ECLI:NL:GHAMS:2019:3893
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontruiming huurwoning wegens tekortkoming huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is aangespannen door woningstichting Eigen Haard tegen [geïntimeerde sub 1] en de personen die verblijven in de onroerende zaak. De vordering betreft de ontruiming van een sociale huurwoning, omdat de huurder, [geïntimeerde sub 1], gedurende zeven maanden een gezin van drie personen in de woning heeft laten verblijven zonder toestemming van de verhuurster. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat de huurder tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, aangezien hij geen toestemming heeft gevraagd voor de inwoning, wat in strijd is met de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst. Het hof stelt vast dat deze tekortkoming van voldoende gewicht is om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter in eerste aanleg had de vordering tot ontruiming afgewezen, maar het hof vernietigt deze beslissing en wijst de vordering tot ontruiming alsnog toe. Het hof benadrukt het belang van controle door de verhuurster over wie in de woning verblijft, om overbewoning en overlast te voorkomen. De kosten van het geding worden toegewezen aan de geïntimeerden, die in het ongelijk zijn gesteld.