ECLI:NL:GHAMS:2019:3432

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
24 september 2019
Zaaknummer
23-000220-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis eerste aanleg met toevoeging van artikel 63 Sr en bewijsoverweging in hoger beroep

Op 24 september 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 januari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in Marokko in 1978, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof heeft het vonnis van de eerste rechter bevestigd, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel betreft de mogelijkheid om de opgelegde straf te matigen of te verhogen, afhankelijk van de omstandigheden van de zaak.

Tijdens de zittingen op 7 mei en 10 september 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van de eerdere straf. Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden van de zaak niet hebben geleid tot andere overwegingen dan die van de eerste rechter. De verdachte had de gelegenheid om zich van de weggenomen flacon parfum te ontdoen, wat niet in de weg staat aan de bewezenverklaring van de diefstal. Bovendien bleek uit een uittreksel van de Justitiële Documentatie dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld voor diefstal.

Het hof heeft ook beslist dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 september 2019. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. S. Pesch, en mr. M. van der Horst was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000220-18
datum uitspraak: 24 september 2019
TEGENSPRAAK (na aanhouding niet-verschenen)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 januari 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-230754-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1978,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis, waarbij de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 weken.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 mei 2019 en 10 september 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren hebben gebracht, evenals van hetgeen de verdachte op de terechtzitting van 7 mei 2019 heeft verklaard.

Vordering advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als de rechter in eerste aanleg heeft opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep, noch het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht heeft het hof gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met dien verstande dat het hof:
  • omtrent de bewijsvraag nog overweegt dat de enkele omstandigheid dat de weggenomen flacon parfum niet bij de verdachte is aangetroffen niet aan een bewezenverklaring in de weg staat, omdat de verdachte, zoals de raadsman ook ter terechtzitting in hoger beroep heeft onderkend, voorafgaand aan zijn aanhouding ampel gelegenheid heeft gehad zich van die flacon te ontdoen;
  • omtrent de opgelegde straf nog overweegt dat de verdachte, anders dan de raadsman heeft gesteld, blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 19 augustus 2019, méér dan eens onherroepelijk eerder is veroordeeld ter zake van diefstal;
  • zal bevelen dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf in mindering zal worden gebracht.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonniswaarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. J.J.I. de Jong en mr. M. van der Horst, in tegenwoordigheid van
mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 september 2019.
mr. M. van der Horst is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.