Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Verder verloop van het geding
2.Verdere beoordeling
One way wind,een muziekstuk van [appellant] uit 1971, tussen hen zijn verdeeld. Het eerste van de bestreden vonnissen dateert van 10 jaar geleden. Bij het tussenarrest is beslist op één van de kerngeschilpunten, de uitleg van de overeenkomst tussen hen. Het hof heeft geoordeeld dat de uitleg van [appellant] dat, in geval van subuitgave in het buitenland, de betalingen aan de buitenlandse betrokkenen (de vertaler/hertaler, de arrangeur en de buitenlandse subuitgever) in zoverre ten laste van het uitgeversdeel komen, dat aan hem in elk geval 50% toekomt, juist is. [appellant] is in zoverre in het gelijk gesteld. Verder is vastgesteld dat partijen het er (in elk geval inmiddels) over eens zijn dat uitgegaan kan worden van ontbinding van hun overeenkomst per 1 juni 2005.
in some instances” aangetroffen dubbeltellingen. Dat EMI als muziekuitgever en professionele partij, voor wie het vaststellen van dit soort bedragen tot de
core businessbehoorde, van die aanname uitgaat komt voorshands onvoldoende gefundeerd voor. Aannemende dat zij die vaststelling destijds met enige zorgvuldigheid heeft gedaan is veel aannemelijker dat het is gebleven bij een gering aantal dubbeltellingen.
One way Windvastgesteld dat, ten opzichte van het overzicht van 13 juli 2005, € 17.686 is uitgekeerd, terwijl [appellant] slechts gerechtigd was tot € 1.993,84. Dat verschil heeft zij vervolgens verrekend en een dergelijke exercitie heeft zij ook toegepast voor andere jaren. Daarmee blijft onverklaard hoe die vermeende fouten en grote discrepanties tussen het rapport en die tabel zijn ontstaan. Als EMI, ten behoeve van minnelijk overleg met [appellant] , een berekening liet maken, al was het een grove, ligt toch niet voor de hand dat onopgemerkt zou zijn gebleven dat EMI voor de andere werken dan
One way Windeen bedrag heeft uitgekeerd dat een factor 9 te hoog lag. Dat verschil kan immers niet gelegen zijn in EMI’s andere uitleg van de overeenkomst, die juist tot lagere verschil-bedragen zou leiden. Daarbij komt dat [appellant] het KPMG-rapport ook op andere punten dan hiervoor reeds besproken op detailniveau en goed onderbouwd heeft bekritiseerd, zonder dat op zijn stellingen adequaat weerwoord is gevoerd.