In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1986, werd beschuldigd van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs op 5 augustus 2017 te Obdam. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en desondanks een motorrijtuig bestuurde. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, waarvan één week voorwaardelijk. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 21 dagen gevorderd, waarvan 12 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die de verdachte al in detentie had doorgebracht.
Het hof heeft de strafoplegging heroverwogen en rekening gehouden met de positieve ontwikkeling in het leven van de verdachte, die zijn verslaving aan GHB heeft overwonnen en bezig is zijn leven weer op te bouwen. Het hof heeft besloten om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, om de verdachte te weerhouden van toekomstige strafbare feiten. De tijd die de verdachte al in detentie heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 dagen, waarvan 12 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.