ECLI:NL:GHAMS:2019:4038

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 november 2019
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
23-001603-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na vernietiging vonnis mishandeling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van de aangeefster, maar heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep op 25 oktober 2019 heeft de verdachte verklaard dat hij de aangeefster niet heeft mishandeld. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs zou zijn voor de tenlastelegging.

Het hof heeft geconcludeerd dat de verklaring van de verdachte niet alleen geloofwaardig was, maar ook dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte de aangeefster daadwerkelijk heeft mishandeld. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Tevens is de benadeelde partij, die een vordering tot schadevergoeding had ingediend, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat het hof het feit niet bewezen achtte. De kosten zijn voor beide partijen, wat betekent dat zij ieder hun eigen kosten moeten dragen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001603-19
datum uitspraak: 8 november 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-057796-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 oktober 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 februari 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer]
- eenmaal of meerdere malen te duwen en/of
- met de (beide) vuist(en) in/tegen de buik en/of ribben te slaan en/of te stompen en/of
- voornoemde [slachtoffer] bij de kraag van de jas vast te pakken en haar (langdurig) rond te slingeren en/of
- voornoemde [slachtoffer] bij de arm te pakken en/of haar op de grond te gooien;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing omtrent de bewijsvraag komt dan de politierechter.
Vordering van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Gelet op de verklaring die de verdachte heeft afgelegd op de terechtzitting in hoger beroep heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat de verdachte de aangeefster heeft mishandeld. Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof dan ook van oordeel dat niet bewezen is hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 491,60. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Het hof acht het feit dat aan verdachte is ten laste gelegd, niet bewezen. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. M.L.M. van der Voet en mr. A.C. Huisman, in tegenwoordigheid van R. Vosman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 november 2019.
mr. A.C. Huisman is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]