3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( a) [X] heeft sinds 12 juli 2006 van De Key gehuurd de woning aan de [adres] (verder ook: het gehuurde). Artikel 4.11 van de schriftelijke huurovereenkomst luidt:
“Huurder dient er voor te zorgen dat er voor omwonenden geen overlast, gevaar of hinder ontstaat ten gevolge van gedragingen door huurder, huisgenoten, huisdieren of derden die met zijn goedvinden het gehuurde gebruiken of zich met zijn goedvinden daarin bevinden.”
( b) Volgens een rapport van 1 maart 2019 van de wijkagent van de Vogelbuurt (waarin het gehuurde ligt), heeft de politie sinds 2012 regelmatig moeten uitrukken naar het gehuurde in verband met overlastmeldingen. Deze meldingen zagen vooral op nachtelijk bezoek van drugsverslaafde personen op onregelmatige tijdstippen (maar vooral in de avond- en nachtelijke uren), gepaard gaande met geluidoverlast en ruzies met fysiek geweld.
( c) Sinds maart 2015 is [X] aangemeld bij het Meldpunt Zorg en Woonoverlast van de gemeente Amsterdam (verder: het Meldpunt) in verband met overlast die door hem zou worden veroorzaakt in zijn woonomgeving. Diverse (zorgverlenings) instanties zijn bij dit traject betrokken, waaronder De Key, de politie, de GGD, Reclassering Inforsa en Amsta Karaad.
( d) Vanaf de zomer van 2017 huren [A] en [B] (hierna ook: de bovenburen) de woonruimte die direct boven de woning van [X] is gelegen. Zij hebben herhaaldelijk bij De Key geklaagd over (geluid)overlast van [X] , onder andere op 29 augustus 2017, 31 december 2017, 20 januari 2018 en 12 februari 2018.
( e) Op 14 februari 2018 heeft iemand van De Key met de wijkagent een huisbezoek aan [X] gebracht. [X] herkende zich niet in de overlastklachten van de bovenburen, maar wilde deze wel bespreken en hierover afspraken maken. De Key heeft [X] en de bovenburen vervolgens aangemeld bij Beter Buren. Bemiddeling van Beter Buren heeft echter niet plaatsgevonden.
( f) Na voormeld huisbezoek bleef De Key over [X] klachten ontvangen van de bovenburen, onder andere op 22 april 2018 en 18 mei 2018.
( g) Op 23 mei 2018 heeft er overleg over de situatie van [X] plaatsgevonden tussen De Key, de politie, Reclassering Inforsa, Amsta Karaad, Beter Buren en het Meldpunt. Met [X] is afgesproken dat hij zou worden aangemeld voor een project begeleid wonen, als de overlast niet zou stoppen. Tevens werd afgesproken dat men na twee maanden weer bij elkaar zou komen om te bespreken hoe het gaat en of de ingezette weg werkt.
( h) De rest van het jaar 2018 zijn geen overlastklachten meer binnengekomen bij de politie en/of De Key. De bovenburen hebben in deze periode wel een overlastlogboek bijgehouden, waarin staat beschreven dat de overlast, samengevat bestaande uit hoge in- en uitloop van bezoek, ruzies en geluid- en stankoverlast, doorgaat. Ook wordt er in het logboek herhaaldelijk melding van gemaakt dat het brandalarm bij de bovenburen afgaat, zowel overdag als in de nacht.
( i) Op 5 januari 2019 heeft een pan met olie op het fornuis in het gehuurde vlam gevat. De pan was onbeheerd achtergelaten door een bezoeker van [X] , een zekere [C] . De bovenburen hebben 112 gebeld en de hulpdiensten, waaronder met name de brandweer, zijn ingeschakeld. De bovenburen hebben ter zake op 16 januari 2019 bij De Key geklaagd. Aan het gehuurde is schade ontstaan.
( j) Op 15 januari 2019, 16 januari 2019 en 23 januari 2019 hebben de bovenburen (tegen [X] en Bryan) aangifte gedaan van overlast, belediging en bedreiging.
( k) Per brief van 28 januari 2019 heeft De Key [X] gesommeerd de overlast (geluid- en stankoverlast, bedreigingen, intimidatie en onverantwoord en gevaarlijk woongedrag) per direct te doen stoppen.
( l) Op 18 februari 2019 heeft De Key weer een klacht ontvangen van de bovenburen. Deze luidt als volgt:
“Afgelopen vrijdag avond hebben we stank overlast ervaren afkomstig van [X][ [X] ; hof]
, rond 21:15 uur ging ook het brandalarm bij ons in huis weer af. De stank en de rook die inmiddels weer bij ons in de keuken en woonkamer binnendrong was alarmerend. [A][ [A] ; hof]
klopte bij [X] aan, hij deed zijn voordeur open, [A] vroeg wat er aan de hand was en [X] knalde paniekerig de deur weer dicht. Wij hadden nog steeds geen idee wat er aan de hand was. De situatie deed ons erg denken aan de brand van een paar weken geleden. We besloten 112 te bellen, de brandweer vroeg of we nog eens bij [X] konden aankloppen om de situatie wat beter in te kunnen schatten. Dus klopte [A] weer bij [X] aan, deze keer was hij erg boos en zei hij ‘kankerhoer, jij mag nooit meer bij mij aankloppen, blijf uit mijn buurt en ga verhuizen’.”
( m) Per brief van 18 februari 2019 heeft De Key [X] verzocht de huur op te zeggen per 1 april 2019. [X] heeft dat niet gedaan.
( n) De gemeente Amsterdam heeft De Key bij brief van 19 februari 2019 doen weten dat ondanks inspanningen van het Meldpunt en zijn partners de overlast van [X] niet is opgehouden of tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht en dat daarom op 14 februari 2019 is besloten tot ‘einde interventie’.
( o) In de eerste aanleg van dit kort geding heeft De Key, kort gezegd en voor zover in hoger beroep van belang, de ontruiming van het gehuurde gevorderd op grond van door [X] veroorzaakte overlast. Na verweer van de bewindvoerder heeft de kantonrechter bij het bestreden vonnis de vordering toegewezen en de bewindvoerder in de proceskosten verwezen.