9.7.Het betreft hier een horeca vergunning 1. Dit houd in dat men zich dient te houden aan de regels die op dat moment gelden voor de betreffendevergunning. Het is huurder, niet toegestaan alcoholische dranken te schenken en/of te verkopen in het gehuurde."
e. [appellant] heeft blijkens het uittreksel van het Handelsregister met ingang van 20 mei 2016 de eenmanszaak " [naam] " geregistreerd. De activiteiten van deze onderneming zijn als volgt omschreven:
"
Cafetaria's, lunchrooms, snackbars, ijssalons, eetkramen e.d.
Surinaamse afhaalrestaurant".
f. Ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst gold de Horecanota stadsdeel West 2011. In die nota is de volgende tabel opgenomen met horecacategorieën:
Categorie:
Inrichting:
Horeca I
Fastfood(Cafetaria, Snackbar, Automatiek Loketverkoop, Shoarmazaak en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven)
Horeca II
Nachtzaak(Dancing/discotheek …)
Horeca III
Café(Café, Bar, Cocktailclub …)
Horeca IV
Restaurant(Restaurant, Lunchroom, Koffie-/theehuis, Ijssalon, Juicebar…)
Horeca V
Hotel(…)
g. Aan ondernemers die het gehuurde eerder dan [appellant] hebben geëxploiteerd zijn de volgende vergunningen verleend:
- in 2005 een alcoholvrij horecabedrijf lunchroom/ijssalon
- in 2011 een alcoholvrij horecabedrijf Horeca Winkelgebonden
h. Tussen partijen is discussie ontstaan over de bestemming van het gehuurde. In een e-mail van [geïntimeerde] aan [appellant] d.d. 7 juni 2016 komt de volgende passage voor:
"
Zoals ik jullie eerder heb gemeld en ook in het contract staat gaat het hier om horeca 1. Dat betekent:
-
- winkelsluitingstijden van 7.00 tot 22.00.
-
- bereiden en nuttigen van etenswaren in de zaak.
-
- geen alcohol."
i. De heer [A] , Senior Vergunningen horeca bij de gemeente Amsterdam, heeft op 30 januari 2017 per e-mail aan [appellant] meegedeeld dat in het bestemmingsplan voor de [adres] de bestemming "Horeca Winkelgebonden" is opgenomen en dat dit inhoudt dat de openingstijden van het horecabedrijf gebonden zijn aan de winkelsluitingswet.
j. De heer [B] , medewerker Vergunningen Horeca Stadsdeel West, heeft op 9 mei 2017 aan [appellant] bericht:
"
Zoals eerder aangegeven is de bestemming van het pand detailhandel (met eventueel een mengformule) en rust er dus geen horecavergunning (1) op het pand. (…)
k. De hiervoor genoemde [A] heeft op 18 mei 2017 aan [geïntimeerde] geschreven:
"U heeft van mij reeds een kopie van het bestemmingskaart waarop te zien is dat op het pand ( [adres] , een bestemming HW rust. HW staat voor Horeca Winkelgebonden. (…)"
l. De heer [C] , Afdeling Vergunningen Bouw van stadsdeel West, heeft in een e-mail van 9 juni 2017 het volgende aan de vorige gemachtigde van [appellant] geschreven:
"-Vraag: Mag cliënt op voornoemde locatie een afhaalrestaurant exploiteren? (…)
-Antwoord: Ja, mits voldaan wordt aan de omschrijving "horeca-winkelgebonden". (…)
-Vraag: Mag client op voornoemde locatie eten bereiden en serveren voor het nuttigen ter plaatse?
-Antwoord: Op de begane grond is zowel detailhandel als horeca-winkelgebonden toegestaan. Bij detailhandel is toepassing van de mengformule mogelijk (maximaal 20% van de vloeroppervlakte met een maximum van 20m2). Bij horeca-winkelgebonden mag de gehele ruimte benut worden voor de horeca-activiteiten. (…)
-Vraag: Wat verstaat de gemeente onder horeca categorie 1? Is dit een bestemmingsaanduiding of is dit een exploitatievergunning?
-Antwoord: In het bestemmingsplan 'Oud West' is het begrip horeca-1 niet aan de orde. Hier wordt gesproken over; horeca-eten, horeca-drinken, horeca-winkelgebonden, enz. Dit zijn bestemmingsaan-duidingen.
-Vraag: Staat de bestemmingsaanduiding Horeca Winkelgebonden gelijk aan Horeca categorie 1?
-Antwoord: Nee"
m. [appellant] heeft vanaf september 2016 een huurachterstand laten ontstaan.
Nadat [geïntimeerde] hem had gedagvaard, is [appellant] medio april 2017 uit het gehuurde vertrokken.
n. [geïntimeerde] heeft per 1 augustus 2017 een nieuwe huurder gevonden.
3.2.1[geïntimeerde] heeft (voor zover in hoger beroep nog van belang) in eerste aanleg ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd, alsmede betaling van € 10.903,19 aan achterstallige huur, contractuele boetes en buitengerechtelijke kosten, wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding en € 4.235,00 per maand vanaf 1 februari 2017 tot de dag van ontruiming van het gehuurde, te weten medio april 2017.
3.2.2[appellant] heeft de huurachterstand niet betwist maar een beroep gedaan op verrekening met de door hem gestorte borg. In reconventie heeft hij primair ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd, met schadevergoeding nader op te maken bij staat. [appellant] heeft aangevoerd dat [geïntimeerde] tekort is geschoten omdat hij het gehuurde heeft overgedragen met een "Horeca 1" vergunning terwijl het bestemmingsplan alleen "Horeca Winkelgebonden" toestaat, wat betekent dat maximaal 20% van de gehuurde ruimte voor horeca mag worden gebruikt, met een maximum van 20 m2. Subsidiair heeft [appellant] vernietiging van de huurovereenkomst gevorderd en een schadevergoeding van € 109.637,37 omdat hij is misleid dan wel heeft gedwaald omtrent de bestemming van het gehuurde.
3.2.3De kantonrechter heeft de vorderingen van [geïntimeerde] gehonoreerd en die van [appellant] afgewezen. De kantonrechter heeft daarbij overwogen dat inmiddels was gebleken dat er waarschijnlijk wel een horecavergunning voor het gehuurde kan worden verkregen en dat van [appellant] verwacht had mogen worden dat hij deze had aangevraagd. Omdat [geïntimeerde] had aangevoerd dat de borg mogelijk nog voor schade zou moeten worden aangesproken, is het beroep van [appellant] op verrekening afgewezen. [appellant] is zowel in conventie als in reconventie veroordeeld in de proceskosten.