeding in conventie toegewezen. Daarnaast zijn de vorderingen van Klik Groep c.s. inzake de verklaring voor recht en de buitengerechtelijke kosten (als onvoldoende onbetwist) toegewezen. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag liggende motivering komen [X] BV c.s. op in incidenteel hoger beroep.
4.2
In
reconventiehebben [X] BV c.s. een aantal tegenvorderingen ingesteld, waarbij zij hebben gevorderd Klik Groep dan wel Klik Groep c.s. te veroordelen tot betaling van diverse bedragen inzake de managementvergoedingen over de jaren 2012 en 2013, de winstuitkeringen over de jaren 2011 en 2012, de autokosten, de rekening-courant, de kosten van de bankgarantie, dit alles verminderd met het door [X] BV c.s. aan Klik Groep c.s. verschuldigde bedrag, en tevens Klik Electrotechniek te veroordelen tot terugbetaling van € 90.000,=, vermeerderd met rente. Bij het bestreden (tussen)vonnis van 8 januari 2014 en (eind)vonnis van 25 november 2015 heeft de rechtbank Midden-Nederland in reconventie de vordering jegens Klik Electrotechniek toegewezen en alle overige vorderingen van [X] BV c.s. afgewezen. Hiertoe heeft de rechtbank overwogen dat [X] BV geslaagd is in het door haar te leveren bewijs van haar stelling dat zij op 24 januari 2007 aan Klik Electrotechniek een bedrag heeft geleend van € 200.000,=, dat Klik Electrotechniek zich niet kan beroepen op verrekening en dat, rekening houdend met het feit dat € 110.000,= is terugbetaald aan [X] BV c.s., Klik Electrotechniek daarom € 90.000,=, vermeerderd met rente, moet terugbetalen aan [X] BV c.s. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag liggende motivering komen Klik Groep c.s. op in principaal hoger beroep. De rechtbank heeft de overige vorderingen van [X] BV c.s. afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag liggende motivering komen [X] BV c.s. op in incidenteel hoger beroep.
Principaal hoger beroep
Geldlening overeengekomen en zo ja, afgelost?
4.3
Net als in de hiervoor besproken zaak speelt ook in deze zaak de vraag of tussen partijen, te weten Klik Electrotechniek en [X] BV, een overeenkomst van geldlening tot stand is gekomen en, zo ja, of deze is afgelost. Met hun grieven in principaal hoger beroep komen Klik Groep c.s. op tegen het oordeel van de rechtbank dat er een overeenkomst van geldlening tot stand is gekomen tussen Klik Electrotechniek en [X] BV en dat deze slechts ter hoogte van € 110.000,= is afgelost, zodat er nog een restschuld is van € 90.000,=.
4.4
Het hof neemt als uitgangspunt dat op 24 januari 2007 door [X] BV een bedrag van € 200.000,= is overgemaakt op de rekening van Klik Electrotechniek. In het licht van de gemotiveerde stellingen van [X] BV (zoals weergegeven onder 3.4) heeft Klik Electrotechniek, evenals Klik Klimaattechniek onvoldoende gemotiveerd betwist dat het aan haar overgemaakte bedrag van € 200.000,= onderdeel was van een geldleenovereenkomst met [X] BV. De stelling van Klik Groep c.s. dat [X] BV vaker een groot bedrag overboekte om liquiditeitsproblemen op te lossen en dat dat ook het achtergelegen doel is geweest van de storting van deze € 200.000,= hebben zij onvoldoende met feiten gestaafd. Ook voor de stelling van Klik Groep c.s. dat [X] BV het bedrag had overgemaakt als een ‘depotstorting’ om te compenseren voor (toekomstige) schade ten gevolge van de problemen met SNS/Amptmeier, hebben zij te weinig concrete feiten aangedragen.
