2.1De rechtbank heeft in het vonnis onder 2, 2.1 tot en met 2.18, de vaststaande feiten opgesomd die zij bij de beoordeling van de zaak tot uitgangspunt heeft genomen. De vastgestelde feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.1[X] maakt onderdeel uit van de [X] Groep. De groep exploiteerde autobedrijven, vastgoed en een benzinestation. In [X] waren de autobedrijven ondergebracht.
2.1.2Eind 2015 heeft [X] de exploitatie van de autobedrijven gestaakt. De activiteiten van de [X] Groep zijn nadien beperkt tot de exploitatie van vastgoed en een benzinestation.
2.1.3In 2007 heeft [X] haar activiteiten geherfinancierd bij ING. Op verzoek van [X] ( [controller] , destijds werkzaam als controller bij [X] , hierna: [controller] ) heeft FBM ( [A] en [B] ) geadviseerd over de herfinanciering. ING heeft op 5 november 2007 aan [X] een offerte uitgebracht voor een rekening-courantkrediet van € 5.000.000 met een stamkrediet van € 500.000. Deze offerte is door [X] op 9 november 2007 voor akkoord ondertekend. Naast dit krediet beschikte [X] over kredieten bij haar leveranciers.
2.1.4Op 22 mei 2008 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [adviseur] (hierna: [adviseur] ), destijds als Senior Financial Markets Advisor werkzaam bij ING Financial Markets, en [controller] . Tijdens dat gesprek heeft [adviseur] een presentatie gegeven met als titel: “Rentemanagement [X] Automobielbedrijven”. Op pagina 4 van die presentatie wordt onder het kopje “Uw situatie” het volgende opgemerkt:
lening 1
Hoofdsom 5,000,000
Uiterlijke opname 01-Jun-08
Euriborbasis 1m
Eind eerste periode 01-Jul-08
Volgende aflossing 01-Jul-18
Aflossing 5,000,000
Kredietopslag 0,90%
Op pagina 8 van de presentatie wordt vermeld dat de door ING aangeboden producten maatwerkproducten zijn en dat de in de presentatie genoemde maatwerkproducten slechts ter illustratie dienen. En voorts: “[A]lle producten die wij u te bieden hebben kunnen worden afgestemd op uw wensen en eisen om zo te komen tot een optimaal rentemanagement”.
2.1.5Op 28 mei 2008 heeft [adviseur] aan [controller] naar aanleiding van het “prettige gesprek van 22 mei jl. in zake het afdekken van het renterisico van de [X] Groep B.V.” een Voorstel Rentehedge gestuurd met daarin een update van de swapniveaus die door ING Financial Markets worden aangeboden. Daarin zijn de volgende “uitgangspunten renteswap” geformuleerd:
“* De renteswaps zijn berekend op basis van een aflossingsvrije hoofdsom voor een looptijd van
3-, 5-, 7- en 10-jaars periode;
* De berekende indicaties hebben een ingangsdatum van 1 juni 2008 en op basis van de geld- en kapitaalmarkt van 28 mei 2008;
* De genoemde swapniveaus zijn op basis van 1-maands Euribor.
* In ons gesprek is gesproken over het afdekken van het renterisico dat schuilt in de euribor gerelateerde financieringen die zijn aangegaan bij de importeurs. In de rente afdekking met ING kunnen deze worden meegenomen.”
2.1.6Op 19 juni 2008 heeft [accountmanager V] , accountmanager Financial Markets ING gesproken met [B] (FMB) inzake afdekken renterisico voor [X] . In een e-mailbericht aan medewerkers van ING van dezelfde datum geeft hij dat gesprek als volgt weer:
“Zojuist gebeld door [B] (FBM) inz. afdekken renterisico voor [X] . Hij wil een update van de 3,5, 7 en 10-jaars rente. (…)
Hem toegezegd dat jullie morgen contact (030-60512222) met hem opnemen mbt status ZIP + limieten.”
2.1.7Op 20 juni 2008 heeft [accountmanager S] , accountmanager Bedrijven & Instellingen bij ING, gesproken met een adviseur van [X] . In een e‑mailbericht aan [adviseur] van die datum geeft hij van dat gesprek als volgt weer:
“Zojuist adviseur [X] gesproken
1. aangegeven dat wij maximaal 3.5 willen hedgen en eengegeven dat dit ING beleid is. Hij gaat erover nadenken maar vindt zeer vreemd. Renterisico afdekken over 6 mio is bedrijfsbesluit en deze vaste kern is aanwezig.
2. Stukken tbv rentehedge moeten worden opgesteld en getekend rente is tov vorig voorstel behoorlijk opgelopen en hij geeft aan dat dit door ING deels verwijtbaar is. Dit heb ik gepareerd.
