Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Feiten” een aantal feiten vastgesteld. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten op het volgende neer.
Dit overleg is ingepland naar aanleiding van (komende) werkzaamheden die plaatsvinden aan de achterzijde van de winkel van dhr [X] in relatie met het verkoop van vuurwerk in december van dit jaar m.b.t. de herontwikkeling Diemerplein te Diemen.”
Bevoorrading en Opslag” staat:
Op 30 - 1 - 2012 hebben we een overleg gehad inzake:
We hebben de vraag ontvangen (…) voor het verstrekken van de benodigde gegevens indien de vuurwerkhandel [X] gaat verhuizen naar een andere unit. (…) Ik heb tevens in de bijlage de uitgangspunten bijgevoegd welke geldend zijn bij een vuurwerkkluis met een sprinklerinstallatie. (…) Mocht de huurder [X] willen verhuizen zijn wij genoodzaakt nieuwe tekeningen en berekeningen te maken (…).”
Het gehuurde zal door of vanwege de huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als winkelruimte ex artikel 7:290 BW ten behoeve van een kleinhandel in doe-het –zelf artikelen, sleutelmakerij en slijperij.”
Het is huurder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder een andere bestemming aan het gehuurde te geven dan omschreven in 1.3.”
3.Beoordeling
grieven I tot en met XIIrichten zich in de kern tegen het hierboven weergegeven oordeel van de kantonrechter in conventie en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen. Deze grieven betreffen de waardering die de kantonrechter heeft toegekend aan het aangedragen bewijs. Het hof zal dit bewijs, uitgaande van de bewijslastverdeling en de bewijsopdracht van de kantonrechter, zelfstandig beoordelen aan de hand van het voorliggende bewijs en zich derhalve de vraag stellen of Delta Loyd op de hoogte was, althans daarvan had kunnen zijn, dat [X] in ieder geval in unit [nummer 1] permanente opslag van vuurwerk wilde realiseren.
U wijst mij erop dat in het contract niet is vermeld dat ik vuurwerk ging verkopen. Achteraf bezien had ik het nooit zo moeten doen en had ik ervoor moeten zorgen dat ook dit in het contract was opgenomen. Maar zoals gezegd verkocht ik al vuurwerk in het oude pand en ging ik er vanuit dat het in het nieuwe pand allemaal in orde zou komen. Vanaf de eerste besprekingen heb ik duidelijk gemaakt dat ik niet alleen gedurende een korte periode vuurwerk moest kunnen opslaan voor de verkoop, maar ook het onverkochte vuurwerk het hele jaar door. Dat mocht ik in mijn oude pand ook, alleen had ik er voor gekozen om dat niet te doen omdat het te veel ruimte kostte. Het nieuwe pand is veel groter dan de oude winkel en biedt ruimte voor twee bunkers. Ik heb een buffer bewaarplaats en een bewaarplaats. De vergunning voor de beide panden is identiek wat dit aangaat. In het oude pand had mijn vader ook wel vuurwerk permanent in voorraad. Ik heb dat het eerste jaar dat ik de zaak had overgenomen ook gedaan, maar daarna niet meer omdat ik de ruimte nodig had als magazijn voor andere spullen. Ik merk nog op dat de regelgeving na dat eerste jaar is veranderd. Ik had dan bouwkundige maatregelen moeten nemen als ik was doorgegaan met permanente opslag.”
