ECLI:NL:GHAMS:2019:3418
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 591a Sv in het kader van klaagschriftprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 september 2019 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van Alejandro, geboren in Spanje in 1994, om een schadevergoeding toe te kennen op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoek betreft kosten van rechtsbijstand in verband met een klaagschrift op grond van artikel 552a Sv. Alejandro had kosten gemaakt van € 543,13 voor rechtsbijstand in de klaagschriftprocedure en € 550,00 voor de onderhavige verzoekschriftprocedure. Het verzoekschrift was op 22 juni 2018 ingediend bij de rechtbank Amsterdam en doorgezonden naar het hof. Het Openbaar Ministerie heeft op 13 augustus 2019 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling op 6 september 2019 is de advocaat-generaal en de raadsman van verzoeker gehoord, maar verzoeker zelf was niet aanwezig.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat de zaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, wat betekent dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek. Vervolgens heeft het hof de gronden van billijkheid beoordeeld. Het hof oordeelde dat er geen gronden van billijkheid aanwezig waren voor de toekenning van een vergoeding voor de kosten van de raadsman in de klaagschriftprocedure, omdat verzoeker niet voorafgaand aan het klaagschrift om teruggave had verzocht. Echter, voor de verzoekschriftprocedure heeft het hof wel gronden van billijkheid aanwezig geacht en heeft het verzoeker een vergoeding van € 550,00 toegekend. De beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer van het hof, met de voorzitter en griffier aanwezig, en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.