Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
primair[geïntimeerde] te veroordelen haar medewerking te verlenen aan de notariële vastlegging van door verjaring ontstane erfdienstbaarheden ter zake van het dakterras en de serre overeenkomstig de situatie van de woning [adres 2] op 3 mei 2017 op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag, althans,
subsidiair[geïntimeerde] zal veroordelen, tegen een door het hof te bepalen schadeloosstelling, haar medewerking te verlenen aan de notariële vastlegging van erfdienstbaarheden waarmee de per 3 mei 2017 bestaande toestand ter zake van het terras en serre bij de woning [adres 2] wordt vastgelegd dan wel aan de gedeeltelijke overdracht van haar erf op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag;
2.Feiten
3.3. Beoordeling
- (meer subsidiair) het verlenen van medewerking aan de overdracht en levering door haar aan [appellante] van de grond onder het dakterras en de serre tegen een door een deskundige vast te stellen prijs;
“Na mijn diensttijd, dus ongeveer in 1989/1990 ben ik in de bovenwoning gaan wonen. Ik ben in 1992 voor een jaar vertrokken naar Japan. Voordat ik vertrok is in overleg met en met goedkeuring van en betaald door de heer [A] de slechte pui van de serre met een schuifdeur vervangen door een nieuwe pui met een gewone deur. Die verbouwing zal dus in 1990/1991 zijn geweest. Ik heb ongeveer 6/7 jaar in de woning gewoond. In 1996 ben ik verhuisd. Eind jaren 80 begin jaren 90 is met toestemming van de heer [A] de trap verwijderd. Die was in slechte staat. Op het dakterras lagen tegels. Ik heb die verwijderd en het dakterras voorzien van een nieuwe bitumendakbedekking. In de serre was het toilet. Het dakterras had een dichte vloer en was bevestigd aan de serre.”