In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor de betrokkene, die in hoger beroep is gekomen tegen eerdere beschikkingen van de kantonrechter. De betrokkene, geboren in 1941, is onder bewind gesteld en heeft een mentorschap, beide op verzoek van haar dochter, die als belanghebbende is aangemerkt. De betrokkene heeft in hoger beroep verzocht om de onderbewindstelling op te heffen of een andere bewindvoerder en mentor te benoemen. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juli 2019 is vastgesteld dat er gronden zijn voor de onderbewindstelling en het mentorschap, maar dat de benoeming van de dochter tot bewindvoerder en mentor vernietigd dient te worden vanwege een conflictueuze samenwerking. Het hof heeft besloten een onafhankelijke derde, Goedhart Amsterdam B.V., voor te stellen als nieuwe bewindvoerder en mentor. De betrokkene en de dochter worden verzocht om binnen twee weken schriftelijk te reageren op dit voornemen. De beschikking is op 5 november 2019 uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof.