ECLI:NL:GHAMS:2019:3943
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van gezinshereniging en contactherstel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, geboren uit een inmiddels verbroken relatie tussen de ouders. De vader, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt de verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen, terwijl de gecertificeerde instelling (GI) en de moeder de verlenging ondersteunen. De kinderen verblijven sinds oktober 2017 bij de vader, na een periode van verwaarlozing en mishandeling door de moeder. De ondertoezichtstelling is eerder ingesteld en verlengd, en de vader heeft in het verleden gezamenlijk gezag gekregen over de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat de vader, hoewel hij op het moment van indienen van het hoger beroep geen gezag had, toch als belanghebbende kan worden aangemerkt. Het hof heeft de argumenten van de vader, GI en moeder overwogen en geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. De kinderen hebben een belaste voorgeschiedenis en er zijn zorgen over hun emotionele ontwikkeling. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat en de noodzaak van hulpverlening in het gedwongen kader is benadrukt.