4.5
Vast staat evenwel dat Klik Electrotechniek op 23 februari 2010 € 110.000,= heeft overgemaakt aan [X] BV. Op basis van de hiervoor onder 3.6 vermelde overwegingen inzake, onder meer, het afboeken van de door [A] verschuldigde factuur van € 290.000,= van de openstaande schuld van Klik Groep c.s. jegens [X] BV, komt het hof tot het oordeel dat Klik Groep c.s. voldoende gemotiveerd hebben gesteld en [X] BV c.s. onvoldoende gemotiveerd hebben betwist dat de overeengekomen geldlening van in totaal € 400.000,= (en daarmee dus ook het aan Klik Electrotechniek overgemaakte gedeelte van € 200.000,=) inmiddels al door Klik Groep en Klik Electrotechniek volledig is afgelost. Wie de eigenlijke debiteur jegens [X] BV is geweest doet dus niet ter zake. Dit betekent dat zowel de vordering van [X] BV c.s. jegens Klik Groep als de vordering jegens Klik Electrotechniek tot terugbetaling van het resterende deel van de lening feitelijke grondslag mist en niet kan worden toegewezen. De grieven van Klik Groep c.s. in principaal appel slagen.
4.6
De stellingen van [X] B.V. c.s. over het bestaan van een earn-outregeling ter zake van omzetverlies kunnen, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, niet tot een andere uitkomst leiden, zodat zijn bewijsaanbod terzake wordt verworpen. Ook overigens hebben [X] B.V. c.s. geen feiten te bewijzen aangeboden, die tot een ander oordeel kunnen leiden, zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen.
Incidenteel hoger beroep
Aanvullende afspraken overeengekomen t.a.v. de managementovereenkomst?
4.7
In incidenteel hoger beroep komen [X] BV c.s. allereerst op tegen het oordeel van de rechtbank,
in conventie, dat zij onrechtmatig hebben gehandeld door privé-uitgaven te laten boeken als representatiekosten en door een groot aantal representatiekosten niet te hebben verantwoord. Ter onderbouwing van hun vordering hebben Klik Groep c.s. een door hen verzonden brief aan [X] BV en [X] van 27 februari 2013 in het geding gebracht met een overzicht van alle gedeclareerde kosten over de periode 2009-2012 (zie hierboven, 2.19). Klik Groep c.s. stellen dat hieruit blijkt dat [X] BV c.s. voor een bedrag van € 161.778,21 heeft gedeclareerd aan kosten waarvoor geen grondslag in de managementovereenkomst is te vinden. [X] BV c.s. beroepen zich op het verweer dat voor deze kosten een grondslag te vinden is in aanvullende afspraken die zij met Klik Groep hebben gemaakt. Deze nadere afspraken worden door Klik Groep c.s. betwist.
4.8
Aangezien het verweer van [X] BV c.s. dat er met Klik Groep aanvullende afspraken zijn gemaakt een bevrijdend verweer is, is het, naar het oordeel van het hof, aan [X] BV c.s. om gemotiveerd te stellen en, zo nodig te bewijzen, dat deze aanvullende afspraken zijn gemaakt. De
grieven 4 en 10, waarmee [X] BV c.s. zich keren tegen soortgelijke overwegingen van de rechtbank, zijn daarom tevergeefs opgeworpen.
4.9
De
grieven 1 tot en met 3van [X] BV c.s. betreffen de vaststelling, door de rechtbank, van enkele feiten die voor de behandeling in hoger beroep niet relevant zijn. Deze grieven falen bij gebrek aan belang.
