Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.De omvang van het geschil
5.De ontvankelijkheid van het principaal hoger beroep
- de tussen partijen tijdens huwelijk op 13 april 2012 ten overstaan van notaris mr. G.W.M. Boot te Alkmaar opgestelde huwelijkse voorwaarden te vernietigen, althans te verklaren voor recht dat deze vernietigd zijn ten gevolge van het beroep op wilsgebreken en dat partijen aldus zijn gehuwd met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen overeenkomstig de akte huwelijkse voorwaarden verleden ten overstaan van notaris mr. L.D. Malherbe op 24 juli 2009;
- althans subsidiair, te bepalen dat de vrouw op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid zich er niet op kan beroepen dat zij onvoorwaardelijk volledig dan wel gedeeltelijk deelgenoot is in de algehele gemeenschap van goederen, en in goede justitie een nader te bepalen wijze van verdeling te gelasten.
aanhouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen hun verzoeken aan te passen en met stukken te onderbouwen. De rechtbank vraagt partijen zich expliciet uit te laten over de peildatum van de omvang en de waarde van de gemeenschap, de te verdelen vermogensbestanddelen en de waarde daarvan en de wijze waarop er verdeeld moet worden.’
op dit punt(onderstreping hof) zal aanhouden. In de overwegingen van de rechtbank zijn geen, althans onvoldoende aanknopingspunten te vinden dat zij ook bedoeld heeft de beslissing over de zelfstandige verzoeken van de man aan te houden. In dit licht bezien zou een uitleg waarbij de woorden
‘tot zoverre’onder 3.4 van het dictum slechts zien op de afwijzing van het meer of anders verzochte op het punt van de partneralimentatie te beperkt zijn.