Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wetsartikelen
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Polen in 1986 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 13 november 2018, waarin hij was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor winkeldiefstal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de opgelegde gevangenisstraf vernietigd en vervangen door een gevangenisstraf van één maand.
Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals de recidive van de verdachte. De verdachte had zich samen met een ander schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, wat niet alleen schade toebrengt aan de winkelbedrijven, maar ook leidt tot hogere prijzen voor consumenten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder onherroepelijk tot vrijheidsstraffen was veroordeeld en heeft dit strafverzwarend meegewogen.
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft besloten dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.