Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 mei t/m 10 augustus 2015 te Tilburg en/of te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of elders in Nederland,
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2014 tot en met 10 augustus 2015, in ieder geval van 1 maart 2014 tot en met 10 augustus 2015, te Hoofddorp, Amsterdam en/of Tilburg, en/of (elders) in Nederland, en/of in België, Frankrijk en/of Londen (Engeland)
Vonnis waarvan beroep
Partiële vrijspraak (ten aanzien van feit 2, medeplegen)
(Bewijs)verweer
zij mensen in gevaar zou brengen als zij openheid zou geven. Het zou haar niet uitmaken als zij tussen zes planken kwam, want dan was zij van dit leven af.’ (proces-verbaal van bevindingen, pagina 492). Bovendien heeft [J.W.] ook belastend over zichzelf verklaard en heeft zij zich ter zake van voornoemde verdenking moeten verantwoorden bij de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Holland ter terechtzitting van 13 april 2017. Ten slotte worden de verklaringen van [J.W.] ondersteund door andere bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van [F.S.] , wiens betrouwbaarheid door de verdediging niet wordt betwist.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 mei t/m 10 augustus 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
hij in de periode van 1 maart 2014 tot en met 10 augustus 2015, in Nederland, België, Frankrijk en Londen (Engeland), [J.W.] , door dwang, geweld of een andere feitelijkheid, door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [F.S.]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
50 (vijftig) maanden.
€ 11.139,21 (elfduizend honderdnegenendertig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 1.139,21 (duizend honderdnegenendertig euro en eenentwintig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 11.139,21 (elfduizend honderdnegenendertig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 1.139,21 (duizend honderdnegenendertig euro en eenentwintig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.