ECLI:NL:GHAMS:2019:4368

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 november 2019
Publicatiedatum
11 december 2019
Zaaknummer
200.255.414/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herbenoeming van bewindvoerder na onterecht ontslag

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontslag van [X] als bewindvoerder van [A]. De kantonrechter had [X] op verzoek van [B] ontslagen als bewindvoerder, maar het hof oordeelt dat dit ontslag onterecht was. [X] was sinds 2016 benoemd als bewindvoerder van [A], die onder bewind was gesteld vanwege haar lichamelijke en geestelijke toestand. De kantonrechter had [B] op haar verzoek ontslagen als bewindvoerder en [X] ook uit haar functie ontslagen, wat leidde tot het hoger beroep van [X]. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [X] betoogd dat er geen gewichtige redenen waren voor haar ontslag en dat de communicatieproblemen met [B] niet haar schuld waren. Het hof heeft vastgesteld dat de verstandhouding tussen [X] en [A] goed was en dat [X] zich actief inzette voor [A]. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en [X] opnieuw benoemd tot bewindvoerder, met inachtneming van de voorkeur van [A]. Daarnaast heeft het hof [B] en Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer ontslagen als bewindvoerder. Het hof heeft [X] de gelegenheid gegeven om een bereidverklaring van mevrouw [S] als tweede bewindvoerder over te leggen, en de zaak pro forma aangehouden tot 8 december 2019.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.255.414/01
zaaknummer rechtbank: 7113763 EB VERZ 18-14286
beschikking van de meervoudige kamer van 19 november 2019 inzake
[X] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
verder te noemen: [X] ,
advocaat: mr. S. Ouald Chaib te Amsterdam.
Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt:
- [A] (verder te noemen: [A] );
- [B] (verder te noemen: [B] ).

1.Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 11 december 2018, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
[X] is op 28 februari 2019 in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking.
2.2
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
- een brief met aanvullende akte van de zijde van [X] van 10 april 2019, binnengekomen op 11 april 2019;
- een e-mailbericht van de zijde van [B] van 19 juni 2019;
- een e-mailbericht van de zijde van [B] van 8 juli 2019 met bijlagen.
2.3
De mondelinge behandeling heeft op 30 september 2019 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- [X] , bijgestaan door haar advocaat en mr. P. van Bottenburg, advocaat te Amsterdam;
- [A] , bijgestaan door mr. C.M.E. Schreinemacher, advocaat te Amsterdam;
- [B] ;
- de heer [K] namens Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer.
Tevens is verschenen mevrouw [S] die als informant door het hof is gehoord.
De advocaten van [X] en van [A] hebben ter zitting pleitnotities overgelegd.

3.De feiten

3.1
[A] is geboren [in] 1996. [X] is haar moeder en [B] is haar halfzus (moederszijde). [A] woont bij [X] .
3.2
Bij beschikking van 5 september 2016 heeft de kantonrechter de goederen die [A] toebehoren of zullen toebehoren onder bewind gesteld, als gevolg van haar lichamelijke/geestelijke toestand, met benoeming van [X] en [B] tot bewindvoerders. Voorts heeft de kantonrechter een mentorschap ingesteld ten behoeve van [A] , met benoeming van [X] en [B] tot mentoren. Deze beschikking is gegeven op verzoek van [X] en [B] .
3.3
Bij de – in zoverre niet – bestreden beschikking is [B] op haar verzoek ontslagen als bewindvoerder en mentor. Voorts is, naast [X] , [C] benoemd tot tweede mentor.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter, voor zover hier van belang en overeenkomstig het verzoek van [B] , [X] uit de functie van bewindvoerder ontslagen met ingang van de datum van de beschikking en Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer benoemd tot opvolgend bewindvoerder.
4.2
[X] verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, het verzoek van [B] om [X] te ontslaan als bewindvoerder af te wijzen en haar opnieuw te benoemen tot bewindvoerder, samen met mevrouw [S] .

