In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Indonesië in 1954, was beschuldigd van het voorhanden hebben van een revolver van het merk Amadeo Rossi S.A., kaliber .38 special, in de periode van 1 juli 2017 tot en met 25 augustus 2018. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. In hoger beroep heeft de verdachte aangevoerd dat hij geen beschikkingsmacht over de revolver had en dat hij in de veronderstelling verkeerde dat zijn vriendin het wapen had weggedaan. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte wel degelijk beschikkingsmacht had over de revolver, aangezien hij het wapen had gezien en het aan vrienden had getoond. De voormalige vriendin van de verdachte had het wapen in zijn huis bewaard, en hoewel de verdachte haar had gevraagd het wapen weg te doen, heeft zij dat niet gedaan. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, en een taakstraf van 90 uren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de leeftijd van de verdachte en het feit dat hij geen eigenaar van de revolver was.