Uitspraak
1.zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 augustus 2015 tot en met 7 oktober 2015, althans in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 22 oktober 2015 te Amsterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [aangeefster], (telkens)
2.zij in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot en met 22 oktober 2015, althans in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 22 oktober 2015 te Amsterdam, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [vader aangeefster] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag (van 600,- euro), in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk
Katwilg”. In dit onderzoek is sprake van een aantal verdachten. Ten aanzien van de vijf verdachten [verdachte 1], [verdachte 3], [verdachte 2], [verdachte 4] en [verdachte 5], wordt gelijktijdig arrest gewezen. De verdachten worden hierna ter bevordering van de leesbaarheid ook aangeduid als [verdachte 1], [verdachte 3], [verdachte 2], [verdachte 4] en [verdachte 5].
ze wilnie bij de ramen is openlijk”; [verdachte 3]:
“uhm oke, dan kamer”(pag. 839).
kan je morgen beltegoed halen voor die adententoe advertenties omhoog zetten”(pag. 829) en bijvoorbeeld een appbericht van [verdachte 3] aan [verdachte 1]:
“hebben 4 mensen gebeld vandaag, ik heb advententoe omhoog gezet”.Bovendien heeft [verdachte 3] zelf bevestigd dat haar telefoonnummer was vermeld bij de seksadvertenties en zij de telefoon beantwoordde en afspraken maakte met de klanten voor [aangeefster] (verklaring van [verdachte 3] ter terechtzitting van de rechtbank op 8 december 2016). Dat [verdachte 1] over het aantal klanten en de daarmee gegenereerde verdiensten werd geïnformeerd, zoals door [aangeefster] is verklaard, blijkt uit verschillende WhatsApp-gesprekken.
1.zij in de periode van 28 augustus 2015 tot en met 7 oktober 2015, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, [aangeefster], door misleiding en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie,
2.zij in de periode van 1 september 2015 tot en met 2 september 2015, in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid, [vader aangeefster] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag (van 600,- euro), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid voornoemde [aangeefster] heeft gebeld en gemaild en app-berichten heeft gestuurd en zich daarbij voorgedaan als [gebruikte persoonsnaam] en als maatschappelijk werkster (werkzaam bij [naam maatschappelijke instelling]) van de dochter van [aangeefster] en daarbij had gevraagd aan die [aangeefster] of hij, [aangeefster], geld wilde overmaken voor het verblijf in het Blijf-van-mijn-lijfhuis en voor kleding en voeding voor zijn dochter omdat zijn dochter geldnood had.
,bestaande uit immateriële schade (€ 15.000,00) en materiële schade (€ 5.500,00). Voorts is een bedrag gevorderd van € 210,60 uit de verkoopopbrengst van haar sieraden, dit alles vermeerderd met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van € 7.884,23, met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering. Tevens is opnieuw de wettelijke rente gevorderd.
- de periode in Amsterdamvan 29 augustus 2015 tot en met 7 oktober 2015 (afgerond 5 weken). Het aantal door de benadeelde partij gewerkte dagen wordt door het hof, uitgaande van 5 werkdagen per week, geschat op 25 dagen;
- de periode in Ridderkerkvan 24 oktober 2015 tot en met 13 november 2015 (3 weken). Het aantal door de benadeelde partij gewerkte dagen wordt door het hof, uitgaande van 5 werkdagen per week, geschat op 15 dagen en
- de periode in Rotterdamvan 14 november 2015 tot en met 18 december 2015 (5 weken). Het aantal door de benadeelde partij gewerkte dagen wordt door het hof, uitgaande van 5 werkdagen per week, geschat op 25 dagen.
€ 185,60redelijkerwijs behoort te worden aangemerkt als rechtstreeks aan de benadeelde toegebracht door het onder 1 primair bewezen verklaarde feit. Dit bedrag ligt naar het oordeel van het hof dan ook voor toewijzing gereed. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 2 september 2015. Ten aanzien van het restantbedrag van
€ 25,00wordt de vordering afgewezen.
periode in Amsterdamgeldt dat 5/13 van € 15.000,00, zijnde
€ 5.769,23voor toewijzing vatbaar is. Het hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte zich in deze periode samen met [verdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. Het hof acht derhalve zowel de verdachte als [verdachte 1] hoofdelijk aansprakelijk voor dit bedrag van
€ 5.769,23. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade (in elk geval) is geleden, te weten op 7 oktober 2015.
8.269,23en het bedrag van
€ 185,60, derhalve op
€ 8.454,83. De verdachte is voor het bedrag van
€ 8.269,23hoofdelijk aansprakelijk met haar mededader, zoals hierboven is weergegeven.
€ 25,00die gevorderd is in verband met de verkoop van sieraden, wordt de vordering afgewezen.
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
teruggave aan de verdachtevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 8.454,83 (achtduizend vierhonderdvierenvijftig euro en drieëntachtig cent) bestaande uit € 2.685,60 (tweeduizend zeshonderdvijfentachtig euro en zestig cent) materiële schade en € 5.769,23 (vijfduizend zevenhonderdnegenenzestig euro en drieëntwintig cent) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
€ 25,00 (vijfentwintig euro) aan materiële schadeaf.
€ 8.454,83 (achtduizend vierhonderdvierenvijftig euro en drieëntachtig cent) bestaande uit€ 2.685,60 (tweeduizend zeshonderdvijfentachtig euro en zestig cent) materiële schade en € 5.769,23 (vijfduizend zevenhonderdnegenenzestig euro en drieëntwintig cent) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
77 (zevenenzeventig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.