[X]onder meer het volgende verklaard:
Mijn probleem is dat ik het vuurwerk dat in januari overschiet de volgende januari wil kunnen gebruiken. Het is het goedkoopste om dat in bunkers onder mijn winkel te doen. Nu moet ik dat elders doen en dat kost meer. Het is niet de bedoeling dat ik in de loop van het jaar vuurwerk aankoop en dat opgeslagen houd buiten de nieuwjaarsperiode. Op uw vraag of ik ooit tussen het moment dat ik unit [nummer 1] heb betrokken en heden vuurwerk heb opgeslagen dat over was en dus buiten de periode 21 december tot en met 7 januari, antwoord ik dat heb ik gedaan in het eerste jaar dat ik in unit [nummer 1] zat. Toen was dat in mijn herinnering nog geen issue. Ik wilde graag in unit [nummer 1] permanente opslag hebben. Voor zover ik mij herinner heeft de gemeente Diemen er op gewezen dat ik alle vergunningen bezat om te mogen opslaan en dat het handig was als ik dat ook permanent ging doen omdat daarmee het aantal bewegingen met vuurwerk zou verminderen. Daar hecht de gemeente aan. Ik heb opdracht gegeven aan een daarin gespecialiseerde ingenieur om bouwtekeningen te ontwerpen voor de bunkers. Het bedrijf van de heer [D] , die de installaties deed van het winkelcentrum en die mij door [B] was aangewezen, heb ik opdracht gegeven om ook bij mij de nodige installaties aan te leggen. (…). Het maakt voor de permanente of niet permanente opslag niet uit wat er aan bunkers en installaties is. Ze moeten in beide gevallen aan dezelfde eisen voldoen. Ook de vergunningen zijn hetzelfde. [B] heeft de tekeningen gezien en goedgekeurd. Hetzelfde geldt voor [A] . Ik ben ervan overtuigd dat tijdens de diverse besprekingen er geen twijfel over was dat ik de hele aanleg heb gedaan op basis van het idee van de gemeente Diemen om permanente opslag te hebben. Dat is zo meermalen besproken. Had ik geen permanente opslag kunnen krijgen dan had ik wel een soortgelijke installatie aangelegd en soortgelijke bunkers maar had ik het niet zo groot gemaakt. Op uw vraag of er wel eens iets is vastgelegd van deze besprekingen antwoord ik dat dit niet het geval is. Er zijn wel emails geweest maar deze zijn verloren gegaan (…). Er zijn besprekingen geweest waar zowel [A] als [B] bij zaten en [A] wist het wel. Ik voeg hier aan toe dat wij in december 2012 zouden open gaan (…). Pas op dat moment is het gedoe begonnen en begon Delta Lloyd zich op de stelling te beroepen dat er geen permanente opslag was toegestaan. (…) Als ik alleen maar in december en januari vuurwerk had mogen opslaan had ik het veel kleiner gehouden (…). Maar nogmaals het lijd voor mij geen twijfel dat de permanente vuurwerkopslag aan de orde is geweest in de besprekingen waar [B] bij is geweest.”
Ten tijde van de oude winkel van [X] was ik nog werkzaam voor de gemeente als handhaver. (…) Ik denk wel dat het probleem met de aanvoer uiteindelijk heeft geleid tot de verhuizing naar een andere unit. Daar heb ik toen ook gekeken met de brandweer. Ik heb mij voornamelijk bezig gehouden met de kelder waar de kluis voor het vuurwerk zou worden gebouwd. Ik heb er ook tekeningen van gezien. Er is besproken welke voorzieningen noodzakelijk waren voor de opslag van vuurwerk. Ik durf niet met zekerheid te zeggen of ook iemand namens Delta Lloyd aanwezig was. Delta Lloyd was in ieder geval wel op de hoogte van wat er allemaal moest gebeuren met het oog op de verkoop van vuurwerk. Het ging om een redelijk ingrijpende situatie. Ik moet er nog bij zeggen dat rond die tijd het vuurwerkbesluit ging veranderen. De hoeveelheid vuurwerk die men mocht opslaan werd verruimd naar 10.000 kilo als ik mij goed herinner en er mocht een bepaalde hoeveelheid het hele jaar door opgeslagen worden mits er twee afzonderlijke kluizen waren. Uiteraard moesten de kluizen een bepaalde afmeting hebben met het oog op de hoeveelheid. (…) Ik heb de tekeningen van de te bouwen bunkers gezien tijdens een bespreking. Die tekeningen waren gemaakt door iemand die daarin gespecialiseerd was in opdracht van [X] . Ik durf niet met zekerheid te zeggen of ik de tekeningen ook per email had ontvangen. Bij de bewuste bespreking was iemand van de brandweer aanwezig en [X] jr. Ik durf nu niet met zekerheid te zeggen of er ook iemand namens Delta Lloyd aanwezig was (…). Over de kluizen heb ik zeker wel vijf of zes besprekingen bijgewoond. (…) Een van de twee kluizen was geschikt voor permanente opslag. Het was bekend dat dit onder het nieuwe besluit mogelijk zou worden en [X] wilde het graag. Daarom werd daarop met de bouw van twee kluizen al vooruit gelopen. In de oude situatie was volgens mij geen permanente opslag toegestaan. (…) 3W was ervan op de hoogte dat het nieuwe vuurwerkbesluit permanente opslag mogelijk maakte. Daar is verschillende keren over gesproken. Ik heb uit de richting van Delta Lloyd ook nooit vernomen dat dit een bezwaar was.”