(…)
SVP vandaag met spoed de navolgende stukken opstellen/aanvragen zodat eea kan worden getekend indien met wil hedgen:
1. allowance ad 350/m
2. raamovk
3. passendheidstest
4. hele pakket zip dus ales wat ik nog vergeten ben
Aangegeven dat [adviseur] maandag ook nog even belt. Adviseur belt vandaag nog terug om eea door te geven of en wanneer men wil hedgen. Stukken moeten dan meteen worden getekend. (…) Adviseur belt vandaag nog terug om eea door te geven of en wanneer men wil hedgen.”
2.1.8Op 25 juni 2008 heeft [X] met ING een renteswap afgesloten voor een vaste hoofdsom van € 5.000.000 met een looptijd van tien jaar. Op grond van deze renteswap is [X] aan ING over de hoofdsom een vaste rente van 5,04% per jaar verschuldigd en betaalt ING aan [X] de variabele rente, gelijk aan het 1‑maands Euribortarief.
2.1.9Op dezelfde datum heeft [X] de vragenlijst “MiFID-passendheid” ingevuld en ondertekend en heeft [X] een formulier “Toestemming voor uitvoeren van mijn orders buiten een gereglementeerde markt of Multilateral Trading Facility (MTF) door ING Wholesale Banking” ondertekend. Verder hebben [X] en ING de “Raamovereenkomst inzake niet-beursverhandelde derivaten (Niet-professionelen)” afgesloten waarin de voorwaarden zijn opgenomen die van toepassing zijn op de renteswap. Uit deze documenten volgt dat ING [X] voor wat betreft de op hun verhouding van toepassing zijnde bepalingen uit de MiFID-richtlijn en de Wft heeft aangemerkt als niet-professionele cliënt.
2.1.10Om te kunnen voldoen aan de wettelijke marginverplichting heeft ING aan [X] een allowancefaciliteit (kredietfaciliteit voor het geval de negatieve waarde gerealiseerd wordt) van € 500.000 ter beschikking gesteld. De voorwaarden waaronder [X] gebruik kan maken van deze allowancefaciliteit zijn vastgelegd in het document “Allowancefaciliteit OTC-derivaten transacties”.
2.1.11ING heeft [X] op 11 februari 2009 per brief bericht dat de door [X] en haar groepsmaatschappijen in het kader van het rekening-courantkrediet verstrekte zekerheden vanaf dat moment ook zullen gelden voor de verplichtingen uit hoofde van de renteswap. In deze brief is tevens een aanvullende break-clause opgenomen, waarin wordt bepaald dat naast hetgeen in de Raamovereenkomst is overeengekomen, tevens geldt dat transacties in renteswaps geheel dan wel gedeeltelijk vervroegd worden tegengesloten indien de leningen waarvoor de renteswaps zijn gesloten geheel of gedeeltelijk vervroegd worden afgelost of indien de modaliteiten daarvan anderszins wijzigen.
[X] heeft deze brief voor akkoord getekend.
2.1.12De aan [X] verstrekte allowancefaciliteit is op 20 maart 2009 en 3 maart 2010 opgehoogd naar € 750.000 respectievelijk € 1.250.000.
2.1.13Op 5 december 2011 heeft ING [X] bericht dat als gevolg van de negatieve marktwaarde van de renteswap de allowancefaciliteit van 3 maart 2010 bijna werd overschreden en dat er bij overschrijding een aantal maatregelen kunnen worden genomen om weer te kunnen voldoen aan de marginverplichtingen. Een van de maatregelen die werd genoemd, betrof het verhogen van de allowancefaciliteit. Op 29 maart 2012 hebben ING en [X] de allowancefaciliteit opgehoogd naar € 1.450.000.
2.1.14Naar aanleiding van een verzoek van [X] om de renteswap nader te onderzoeken en hierover met ING in contact te treden, hebben [C] en [D] van [C] Finance Consultancy B.V. respectievelijk [E] Consultancy B.V. bij brief van 7 mei 2014 aan ING bericht dat er bij het afsluiten van de renteswap direct sprake is geweest van een
overhedge, omdat de beperkingen die zijn aangebracht met betrekking tot het verstrekte rekening-courantkrediet volledige opname daarvan onmogelijk maken en het kredietgebruik ook in de maanden voorafgaand aan het sluiten van de renteswap ver onder de 5 miljoen lag:
“(…) algemeen bekend is dat het gemiddeld kredietgebruik van een rc faciliteit ca 70% bedraagt. Daarnaast is het zo dat een positieve cashflow ontwikkeling (exces cashflow) zorgt voor een structurele daling van het gemiddeld kredietgebruik van een onderneming. Bij [X] is hier tevens sprake van, zo blijkt uit ons onderzoek.
