ECLI:NL:GHAMS:2019:4095
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot schorsing tenuitvoerlegging in hoger beroep inzake koopovereenkomst en hypotheekrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 november 2019 uitspraak gedaan in een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B. Breederveld, is in hoger beroep gekomen van een vonnis waarin de rechtbank de koopovereenkomst tussen de moeder van de appellant en de appellant zelf heeft vernietigd op grond van misbruik van omstandigheden. De rechtbank had de appellant ook veroordeeld tot medewerking aan de overdracht van de woning aan de moeder en tot betaling van een bedrag van € 15.509,70, inclusief proceskosten.
De appellant heeft in het incident gevorderd dat de tenuitvoerlegging van het vonnis wordt geschorst, omdat hij in een noodsituatie verkeert. Hij stelt dat de tenuitvoerlegging onomkeerbare gevolgen heeft en dat hij niet kan voldoen aan de veroordeling, aangezien de woning belast is met een hypotheekrecht ten gunste van een derde partij, [A]. De appellant betoogt dat de rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn belangen en de gevolgen van de tenuitvoerlegging.
De geïntimeerde, De Die Financieel Beheer en Bewindvoering B.V., heeft verweer gevoerd en gesteld dat de appellant inmiddels aan de veroordeling heeft voldaan. Het hof heeft de vordering van de appellant afgewezen, omdat niet is gebleken van misbruik van executiebevoegdheid. Het hof oordeelt dat de appellant onvoldoende heeft onderbouwd dat de tenuitvoerlegging van het vonnis een noodtoestand zou veroorzaken. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van grieven door de appellant.