[A]onder meer het volgende verklaard:
De brandweer is akkoord gegaan met het aanleggen van een bunker onder unit [nummer 1] . Daarvoor moesten tekeningen worden gemaakt die door de brandweer moesten worden goedgekeurd. Ik ben bij de besprekingen geweest over de aanleg van de noodzakelijke installaties en bunkers voor vuurwerkverkoop en opslag. (…) De naam [B] zegt mij zo niets. (…) het is inderdaad zo dat wij als gemeente vonden dat er zo min mogelijk bewegingen met het vuurwerk moesten zijn. Voor bewegingen zijn ontheffingen nodig die worden afgegeven voor een bepaald aantal ritten. Je probeert dus het aantal bewegingen te beperken met het oog daarop. In mijn ervaring is het zo dat twee bunkers alleen worden gebouwd als er sprake is van permanente opslag. De bedoeling is dan dat in een bunker het verpakte vuurwerk wordt opgeslagen. Dat gedeelte dat voor verkoop nodig is wordt vervolgens uitgepakt en in de andere bunker opgeslagen. (…) Nader verklaar ik op vragen van de kantonrechter dat in het kader van de besprekingen zeker ter sprake is gekomen dat er permanente opslag zou komen, anders was je de hele operatie niet begonnen. Als je de mogelijkheid hebt voor permanente opslag dan is dat omdat het veel bewegingen vermijdt aantrekkelijker dan niet permanente opslag. (…); er is zeker gesproken over permanente opslag. Er kwam nieuwe wetgeving aan die meer mogelijkheden bood. Dat maakte permanente opslag aantrekkelijker. Hoe dat is uitgewerkt in dit geval, weet ik niet (…). Ik durf niet meer te zeggen of de permanente opslag van [X] is uitgegaan of dat het tijdens de besprekingen is opgekomen”
Ik heb het huurcontract voor de nieuwe winkel van [X] opgesteld en voorafgaande besprekingen daarover gevoerd. Ik trad op namens 3W. 3W handelde weer in opdracht van Delta Lloyd. Er is niet zoveel gesproken over vuurwerk. Ik wist dat vuurwerk werd verkocht op de oude locatie. Er ontstond door de uitbreiding van het winkelcentrum een probleem met de aanvoerroute voor het vuurwerk. (…) Over opslag van vuurwerk het hele jaar door is beslist niet gesproken. In mijn perceptie ging het om opslag gedurende de dagen dat verkoop is toegestaan. (…) Mijn rol is uitgespeeld als de huurcontracten zijn getekend. Ik heb wel eens langs horen komen dat er twee bunkers voor vuurwerk zouden komen, maar dat is pas later geweest. Ik houd mij met dergelijke zaken ook niet bezig. (…) In de besprekingen waar ik bij betrokken was is over permanente opslag van vuurwerk nooit gesproken.”
