ECLI:NL:GHAMS:2019:4363
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontslag van bewindvoerder en mentor in het kader van curatele en mentorschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder en haar dochter tot ontslag van de bewindvoerder en mentor, [de bewindvoerder]. De moeder en de dochter waren in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de kantonrechter van 10 januari 2019, waarin hun verzoek tot ontslag was afgewezen. De moeder en dochter stelden dat de bewindvoerder haar taken niet naar behoren uitvoert en dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan. De bewindvoerder heeft echter betwist dat zij haar taken niet goed uitvoert en heeft aangegeven dat er in goed overleg met de begeleider van de dochter wordt gewerkt aan haar ontwikkeling.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat er geen gewichtige redenen zijn om de bewindvoerder te ontslaan. De moeder en dochter hebben onvoldoende bewijs geleverd voor hun claims over de tekortkomingen van de bewindvoerder. Het hof benadrukt dat de keuze voor een onafhankelijke bewindvoerder in het belang van de financiële belangen van de dochter is gemaakt, gezien de verstoorde familieverhoudingen. De beslissing van het hof is om de beschikking van de kantonrechter te bekrachtigen en het verzoek van de moeder en dochter af te wijzen. Het hof hoopt dat deze beslissing niet in de weg staat van een mogelijke verbetering van de familiebanden, wat van belang is voor de ontwikkeling van de dochter.