In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin de vorderingen van [appellant] zijn afgewezen. [Appellant] had op 5 mei 2017 een tweedehands auto, een Volkswagen Passat CC, gekocht van [geïntimeerde 1 VOF] voor € 11.999. Na aankoop bleek de auto tal van gebreken te vertonen, die door de ANWB zijn vastgesteld. [Appellant] vorderde in eerste aanleg de vernietiging van de koopovereenkomst, stellende dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst en dat hij gedwaald had bij de aankoop. De kantonrechter oordeelde echter dat [appellant] niet had aangetoond dat de koopovereenkomst was vernietigd of ontbonden en dat hij onvoldoende bewijs had geleverd van schade.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn grieven herhaald, maar het hof oordeelt dat de gebreken niet van zodanige aard zijn dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordde. Het hof stelt vast dat de gebreken veelal voortkomen uit normaal gebruik en slijtage. Bovendien heeft [appellant] bij de aankoop geen gebreken geconstateerd en was hij op de hoogte van de tweedehands status van de auto. Het hof concludeert dat er geen sprake is van non-conformiteit of dwaling en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. [Appellant] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.