[C]onder meer het volgende verklaard:
In deze ben ik ingehuurd door 3W welk bedrijf in opdracht van Delta Lloyd belast was met de herontwikkeling van het hier aan de orde zijnde winkelcentrum, het Diemerplein. Ik ben daar geruime tijd mee bezig geweest en betrokken geweest bij de onderhandelingen met alle betrokkenen (…). Werpt de huurder een technisch probleem op dan speel ik dat onmiddellijk door aan de technische mensen van 3W die bij het project betrokken zijn en met hun antwoorden ga ik terug naar de huurder. Het resultaat van de besprekingen komt in het door mij op te stellen huurcontract. (…) Ik kan met grote mate van zekerheid zeggen dat ik met de heer [A] in deze kwestie nooit van doen heb gehad. Ik heb in het kader van deze herontwikkelingen nooit met hem vergaderd. Daar is ook een goede verklaring voor. Zoals ik u zei, zodra een technisch onderwerp ter sprake komt speel ik het door aan de technische mensen (…). Bij het opstellen van het huurcontract had ik kennis van de vigerende situatie. Die kennis was dat er rond de jaarwisseling vanuit de unit waar [X] was gevestigd, vuurwerk werd verkocht. In de nieuwe situatie zou dat naar mijn kennis niet anders worden. Was dat wel het geval geweest dan had ik daar iets mee gedaan in verband met het huurcontract. Volgens mij was het echter zo dat er niks zou veranderen en is daar dus ook niets in het huurcontract van terecht gekomen.”
Ik ben als projectleider betrokken geraakt bij het onderhavige project in 2009 of 2010. Dat was toen de bouw daadwerkelijk begon. (…) In 2011/2012 zijn de besprekingen begonnen over de verhuizing naar een andere locatie. (…) In de oude winkel moest ieder jaar een bunker worden aangelegd achterin de zaak en na de verkoop weer verwijderd. Op de nieuwe locatie zou dat niet nodig zijn en dat betekende een aanzienlijke kostenbesparing. Bovendien mocht [X] dan in plaats van 4000 of 4800 kilo van de gemeente 10.000 kilo in huis hebben. Over permanente opslag het hele jaar door is niet gesproken. Ik weet wel dat er twee bunkers zijn gebouwd. Als je het mij vraagt mocht in allebei die bunkers 5000 kilo worden opgeslagen. Delta Lloyd wist van de verkoop van vuurwerk op de oude locatie en de wens om er mee door te gaan op de nieuwe locatie. U houdt mij de (…) email van 21 mei 2012 van [D] aan mij voor. (…) Dit heeft niets te maken met permanente opslag. Zoals gezegd is dat pas in december 2012 naar voren gekomen. Toen was het contract al getekend. De email gaat erover dat er in unit [nummer 1] vuurwerk zou worden verkocht en dat daarvoor moest worden bekeken of de installatie afdoende was. Zo hebben we ook alle wanden van unit [nummer 1] zestig minuten brandwerend moeten uitvoeren. Dat is bij de andere winkels niet zo. Ik blijf erbij dat deze email niets te maken heeft met de wens vuurwerk permanent op te slaan. (…)”
[B]onder meer het volgende verklaard:
Ik ken de heer [A] . Ik heb met hem een aantal vergaderingen gehad over de vuurwerkverkoop. Dit was in april 2010, november 2010 en januari 2012. Ik overleg u de verslagen van de vergaderingen (…). De heer [C] is nooit bij een vergadering geweest waar de heer [A] bij was. Dat ligt ook niet voor de hand want de heer [A] had alleen met technische zaken te maken en [C] kwam alleen op vergaderingen die over de commercie gingen. Hij kreeg wel verslagen van deze vergaderingen zodat hij wist waar het over ging. Volgens mij zijn er geen besprekingen geweest met de heer [A] waar ik niet bij was (…). Het was zo dat de heer [C] het voortraject deed, waarna ik de tekening heb gemaakt voor de Unit. [C] heeft vervolgens het contract gemaakt. (…) In mijn herinnering was de opslagcapaciteit voor de bunkers twee keer 5000 kilo vuurwerk. De gemeente beperkte het echter tot 4000 kilo per bunker. In de oude situatie was er 1 bunker, in de nieuwe situatie waren er twee bunkers met als doel minimalisering van de bevoorrading. Ik heb de tekening van de bunkers gezien. Ik heb in het eerste getuigenverhoor verklaard dat er voor permanente opslag een aparte waterleiding nodig was. Eén en ander speelde zich af nadat het contract was getekend. Het ging om een vraag van [X] naar permanente vuurwerksopslag na de opening van de winkel. Wij kwamen er toen achter dat [X] permanente vuurwerkopslag nastreefde.”
