ECLI:NL:GHAMS:2019:3880

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2019
Publicatiedatum
30 oktober 2019
Zaaknummer
23-003605-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na mishandeling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van mishandeling van zijn buurman en buurvrouw op 27 januari 2018 te Heerhugowaard. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, die lijdt aan een paranoïde psychose van schizofrene origine, niet strafbaar is voor de mishandeling van zijn buurman, omdat zijn geestelijke toestand hem niet in staat stelde om de gevolgen van zijn daden te overzien. De verdachte heeft de mishandeling ontkend, maar het hof oordeelt dat de verklaring van de buurman, die letsel had opgelopen, voldoende bewijs biedt voor de mishandeling. Echter, voor de mishandeling van de buurvrouw kon niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte verantwoordelijk was. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat het bewezen verklaarde niet aan hem kan worden toegerekend vanwege zijn ziekelijke stoornis.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003605-18
datum uitspraak: 30 oktober 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 oktober 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-019148-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
16 oktober 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 27 januari 2018 te Heerhugowaard [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft mishandeld door - die [slachtoffer 1] bij de keel/nek te grijpen/pakken en/of - die [slachtoffer 1] een duw te geven en/of - (met kracht) tegen/in het gezicht en/of elders op/tegen lichaam van die [slachtoffer 1] te slaan/stompen en/of - een- of meerdere ma(a)l(en) (met kracht) in/tegen de rug en/of elders op/tegen het lichaam die [slachtoffer 2] te trappen/schoppen;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak mishandeling [slachtoffer 2]

Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die het op de rug van zijn buurvrouw [slachtoffer 2] geconstateerde letsel heeft veroorzaakt. Haar echtgenoot [slachtoffer 1] en de verdachte waren verwikkeld in een handgemeen. Als vaststaand kan worden aangenomen dat één van die twee [slachtoffer 2] daarbij heeft geraakt, maar doordat [slachtoffer 2] met haar rug naar het tweetal stond gedraaid, heeft zij niet gezien wie dat is geweest. De verklaringen van de verdachte en [slachtoffer 1] bieden hierover evenmin duidelijkheid. Bij die stand van zaken kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte zich aan de mishandeling van [slachtoffer 2] heeft schuldig gemaakt, zodat de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.

Bewijsoverweging mishandeling [slachtoffer 1]

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de mishandeling van [slachtoffer 1]. Daartoe is kort gezegd aangevoerd dat er reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 2] en dat daardoor de verklaring van [slachtoffer 1] op zichzelf komt te staan, terwijl de verdachte, die het tenlastegelegde heeft ontkend, consistent heeft verklaard.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt daartoe als volgt. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de verdachte hem tijdens het handgemeen een klap tegen het gezicht gaf die hem pijn bezorgde. Deze verklaring vindt bevestiging in het gegeven dat [slachtoffer 1] na dit gevecht, blijkens een daarvan vervaardigde foto, een laesie aan de binnenzijde van zijn mond had. De verklaring van [slachtoffer 1] vindt verder steun in die van [slachtoffer 2], voor zover inhoudende dat de verdachte [slachtoffer 1] heeft aangevallen en dat die laatste zich daartegen verdedigde en zij in gevecht raakten. Het hof ziet in zoverre geen reden om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 2] te twijfelen. Anders dan de raadsman heeft geïmpliceerd geeft de enkele omstandigheid dat [slachtoffer 2] de echtgenote van [slachtoffer 1] is onvoldoende voer aan de gedachte dat zij onwaarheid zal hebben gesproken. Dat zij wisselend heeft verklaard over de vraag of zij of haar man voorafgaand aan het incident de deur voor de verdachte heeft geopend, acht het hof niet van doorslaggevende betekenis. Aan de stelling van de raadsman dat bloeduitstortingen pas na enige tijd plegen te ontstaan en dat het ‘raar’ is dat bij [slachtoffer 2]
palna het incident een bloeduitstorting kon worden vastgesteld gaat het hof voorbij, omdat die aan stelling verder geen handen en voeten zijn gegeven en deze in zoverre feitelijke grondslag ontbeert nu dit letsel
een dag nahet incident door de politie is vastgelegd (p. 13).

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 27 januari 2018 te Heerhugowaard [slachtoffer 1] heeft mishandeld door in het gezicht van die [slachtoffer 1] te slaan.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is ten aanzien van het bewezen verklaarde niet strafbaar. Daartoe is het volgende redengevend.
Omtrent de verdachte hebben de psychiaters [naam 1] en [naam 2] op 10 mei 2018 een rapport uitgebracht, waarin zijn tot de volgende bevindingen en conclusies zijn gekomen. De verdachte lijdt aan een paranoïde psychose van schizofrene origine. Dat deed hij ook ten tijde van het tenlastegelegde. Deze ziekelijke stoornis van de geestvermogens heeft doorgewerkt in het ten laste gelegde feit: de mishandeling vond plaats vanuit een decompensatie in het beloop van een al lange bestaande schizofrene psychose, waarin hij waande op verschillende wijzen door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te worden benadeeld en mishandeld, tegen welke gewaande gedragingen hij zich te weer heeft willen stellen en verhaal is gaan halen. Zijn handelen is volledig gestuurd geweest door zijn waan/psychose, waardoor zijn gedragskeuzevrijheid volledig ingeperkt was. Geadviseerd wordt de verdachte voor het ten laste gelegde als ontoerekeningsvatbaar te beschouwen.
Nu de conclusies van de gedragskundigen worden gedragen door hun bevindingen neemt het hof die over. Dit betekent dat het hof van oordeel is dat het bewezen verklaarde de verdachte wegens een ziekelijke stoornis van de geestvermogens niet kan worden toegerekend.
Op grond van het voorgaande zal de verdachte worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. H.A. van Eijk en mr. J.M.R. Vastenburg, in tegenwoordigheid van
mr. R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
30 oktober 2019.
=========================================================================
[…]