Uitspraak
Onderzoek van de strafzaak
Tenlastelegging
[bedrijf] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 januari 2013 tot en met 20 oktober 2015 te Apeldoorn en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) (elektronische) aangifte(n) voor de omzetbelasting over
[bedrijf] (optredend onder de handelsna(a)m(en) [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2] en/of [handelsnaam 3]) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 september 2012 tot en met 14 augustus 2015 te Utrecht en/of Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, zestien (16), althans een of meer, factu(u)r(en) van [bedrijf] (optredend onder de handelsna(a)m(en) [handelsnaam 1] en/of [handelsnaam 2] en/of [handelsnaam 3])
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van gevoerde verweren
deskundigete benoemen (in het bijzonder deskundige [deskundige] in [plaats 1]) teneinde onderzoek te laten doen naar de door de verdachte aangeboden matrassen. Nu dit verzoek (eerst) ter terechtzitting is gedaan, zal het hof dit verzoek beoordelen aan de hand van het noodzaakcriterium. Het hof wijst dit verzoek af, omdat het onvoldoende is onderbouwd. Onduidelijk is of en in hoeverre het gevraagde onderzoek kan leiden tot een antwoord op de vraag of de matrassen specifiek zijn ontworpen en geproduceerd ter voorkoming of behandeling van decubitus. Verder is onduidelijk wat de specifieke kennis en ervaring is van genoemde deskundige (zijn cv is niet overgelegd, noch een opgave van publicaties). Het hof acht zich door het verhandelde ter terechtzitting, en meer in het bijzonder de uitspraak van Hof A-L, in voldoende mate voorgelicht, zodat de noodzaak het hof niet is gebleken.
aanmerkelijkekans dat te weinig belasting zou worden geheven, hetgeen moet leiden tot vrijspraak.
Bewezenverklaring
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:[bedrijf] in de periode van 29 januari 2013 tot en met 20 oktober 2015 te Apeldoorn, telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten elektronische aangiften voor de omzetbelasting over
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:[bedrijf] (optredend onder de handelsnaam [handelsnaam 1], [handelsnaam 2] of [handelsnaam 3]) in de periode van 19 september 2012 tot en met 14 augustus 2015 in Nederland, zestien facturen van [bedrijf] (optredend onder de handelsnaam [handelsnaam 1], [handelsnaam 2] of [handelsnaam 3]), zijnde telkens een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft [bedrijf] in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven- op die facturen telkens een prijs per stuk vermeld die niet ziet op de in die facturen genoemde artikelaanduidingen of die niet ziet op de volgens die facturen geleverde artikelen en op die facturen telkens een onjuist BTW bedrag vermeld, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, aan welke vorenomschreven verboden gedraging verdachte telkens feitelijk leiding heeft gegeven.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1.00 STK Ordner, 1 ordner inhoudende originele documenten.