Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
6.De beslissing
maandag 17 februari 2020 om 11:30 uur;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 november 2019 een tussenbeschikking gegeven in hoger beroep betreffende de uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [kind A] en [kind B]. De ouders, de vader en de moeder, zijn in een echtscheidingsprocedure verwikkeld en hebben gezamenlijk gezag over de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Regio Amsterdam hebben in hoger beroep verzocht om de kinderen voor een periode van twaalf maanden uit huis te plaatsen bij de vader, terwijl de moeder zich verzet tegen deze uithuisplaatsing. De rechtbank had eerder de verzoeken van de raad en de GI afgewezen, wat aanleiding gaf tot het hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen sinds 2015 onder toezicht staan en dat er zorgen zijn over de opvoedingssituatie bij de moeder. De raad heeft in zijn rapportage aangegeven dat de kinderen in een chronische stresssituatie verkeren en dat de moeder niet in staat is om haar gedrag te veranderen. De GI heeft eveneens zorgen geuit over de onveiligheid van de kinderen en de invloed van de moeder op hun ontwikkeling. De vader heeft aangegeven dat hij in staat is om de kinderen een veilige omgeving te bieden en dat hij openstaat voor hulpverlening.
Het hof heeft besloten om de beslissing aan te houden in afwachting van de resultaten van een nieuw hulpverleningstraject dat zal worden gestart. Het hof heeft aangegeven dat het van belang is om de voortgang van dit traject te volgen voordat een definitieve beslissing wordt genomen over de uithuisplaatsing en de wijziging van de zorgregeling. De mondelinge behandeling zal op 17 februari 2020 worden voortgezet, waarbij partijen worden verzocht om de stand van zaken van het hulpverleningstraject schriftelijk aan het hof te rapporteren.