ECLI:NL:GHAMS:2019:4284

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2019
Publicatiedatum
3 december 2019
Zaaknummer
23-000707-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van jeugddetentie met bijzondere voorwaarden en afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 februari 2019. De verdachte, geboren in 1999, was eerder veroordeeld tot een jeugddetentie van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de bijzondere voorwaarden die aan de jeugddetentie waren verbonden en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. De advocaat-generaal had gevorderd de proeftijd te verlengen naar drie jaren, maar dit verzoek werd afgewezen op basis van de wetgeving omtrent adolescentenstrafrecht.

Het hof heeft de bijzondere voorwaarden aangepast en de verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, zich laten behandelen door het Forensisch Jeugdteam, en verblijven bij een instelling voor beschermd wonen. De vordering tot tenuitvoerlegging werd afgewezen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft de beslissing genomen na het horen van de raadsvrouw en de advocaat-generaal, en na het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, waarbij ook rapportages van de jeugdreclassering zijn betrokken. De verdachte heeft in het verleden op verschillende plekken verbleven, maar heeft momenteel geen stabiele woonplek, wat de noodzaak voor passende hulp en begeleiding onderstreept.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000707-19
datum uitspraak: 28 november 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 februari 2019 in de strafzaak onder de parketnummers 13-684487-18 en 13-141610-16 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
(GBA) adres [adres 1]
(verblijf) adres: [adres 2].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 juli 2019 en 14 november 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep, zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de aan de jeugddetentie (voor zover voorwaardelijk opgelegd) verbonden bijzondere voorwaarden en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging en onder toevoeging van een overweging omtrent de duur van de op te leggen proeftijd. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.
Oplegging van bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijke straf en duur van de proeftijd
De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte met toepassing van het adolescentenstrafrecht voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met algemene en bijzondere voorwaarden, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest, en de vordering tot tenuitvoerlegging gelast.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte met toepassing van het adolescentenstrafrecht voor het ten laste gelegde zal veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met algemene en bijzondere voorwaarden, met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van voorarrest, en de vordering tot tenuitvoerlegging zal afwijzen.
De raadsvrouw heeft het hof ter terechtzitting eveneens verzocht het adolescentenstrafrecht toe te passen. Verder heeft de raadsvrouw benadrukt dat het van groot belang is dat de verdachte snel passende hulp krijgt en verzocht om afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof sluit zich daarbij aan bij de overwegingen en de beslissing van de rechtbank, met uitzondering van de bijzondere voorwaarden.
Voor wat betreft de in hoger beroep door de advocaat-generaal mondeling (en anders dan de schriftelijke vordering op dit punt) verzochte duur van de op te leggen proeftijd van drie jaren in plaats van twee jaren, wordt dit verzoek afgewezen, nu het adolescenten strafrecht wordt toegepast en gelet op artikel 77y van het Wetboek van Strafrecht, de wet geen langere proeftijd dan twee jaren toestaat.
In hoger beroep is over de verdachte nader gerapporteerd door dhr. [naam] van Leger des Heils, Jeugdbescherming & reclassering (hierna: Jeugdreclassering) en heeft deze deskundige ter terechtzitting in hoger beroep de rapportage toegelicht. Het blijkt - kort gezegd - dat de verdachte in korte tijd op verschillende (crisis)verblijfplaatsen heeft verbleven en daar in verband met agressie escalatie steeds niet kon blijven. De verdachte verblijft op dit moment weer bij zijn moeder, omdat er geen andere verblijfplaats beschikbaar is voor hem. De moeder heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangegeven dat zij bang is dat het binnen niet al te lange tijd ook bij haar (weer) zal escaleren.
Er is door de jeugdreclassering gezocht naar passende verblijfplekken en daar zijn twee mogelijke plekken naar voren gekomen, te weten Multipluszorg en ’s Heerenloo.
Met Multipluszorg zijn verkennende gesprekken gevoerd, waaruit naar voren komt dat zij passende zorg kunnen bieden aansluitend aan de problematiek van de verdachte.
Ook is een plaatsing bij ’s Heerenloo passend bij zijn problematiek, maar deze plaatsing is nog in een verkennende fase. ’s Heerenloo kent naast een vaste plaatsing ook een mogelijkheid tot een crisisplaatsing.
Gelet op deze informatie zal het hof de bijzondere voorwaarden zoals door de rechtbank opgelegd onder punt 3. wijzigen. De bijzondere voorwaarden komen daardoor aldus te luiden:
dat de veroordeelde:
1. zich houdt aan de aanwijzingen die de jeugdreclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet hij zich, binnen twee weken na het onherroepelijk worden van dit arrest, melden bij het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering op het adres [adres 3]. Hierna moet hij zich gedurende bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering dat nodig acht;
2. zich laat behandelen door het Forensisch Jeugdteam van Inforsa, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de jeugdreclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
3. verblijft bij MultiPluszorg, 's Heerenloo, OC Middelveld of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de jeugdreclassering (daaronder begrepen een eventuele crisisplaats bij één van genoemde instellingen) te bepalen door de jeugdreclassering. Het verblijf start zodra hij er geplaatst kan worden. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de jeugdreclassering voor hem heeft opgesteld en
4. zich houdt aan afspraken omtrent zijn dagbesteding.
Geeft opdracht aan het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.

Vordering tot tenuitvoerlegging

Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw ziet het hof in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de bijzondere voorwaarde verbonden aan de jeugddetentie (voor zover voorwaardelijk opgelegd) en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde:
1. zich houdt aan de aanwijzingen die de jeugdreclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet hij zich, binnen twee weken na het onherroepelijk worden van dit arrest, melden bij het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering op het adres [adres 3]. Hierna moet hij zich gedurende bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering dat nodig acht
2. zich laat behandelen door het Forensisch Jeugdteam van Inforsa, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de jeugdreclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
3. verblijft bij MultiPluszorg, 's Heerenloo, OC Middelveld of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de jeugdreclassering (daaronder begrepen een eventuele crisisplaats bij één van genoemde instellingen) te bepalen door de jeugdreclassering. Het verblijf start zodra hij er geplaatst kan worden. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de jeugdreclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de jeugdreclassering voor hem heeft opgesteld en
4. zich houdt aan afspraken omtrent zijn dagbesteding.
Geeft opdracht aan het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Wijst af de vordering ten uitvoerlegging betreffende parketnummer 13/141610-16.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.H.C. van Ginhoven, mr. M.J.A. Plaisier en mr. M.R. Cox, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 november 2019.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]