Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
productie Bnog een schriftelijke verklaring van [A] in het geding, welke (nu wel) is ondertekend en waar zijn contactgegevens in zijn verwerkt”.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had geoordeeld dat de keuken, die door [X] Projekten was gekocht op een veiling, onbevoegd door [appellant] was verkocht aan een derde partij, [A]. De rechtbank heeft [appellant] en CMT-Beheer hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 85.605,25 aan [X] Projekten, als schadevergoeding voor de waarde van de keuken. In hoger beroep heeft [appellant] de grieven ingediend, onder andere tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank en de toewijzing van de schadevergoeding. Het hof heeft de feiten opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat [appellant] de keuken zonder toestemming van [X] Projekten heeft verkocht. Het hof heeft vastgesteld dat de keuken aan [A] is verkocht voor € 30.000,00, en dat dit bedrag als schadevergoeding moet worden toegewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het de schadevergoeding betreft, en [appellant] veroordeeld tot betaling van € 30.000,00 aan [X] Projekten, te vermeerderen met wettelijke rente. De kosten van het geding in hoger beroep zijn voor rekening van [appellant].