Uitspraak
mr. J.B.R. Regouwen
mr. W.S. van Dijk, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.A. Woutering en mr. J. van Bekkum, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. P. van de Goor, kantoorhoudende te Eindhoven.
Het verloop van het geding
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, heeft verzoekster [A] op 30 september 2019 haar verzoek tot het bevelen van een onderzoek en het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingetrokken. Dit verzoek was eerder aangehouden bij een beschikking van 10 oktober 2017, waarin Ing. G.C.J. Verweij was benoemd tot bestuurder van Maja Investments. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de opheffing van de getroffen onmiddellijke voorziening. Zowel belanghebbende [C] als verweerster Maja Investments hebben ingestemd met de opheffing van de getroffen maatregelen. De Ondernemingskamer heeft vervolgens besloten om [A] niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek voor zover daar nog niet op was beslist en heeft de getroffen onmiddellijke voorziening opgeheven. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer, in aanwezigheid van de griffier, tijdens de openbare terechtzitting.