4.1
De
grieven 5 en 12 tot en met 15zien op de conclusie van de rechtbank dat [X] BV c.s. onrechtmatig hebben gehandeld. Voor de beoordeling van deze grieven neemt het hof als uitgangspunt dat in de tussen partijen gesloten managementovereenkomst in artikel 4.2 een regeling is opgenomen over de door [X] BV bij het verrichten van de diensten te maken onkosten. Hierin is bepaald dat ‘tegen overlegging van de daarop betrekking hebbende facturen/bescheiden de door [X] BV in redelijkheid te maken onkosten zullen worden voldaan door Klik Groep en/of haar deelnemingen’
.Naar het oordeel van het hof bevat de managementovereenkomst dus de beperking dat de onkosten
in redelijkheidzijn gemaakt en de beperking dat de kosten worden vergoed
tegen overlegging van de daarop betrekking hebbende facturen/bescheiden. Het hof stelt verder vast dat [X] BV c.s. in hoger beroep op geen enkele wijze concreet hebben toegelicht dat er bepaalde aanvullende afspraken over het declareren van representatiekosten, in aanvulling op de managementovereenkomst zijn gemaakt waarmee wordt afgeweken van deze uitgangspunten. Het betoog van [X] BV c.s. beperkt zich tot de stelling dat [Y] eveneens met een AMEX-kaart vergelijkbare representatieve uitgaven heeft gedaan voor Klik Klimaattechniek en dat [Y] het eerder (d.w.z. voor 2008) niet nodig heeft gevonden om als bestuurder / grootaandeelhouder aanvullende vragen te stellen bij de vaststelling van de jaarrekeningen. Wat daar ook van zij, hieruit valt niet af te leiden dat nader was afgesproken dat er aan het gebruik van de AMEX-kaart door [X] BV c.s. geen beperkingen zaten, zoals overeengekomen in de managementovereenkomst. De stelling van [X] BV c.s. dat is overeengekomen dat twee diners per week en een vakantie per jaar als representatiekosten zouden mogen worden afgeboekt is door [X] BV c.s. in hoger beroep niet nader onderbouwd. De stelling dat overeengekomen is dat [X] BV c.s. € 10.000,= per jaar zouden mogen worden declareren is door [X] BV c.s. in hoger beroep verlaten. [X] BV c.s. hebben aldus onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om de conclusie te rechtvaardigen dat er aanvullende afspraken zijn gemaakt die de bedoelde uitgaven rechtvaardigen. Voor zover wordt gegriefd tegen het oordeel van de rechtbank dat [X] BV c.s. deze stelling niet hebben bewezen, falen deze grieven dus.
Daarnaast hebben [X] BV c.s. onvoldoende gemotiveerd betwist dat de door Klik Groep c.s. genoemde uitgaven niet zijn verantwoord door overlegging van de daarop betrekking hebbende facturen dan wel bescheiden. Dit alles leidt tot de conclusie dat de gemotiveerde stelling van Klik Groep c.s. dat [X] BV c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens Klik Groep c.s. door privé-uitgaven te laten boeken als representatiekosten en door een groot deel van de representatiekosten niet te hebben verantwoord ook in hoger beroep onvoldoende gemotiveerd is betwist.
Ten aanzien van de verklaring voor recht inzake de door Klik Groep c.s. te lijden fiscale schade hebben [X] BV c.s. betwist dat Klik Groep c.s. schade hebben geleden. Daartoe hebben zij aangevoerd dat niet is gesteld of gebleken dat en zo ja welke fiscale gevolgen er zijn en of die te verwachten zijn.
Het hof stelt voorop dat voor de gevraagde verklaring voor recht voldoende is dat de mogelijkheid van schade als gevolg van het onrechtmatig handelen aannemelijk is. Klik Groep c.s. hebben daarover gesteld dat, nu sprake is van fraudeleuze aangiftes en aanslagen en het voeren van een frauduleuze boekhouding, vanaf 2009 nog twaalf jaar rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de fiscus op aangiftes terug zal komen. [X] BV c.s. hebben dit niet weersproken. Het hof concludeert daarom dat de mogelijkheid van fiscale schade aannemelijk is en dat daarmee aan de voorwaarden voor de verklaring voor recht is voldaan.
De grieven 5 en 12 tot en met 15 falen dus.
Welke posten vallen onder de managementovereenkomst?
4.11
In de tweede plaats komen [X] BV c.s. op tegen de afwijzing,
in reconventie, van hun vorderingen tot vergoeding van (i) de managementvergoeding over 2012, (ii) de BTW met betrekking tot de winstuitkering 2011, (iii) de autokosten en (iv) de bankgarantie. Voor zover [X] BV c.s. daarnaast ook grieven hebben aangevoerd inzake het bestaan van een geldleenovereenkomst met Klik Electrotechniek verwijst het hof naar de bespreking hierboven van het principaal hoger beroep.