Wij concluderen dat het sluiten van een renteswap a) voor het gehele bedrag van de rc faciliteit en b) voor een looptijd van 10 jaar niet passend is geweest voor [X] .
In de periode 2008-2009 hebben de heren [Y] en [Z] enkele keren aangegeven aan ING dat de betaalde rente zich ten opzichte van het kredietgebruik onevenredig hoog ontwikkelde. Zij verzochten ING om aanpassing, maar kregen bij ING geen gehoor. Naar wij vernamen van beiden behoorde aanpassing niet tot de mogelijkheden.
In januari 2010 heeft ING FM nog een presentatie gegeven bij [X] , waarbij het woord overhedge niet is gevallen. ING geeft in haar presentatie aan “dat alle producten kunnen worden afgestemd op wensen en eisen om zo te komen tot een optimaal rentemanagement”.
Wij hebben ons verdiept in de onderliggende stukken, welke teruggaan tot 2008. Helaas zijn wij tot de conclusie gekomen dat het advies bij de verkoop van dit product door ING voor [X] niet passend is geweest, en dat daarmee ING toerekenbaar tekort is geschoten. In dit kader verwijzen wij naar uw zorgplicht.”
2.1.15ING heeft [X] op 12 juni 2014 met de adviseurs van [C] Finance en [E] Consultancy gesproken. Naar aanleiding van dit gesprek heeft ING [X] op 9 juli 2014 bericht dat de klachten worden afgewezen. Hiertoe wijst ING erop dat [X] is geïnformeerd over de werking van de renteswap en bij het afsluiten van de renteswap de productkaart
Interest Rate Swapheeft ontvangen. Voorts wijst ING erop dat een van de uitgangspunten van [X] was het afdekken van het renterisico dat schuilde in de Euribor gerelateerde financieringen die waren aangegaan bij haar importeurs. ING heeft [X] erop gewezen dat zij zelfstandig heeft besloten de transactie aan te gaan, daartoe bijgestaan door [controller] en haar eigen adviseur [B] van FBM, en stelt zich op het standpunt dienstverlening te hebben verricht op basis van
execution onlyen dus niet te hebben geadviseerd. Op de Vragenlijst MiFID-passendheid heeft [X] aangegeven over kennis en ervaring met betrekking tot rentederivaten te beschikken. ING concludeerde als volgt:
“ING is van mening dat zij u voldoende heeft geïnformeerd, alvorens u zelfstandig hebt besloten om de Transactie af te sluiten. ING betwist elke aansprakelijkheid. U en uw adviseurs hebben zelfstandig gekozen voor de constructie waarbij naast het afdekken van de fluctuaties van het Euribor op uw Rekeningcourantkrediet tevens is gekozen om het renterisico af te dekken op gerelateerde financieringen die waren aangegaan bij importeurs. Voorts kon (en kan) u te allen tijde besluiten om de Transactie (gedeeltelijk) tegen te sluiten. Van u en uw adviseurs mag worden verwacht dat er voldoende kennis aanwezig is over de gekozen financieringsconstructie. ING houdt u aan uw verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst. Voorts is ING van mening dat – indien er al sprake zou zijn van enige tekortkoming aan de zijde van de bank – het op uw weg had gelegen hierover eerder te klagen.”
2.1.16Op 11 maart 2015 heeft ING [X] een offerte uitgebracht voor een wijziging van de kredietfaciliteit inhoudende limietverlagingen op het rekening-courantkrediet. Deze offerte is voor akkoord getekend door [X] . Onder deze gewijzigde kredietfaciliteit werd het rekening-courantkrediet geleidelijk verlaagd naar € 2.500.000, terwijl het stamkrediet werd verhoogd naar € 2.600.000 en vervolgens geleidelijk weer verlaagd naar € 750.000. De offerte bevat ook een nieuwe
break clause, die is doorgehaald omdat partijen daarover geen overeenstemming konden bereiken.
2.1.17De advocaat van [X] heeft op 26 maart 2015 aan ING geschreven dat een renteswap niet geschikt is voor het afdekken van renterisico’s op een rekening-courantkrediet vanwege het risico op een
overhedge, dat ING onvoldoende voorlichting heeft geboden en dat [X] haar stellingen uit de eerdere brief dus onverkort handhaaft.
2.1.18Op 7 april 2015 hebben ING en [X] overleg gevoerd, maar zij zijn niet tot overeenstemming gekomen over een oplossing.
2.1.19In verband met de (noodgedwongen) beëindiging van de exploitatie van de autobedrijven door [X] heeft ING de kredietfaciliteit beëindigd, de renteswap tussentijds tegengesloten en de beëindigingskosten van € 700.000 bij [X] in rekening gebracht.