ECLI:NL:GHAMS:2019:4355
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake poging tot zware mishandeling met geslaagd beroep op noodweer
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Canada in 1976, was beschuldigd van poging tot zware mishandeling van zijn schoonmoeder, de aangeefster, op 26 november 2017 in Hoofddorp. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met een bierflesje. De verdachte heeft aangevoerd dat hij handelde uit noodweer, omdat de aangeefster hem aanviel en hij zich genoodzaakt voelde om zich te verdedigen.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 21 november 2019 heeft het hof de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de raadsvrouw van de verdachte gehoord. De advocaat-generaal betoogde dat het beroep op noodweer verworpen moest worden, omdat er geen sprake zou zijn van een noodzakelijke verdediging. Het hof heeft echter vastgesteld dat de aangeefster, onder invloed van alcohol, de verdachte aanviel door een bierflesje naar hem te gooien en hem bij de keel te grijpen. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte in een situatie van onmiddellijke wederrechtelijke aanranding verkeerde.
Het hof oordeelde dat de verdachte, gezien de omstandigheden, niet anders kon handelen dan met het bierflesje te slaan. Het hof heeft geoordeeld dat het geweld dat de verdachte heeft gebruikt, gezien de context en de aard van de aanval, niet disproportioneel was. Daarom heeft het hof het beroep op noodweer geaccepteerd en de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.