(i) Managementvergoeding 2012
4.12
Met
grief 6komen [X] BV c.s. op tegen de overweging van de rechtbank dat zij onvoldoende hebben gesteld en onderbouwd waarom zij aanspraak kunnen maken op een managementvergoeding over het jaar 2012. Zij wijzen in dit verband naar artikel 2.1 van de managementovereenkomst, waarin is bepaald dat opzegging dient te gebeuren bij aangetekende brief en tegen het einde van de maand met een opzegtermijn van drie maanden.
4.13
Naar het oordeel van het hof hebben [X] BV c.s. niet gemotiveerd waarom zij aan artikel 2.1 van de managementovereenkomst het recht ontlenen op een managementvergoeding over de periode lopend van de beëindigingsdatum van de overeenkomst (4 oktober 2012) tot en met 31 december 2012. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom artikel 2.1 hiervoor een grondslag biedt. De stelling van [X] BV c.s. dat de opzegtermijn van drie maanden niet is gerespecteerd, is hiervoor onvoldoende, mede in het licht van de erkenning van [X] BV c.s. dat voortzetting van de overeenkomst na 4 oktober 2012 niet gewenst was. Deze grief faalt daarom.
(ii) BTW met betrekking tot de winstuitkering 2011
4.14
Met
grief 7keren [X] BV c.s. zich tegen de afwijzing van de gevorderde btw over de winstuitkering 2011. Zij voeren aan dat de motivering van de afwijzing door de rechtbank onbegrijpelijk is. Zij stellen zich op het standpunt dat aan hen een bedrag van € 50.000,= is uitgekeerd als winstuitkering over het jaar 2011 (en niet als vergoeding van de autokosten, zoals de rechtbank aanneemt), en dat de btw over die winstuitkering nog aan hen verschuldigd is. Klik Groep c.s. stellen zich op het standpunt dat het bedrag van € 50.000,= niet ziet op de winstuitkering, maar op de aanschaf van de auto en dat [X] BV c.s. niet hebben aangetoond dat er was afgesproken om een winstuitkering over 2011 te doen toekomen.
4.15
Het hof is van oordeel dat [X] BV c.s. tegenover de gemotiveerde betwisting door Klik Groep c.s. onvoldoende gemotiveerd hebben gesteld dat overeengekomen was dat zij een winstuitkering over 2011 zouden ontvangen. In de managementovereenkomst valt geen grondslag voor een recht op winstuitkering terug te vinden. Tegenover de uitleg van Klik Groep c.s. dat het bedrag van € 50.000,= betrekking had op de aanschaf van de auto (waarvoor de managementovereenkomst (indirect) wel een grondslag biedt) hebben [X] BV c.s. geen feiten of omstandigheden aangevoerd die hun eigen stelling ondersteunen. Evenmin hebben zij hiervoor nader bewijs aangeboden. Deze grief faalt.
(iii) Autokosten
4.16
Met
grief 8komen [X] BV c.s. op tegen de afwijzing van de door hen gevorderde autokosten. Ter zitting in hoger beroep hebben zij de vordering verlaagd tot € 22.922,68 en toegelicht dat zij zelf zijn afgeweken van de afspraak neergelegd in de managementovereenkomst. Zij hebben namelijk zelf voor € 75.000,= een auto aangeschaft en na beëindiging van de managementovereenkomst behouden. De vordering is gebaseerd op een afschrijving in vijf jaar van de door hen gebruikte auto voor de periode van 13 april 2011 tot en met 31 december 2012. Klik Groep c.s. voeren aan dat aan [X] BV c. ten behoeve van de aanschaf van de auto een bedrag van € 50.000,= is betaald en dat de vordering dus feitelijke grondslag mist.