5.De motivering van de beslissing

5.1
Op grond van artikel 1:448 lid 1 aanhef en sub e en lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de bewindvoerder door de rechter ontslag worden verleend met ingang van een door deze te bepalen dag, hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.
5.2
[X] stelt dat geen sprake is van gewichtige redenen die haar ontslag als bewindvoerder kunnen rechtvaardigen. Tussen haar en [B] is onenigheid ontstaan, waarna [B] het telefoonnummer van [X] heeft geblokkeerd. Doordat [X] geen contact meer kon leggen met [B] , heeft [X] niet tijdig de stukken kunnen indienen die benodigd zijn voor het afleggen van rekening en verantwoording. De gebrekkige communicatie tussen [X] en [B] mag niet tot gevolg hebben dat [X] wordt ontslagen als bewindvoerder. Tussen [X] en [A] is de verstandhouding immers goed. [X] biedt [A] een stabiele woonsituatie en begeleidt [A] intensiever dan een professionele bewindvoerder zou doen. Een professionele bewindvoerder brengt bovendien hogere kosten voor het bewind in rekening dan [X] .
[X] houdt voorts contact met diverse instanties zoals Stichting MEE, de huisarts en Arkin. Zij heeft daarnaast het financiële verslag steeds kundig opgesteld, althans daartoe een boekhouder ingeschakeld, die haar heeft bijgestaan bij het opstellen van de rekening en verantwoording in 2017 en 2018. Zij zet zich ten volle in voor [A] en is bezig om haar zelfstandiger te laten wonen. [X] verwijst naar de verklaringen van de huisarts en de psycholoog. Tot slot wijst zij erop dat ook [A] graag wil dat [X] haar bewindvoerder blijft.
5.3
Ter zitting in hoger beroep heeft [B] bevestigd dat haar contact met [X] sinds medio 2017 verbroken is, als gevolg waarvan zij geen invulling meer heeft kunnen geven aan het bewindvoerder- en mentorschap. Om die reden heeft zij verzocht haar te ontslaan, maar haar verzoek tot ontslag betreft niet [X] . [B] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
5.4
De heer [K] heeft namens Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer ter zitting in hoger beroep verklaard dat het bewind goed verloopt. Na betaling van de vaste lasten en het zakgeld, houdt [A] geld over om te sparen. Voor de kosten van het bewind krijgt zij bijzondere bijstand. [X] bracht weliswaar geen kosten voor het bewind in rekening, maar maakte wel kosten omdat zij een boekhouder heeft moeten inschakelen voor het afleggen van de rekening en verantwoording.
5.5
[A] heeft ter zitting in hoger beroep de uitdrukkelijke voorkeur uitgesproken voor de herbenoeming van [X] tot haar bewindvoerder. Toen [X] nog bewindvoerder was, kreeg zij meer zakgeld en had zij meer inzicht in het verloop van haar bankrekening en haar beheerrekening. [A] is altijd tevreden geweest over de wijze waarop [X] haar financiën beheerde. Zij hebben voorts een vertrouwensband met elkaar en hun communicatie verloopt goed en makkelijk.
5.6
Het hof overweegt dienaangaande als volgt. Uit de stukken noch uit het verhandelde ter zitting blijkt dat [X] tekortgeschoten is in haar taak als bewindvoerder. De verstandhouding tussen [X] en [A] is goed en Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer heeft bij de aanvang van haar taak geen schulden aangetroffen. [A] heeft voorts herhaaldelijk verklaard dat zij tevreden is met de manier waarop [X] het bewind uitvoerde. Naar het oordeel van het hof is [X] dan ook ten onrechte ontslagen als bewindvoerder, aangezien niet gebleken is van gewichtige redenen die tot dit ontslag nopen. Er is geen sprake van slecht bewind dan wel van nalatigheid dan wel van een anderszins onwerkbare situatie. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter om [X] uit de functie van bewindvoerder van [A] te ontslaan dan ook vernietigen.
Daarnaast zal het hof [X] met ingang van heden opnieuw tot bewindvoerder benoemen, daarbij de uitdrukkelijke voorkeur van [A] volgend, en Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer – wier taakinvulling overigens niet ter discussie staat – ontslaan.
5.7
Ingevolge artikel 1:437 BW kan een tweede bewindvoerder worden benoemd. [X] heeft verzocht haar nicht, mevrouw [S] , tot tweede bewindvoerder te benoemen. Het hof stelt vast dat zich bij de stukken geen bereidverklaring van mevrouw [S] bevindt om tot (tweede) bewindvoerder van [A] te worden benoemd. Derhalve zal het hof [X] in de gelegenheid stellen die verklaring alsnog in het geding te brengen, uiterlijk op 8 december 2019. Indien [X] de benoeming van een tweede bewindvoerder niet langer aangewezen acht, dient zij het betreffende verzoek in te trekken. Daarnaast stelt het hof [A] in de gelegenheid zich uit te laten over de benoeming van [S] als haar tweede bewindvoerder.
5.8
Ter zitting in hoger beroep heeft [A] nog gesteld dat het haar voorkeur heeft, indien mevrouw [S] als tweede mentor, naast [X] , wordt benoemd.
Het hof stelt vast dat [X] met haar hoger beroep alleen haar ontslag uit de functie van bewindvoerder aan de orde heeft gesteld en niet de benoeming van een opvolgende tweede mentor. Nu [A] in deze zaak belanghebbende is, had zij bij verweerschrift incidenteel hoger beroep kunnen instellen tegen de benoeming van [C] tot tweede mentor. Het hof heeft haar daartoe bij brief van 11 maart 2019 in de gelegenheid gesteld. Van die mogelijkheid heeft [A] geen gebruik gemaakt, ook niet na die termijn. Daarom zal aan de door [A] ter zitting geuite voorkeur voorbij gegaan worden.
5.9
Dit leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep voor zover daarbij [X] uit de functie van bewindvoerder is ontslagen en Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer tot opvolgend bewindvoerder is benoemd en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
ontslaat Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer met ingang van heden uit de functie van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [A] ;
benoemt met ingang van heden tot opvolgend bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [A] :
[X]
[adres]
[woonplaats]
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt [X] uiterlijk op 8 december 2019 een bereidverklaring van mevrouw [S] over te leggen;
stelt [A] in de gelegenheid zich uiterlijk 8 december 2019 uit te laten over de benoeming van [S] als haar tweede bewindvoerder;
houdt de behandeling van de zaak pro forma aan tot 8 december 2019;
houdt iedere verdere beslissing aan;
bepaalt dat de griffier van dit hof een kopie van deze beschikking zal zenden aan de griffier van de rechtbank Amsterdam, Sectie Kanton, ter aantekening in het Centraal Curatele en Bewind Register.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.R. Sturhoofd, mr. J. Kok en mr. M. Fiege, in tegenwoordigheid van mr. F.J.E. van Geijn als griffier en is op 19 november 2019 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.