In deze zaak gaat het om een geschil tussen een appellant en de Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland over de toepassing van pensioenreglementen en de daaruit voortvloeiende pensioenaanspraken. De appellant, geboren in 1946, heeft in 1972 dienst genomen bij Sperry Rand Holland N.V. en heeft sindsdien verschillende pensioenregelingen doorlopen. In 1987 heeft hij een verklaring ondertekend waarin hij akkoord ging met de overdracht van zijn pensioenverzekering aan het Sperry Pensioenfonds, dat later omgedoopt werd tot Pensioenfonds Unisys. De appellant heeft in hoger beroep een vonnis van de kantonrechter aangevochten, waarin zijn vorderingen werden afgewezen. Hij vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de Sperry-pensioenregeling voor hem in stand is gebleven en dat de uitbetaling van de verzekerde polis via Nationale-Nederlanden hersteld moet worden. De kantonrechter oordeelde dat de appellant onvoldoende had aangetoond dat hij niet gebonden was aan de wijzigingen van de pensioenreglementen die in 2004 en 2007 zijn doorgevoerd. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof oordeelde dat de appellant niet heeft aangetoond dat hij niet akkoord ging met de wijzigingen en dat de pensioenreglementen rechtsgeldig zijn gewijzigd. De appellant werd veroordeeld in de proceskosten van het geding in principaal hoger beroep.