4.17
Het hof stelt vast dat de auto niet is teruggegeven bij het einde van de managementovereenkomst en dat [X] BV c.s. een bedrag van € 50.000,= heeft ontvangen. Tegenover de gemotiveerde stelling van Klik Groep c.s. dat zij hiermee de overeengekomen autokosten reeds hebben voldaan hebben [X] BV c.s. geen nadere feiten of omstandigheden aangevoerd die op het tegendeel kunnen wijzen. Aan bewijslevering komt het hof dan ook niet toe. Ook deze grief faalt.
(iv) Bankgarantie
4.18
Met
grief 9vechten [X] BV c.s. de afwijzing van de gevorderde kosten inzake de bankgarantie aan. Het hof overweegt dat uit voorgaande overwegingen in incidenteel appel volgt dat de rechtbank de vordering van Klik Groep c.s. terecht heeft toegewezen en de betreffende vorderingen van [X] BV c.s., terecht heeft afgewezen. Dit betekent dat Klik Groep c.s. niet ten onrechte beslag hebben gelegd. Deze grief treft geen doel.
Buitengerechtelijke kosten en proceskosten
4.19
Met
grief 16komen [X] BV c.s. op tegen de veroordeling in de buitengerechtelijke kosten, zonder dit toe te lichten. Bij gebreke aan motivering faalt deze grief.
4.2
Met
grief 17komen [X] BV c.s. op tegen de compensatie van de kosten, in reconventie, van het geding in eerste aanleg. Aangezien de rechtbank in reconventie een groot deel van de vorderingen van [X] BV c.s. heeft afgewezen, welke afwijzing thans zal worden bekrachtigd, heeft de rechtbank terecht beslist tot compensatie van de proceskosten in reconventie. Deze grief faalt.
Slotsom
4.21
De grieven in principaal hoger beroep slagen en de grieven in incidenteel hoger beroep falen. Het bestreden (eind)vonnis van 25 november 2015 zal worden vernietigd voor zover daarbij Klik Electrotechniek is veroordeeld tot betaling aan [X] BV van een bedrag van € 90.000,=, vermeerderd met de contractuele rente van 5% per jaar.
Het bestreden (tussen)vonnis van 8 januari 2014 en het bestreden (eind)vonnis van 25 november 2015 zullen voor het overige worden bekrachtigd. [X] BV c.s. zullen als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in eerste aanleg en in principaal en incidenteel hoger beroep, waaronder de kosten van de incidenten tot verwijzing en voeging van de zaak.

5.Beslissing

Het hof:
in de zaak met zaaknummer 200.190.497/01:
bekrachtigt het bestreden vonnis van 16 september 2015;
veroordeelt [X] BV in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Klik Klimaattechniek begroot op € 5.160,= aan verschotten en € 11.757,00 voor salaris;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in de zaak met zaaknummer 200.218.686/01
vernietigt het bestreden (eind)vonnis van 25 november 2015 voor zover daarbij Klik Electrotechniek is veroordeeld tot betaling aan [X] BV van een bedrag van € 90.000,= (negentigduizend euro), vermeerderd met de contractuele rente van 5% per jaar vanaf 23 februari 2010 en voor zover de proceskosten zijn gecompenseerd,
en, opnieuw rechtdoende,
wijst de vordering van [X] BV c.s. tot veroordeling van Klik Electrotechniek dan wel Klik Groep c.s. tot betaling van € 90.000,=, te vermeerderen met de contractuele rente van 5% vanaf 23 februari 2010 af;
veroordeelt [X] BV c.s. in de proceskosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van Klik Groep c.s. begroot op € 3.816,94 aan verschotten en € 7.105,00 voor salaris;
bekrachtigt het bestreden (tussen)vonnis van 8 januari 2014 en het bestreden (eind)vonnis van 25 november 2015 voor het overige;
veroordeelt [X] BV c.s. in de kosten van het geding in principaal en incidenteel hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Klik Groep c.s. begroot op € 2.041,14 aan verschotten en € 9.795,= respectievelijk € 4.741,50,= voor salaris;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mr. J.F. Aalders, mr. C.A.H.M. ten Dam en mr. R.M. de Winter en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 10 december 2019.