ECLI:NL:GHAMS:2019:3589

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2019
Publicatiedatum
4 oktober 2019
Zaaknummer
200.264.785/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing onderzoeker in het kader van een enquête naar het beleid van Stichting Residentie Buitenzorg

Op 3 oktober 2019 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Residentie Buitenzorg. Deze beschikking volgt op een eerdere beschikking van 26 september 2019, waarin een onderzoek werd bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de stichting over de periode vanaf 15 mei 2017. In deze beschikking werd ook een persoon benoemd die het onderzoek zou verrichten, maar de kosten van het onderzoek moesten nog worden vastgesteld.

In de beschikking van 3 oktober 2019 heeft de Ondernemingskamer de persoon aangewezen die als onderzoeker zal optreden, namelijk mr. P.V. Eijsvoogel uit Amsterdam. Tevens werd de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De Ondernemingskamer heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van de raadsheren en raden, en de beschikking is openbaar uitgesproken.

De zaak betreft een verzoek van Stichting Residentie Buitenzorg, vertegenwoordigd door de advocaten R.S. de Vries en K. van der Graaf, tegen de stichting zelf en de Cliëntenraad van de stichting. De belanghebbenden zijn ook vertegenwoordigd door hun advocaten. De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking de voortgang van het onderzoek en de aanwijzing van de onderzoeker verder vormgegeven.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.264.785/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 3 oktober 2019
inzake
1. de stichting
STICHTING RESIDENTIE BUITENZORG,
gevestigd te Tynaarloo,
2.
CLIËNTENRAAD STICHTING RESIDENTIE BUITENZORG,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mrs. R.S. de Vriesen
K. van der Graaf, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de stichting
STICHTING RESIDENTIE BUITENZORG,
gevestigd te Tynaarloo,
VERWEERSTER,
advocaten:
mrs. R.S. de Vriesen
K. van der Graaf, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2.
[B],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. R.G. Luinstraen
J. Hoitinga, beiden kantoorhoudende te Groningen,

3.[C] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. T. van Dijken,

4.[D] ,

wonende te [....] ,
5.
[E],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
verschenen in persoon.
1.
Het verloop van het geding
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking in deze zaak van 26 september 2019.
1.2
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Stichting Residentie Buitenzorg over de periode vanaf 15 mei 2017, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek mag kosten aangehouden, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot voorzitter van de raad van toezicht van Stichting Residentie Buitenzorg benoemd.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als onderzoeker, een en ander zoals bedoeld in de beschikking van 26 september 2019.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van de Ondernemingskamer van 26 september 2019 in deze zaak: mr. P.V. Eijsvoogel te Amsterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en drs. J.B.M. Streppel en mr. drs. G. Boon RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2019.