ECLI:NL:GHAMS:2019:3942

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 november 2019
Publicatiedatum
4 november 2019
Zaaknummer
23-000866-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in strafvervolging na overlijden verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een strafvervolging tegen een verdachte die op 7 oktober 2019 is overleden. Het hof heeft vastgesteld dat, op basis van een akte van overlijden, het recht tot strafvordering is vervallen. Dit is in overeenstemming met artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat de strafvervolging niet kan doorgaan indien de verdachte is overleden.

De advocaat-generaal heeft in deze zaak een vordering ingediend, maar het hof heeft geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de strafvervolging. Dit betekent dat de strafzaak niet verder kan worden behandeld, omdat de verdachte niet meer in staat is om zich te verdedigen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, mr. S. Pesch, was aanwezig, maar kon het arrest niet mede ondertekenen. De uitspraak is openbaar gedaan tijdens de terechtzitting van 21 oktober 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000866-19
datum uitspraak: 21 oktober 2019
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 maart 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-701121-19 tegen
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 oktober 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid openbaar ministerie

Blijkens een op 8 oktober 2019 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam opgemaakte akte van overlijden, nr. 2N0188, is de verdachte op 7 oktober 2019 overleden.
Daarom is ingevolge het bepaalde bij artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervallen en dient het openbaar ministerie, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal, niet-ontvankelijk te worden verklaard in de strafvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. H.A. van Eijk, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 oktober 2019.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.