Ik herinner me dat de dag voordat de verkoop van vuurwerk begon er nog gedoe is geweest over de sprinklerinstallatie. Die installatie moest geschikt zijn voor de opslag van vuurwerk het hele jaar door. Er zou namelijk een kluis komen voor onverkocht vuurwerk. Dit alles is in de besprekingen met Delta Lloyd uitvoerig aan de orde gekomen. (…) Over de opslag van vuurwerk het hele jaar door is uitdrukkelijk gesproken met Delta Lloyd. Het was een voordeel dat dit op de nieuwe locatie weer mogelijk werd. In de oude winkel had ik de ruimte nodig voor de opslag van andere zaken en moest ik het vuurwerk dat niet verkocht was wegbrengen. Ik heb duidelijk gemaakt dat ik daar blij mee was. Van de kant van Delta Lloyd is hier niet tegen in gegaan. Men heeft er over meegesproken. (…) Delta Lloyd heeft niet gezegd dat het niet mocht.”
grief XI,welke grief zich richt tegen de overweging van de kantonrechter dat hij bewezen acht dat Delta Lloyd wist dan wel ervan op de hoogte had kunnen zijn dat [X] de bedoeling had om vuurwerk permanent op te slaan, slaagt. Bij de bespreking van de grieven I tot en met XII bestaat geen belang, gelet op de voorgaande overwegingen.
Grief XIIis eveneens met succes voorgesteld, nu de kantonrechter in de met die grief bestreden overweging heeft geoordeeld dat Delta Lloyd gehouden was en Episo gehouden is om de permanente opslag van vuurwerk in bunkers toe te staan en dat op die grond de vordering van Episo wordt afgewezen.
“ieder jaar een bunker[moest]
worden aangelegd achterin de zaak en na de verkoop weer verwijderd”. Tevens was hij op de hoogte van de vergrote opslagcapaciteit. Gelet op al deze omstandigheden had het op de weg van Delta Lloyd gelegen om - in het kader van haar stelling dat permanente opslag in de huurovereenkomst niet is toegestaan - duidelijkheid hierover te verschaffen door nadrukkelijk in de Huurovereenkomst op te nemen dat permanente opslag niet was toegestaan. Nu zij dat niet heeft gedaan, kan daaruit niet de conclusie worden getrokken dat de enkele afwezigheid van een afspraak over permanente opslag betekent dat die opslag niet was toegestaan.
Grief XIVis derhalve met succes voorgesteld. Episo zal worden veroordeeld in de proceskosten van [X] , zowel in conventie in eerste aanleg als in hoger beroep in principaal appel.
grief XIVin principaal appel zich ook keert tegen de uitgesproken compensatie van proceskosten in reconventie, zal het hof genoemd vonnis ook op dit punt vernietigen. [X] , in incidenteel appel in het ongelijk gesteld, zal in eerste aanleg in reconventie en in hoger beroep in incidenteel appel in de proceskosten van Episo worden veroordeeld.