ECLI:NL:GHAMS:2019:4035

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 november 2019
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
23-004620-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis wegens belediging van een ambtenaar in functie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het beledigen van een ambtenaar in functie, te weten een buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De belediging vond plaats op 3 augustus 2017, waarbij de verdachte de ambtenaar de woorden 'je bent zwart, je bent een boeler' toebracht. De raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak, maar het hof oordeelde dat de verklaringen van de verbalisanten niet wezenlijk van elkaar verschilden en dat er voldoende bewijs was voor de belediging.

Het hof vernietigde het eerdere vonnis omdat dit slechts een aantekening was en oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde belediging. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van 250 euro, subsidiair 5 dagen hechtenis. Het hof hield rekening met de ernst van de belediging en de impact daarvan op het gezag van de politie. De op te leggen straf was in lijn met de oriëntatiepunten voor straftoemeting en de wettelijke voorschriften die van toepassing waren ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof verklaarde de verdachte strafbaar en legde de geldboete op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij gebreke van betaling.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004620-17
datum uitspraak: 8 november 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 december 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-147167-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1976,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 oktober 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 augustus 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland opzettelijk een ambtenaar,te weten [slachtoffer] (buitengewoon opsporingsambtenaar bij de gemeente Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: 'je bent zwart, je bent een boeler' althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, wegens gebrek aan overtuigend bewijs. De verdachte betwist dat hij de betreffende ambtenaar heeft beledigd en de verklaringen van de aangever en zijn collega verschillen van elkaar.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt als volgt
Uit de verklaring van de opsporingsambtenaar [slachtoffer] volgt dat de verdachte met zijn vinger naar [slachtoffer] wees en hij hem recht in de ogen aankeek, terwijl hij tegelijkertijd de woorden toevoegde: ‘Je bent een boeler’. [slachtoffer] weet dat de term ‘boeler’ een scheldwoord voor homo is. Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat de verklaring die [getuige], de collega van [slachtoffer], bij de raadsheer-commissaris heeft afgelegd niet wezenlijk verschilt van de verklaring van [slachtoffer], nu [getuige] heeft verklaard dat de verdachte denigrerend en agressief gedrag vertoonde en zijn collega voor heel wat dingen uitmaakte. Dat [getuige] na 16 maanden niet meer precies weet wat de verdachte toen heeft gezegd doet daaraan niet af.
Een en ander in samenhang bezien is naar het oordeel van het hof het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, dit op de wijze zoals hierna in de bewezenverklaring omschreven

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 3 augustus 2017 te Amsterdam opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer] (buitengewoon opsporingsambtenaar bij de gemeente Amsterdam), gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd door hem de woorden toe te voegen: 'je bent een boeler'.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van 250,00 euro, subsidiair 5 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van 500,00 euro, waarvan 250,00 euro voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de belediging van een opsporingsambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. Het uitschelden van politieambtenaren is voor hen niet alleen kwetsend en denigrerend, ook maakt het in het algemeen inbreuk op het gezag van de politie.
Het hof heeft acht geslagen op de straffen die bij een belediging plegen te worden opgelegd, welke straffen hun weerslag hebben gevonden in de Oriëntatiepunten voor straftoemeting en Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). De oriëntatiepunten rechtvaardigen in beginsel een geldboete van 150,00 euro, met een verhoging tot 100 procent als de belediging een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening wordt toegedaan. Op grond van het voorgaande acht het hof, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking onder CJIB nummer 0000001314716717.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. M.L.M. van der Voet en mr. A.C. Huisman, in tegenwoordigheid van R. Vosman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 november 2019.
mr. A.C. Huisman is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
========================================================================
[…]