In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Noord-Holland aangevochten, waarin de man was veroordeeld tot het betalen van € 261,- per maand aan kinderalimentatie. De vrouw verzocht om een hogere bijdrage, terwijl de man verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van de vrouw in haar hoger beroep of bevestiging van de eerdere beschikking. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de behoefte van het kind, de draagkracht van beide ouders en de zorgkorting. Het hof heeft vastgesteld dat de man een netto besteedbaar inkomen had van € 3.109,- per maand en de vrouw € 650,- per maand. De behoefte van het kind werd berekend op basis van de NIBUD-tabel, en het hof heeft besloten dat de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind moet betalen van € 382,- per maand van 26 mei 2017 tot 1 april 2018, en € 329,- per maand vanaf 1 april 2018. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de nieuwe beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.