ECLI:NL:GHAMS:2019:3263

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 september 2019
Publicatiedatum
6 september 2019
Zaaknummer
23-001753-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van mensenhandel met minderjarigen en meerderjarigen, met geweld en dwang

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van vier gevallen van mensenhandel, waarvan één ten aanzien van een minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een langere periode drie vrouwen en één minderjarig meisje heeft uitgebuit in de prostitutie. De slachtoffers bevonden zich in kwetsbare posities, waaronder een opvangsituatie en een jeugdinstelling. De verdachte heeft hen gedwongen om te werken door middel van geweld, dreiging en chantage. Hij heeft misbruik gemaakt van hun kwetsbaarheid en hen onder druk gezet om te blijven werken, met dreigementen over het openbaar maken van hun prostitutiewerkzaamheden. De verdachte heeft ook seksuele handelingen met de slachtoffers verricht en hen gedwongen om onveilige en vernederende seksuele handelingen te ondergaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd. De rechtbank had eerder een lagere straf opgelegd, maar het hof oordeelde dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan een zwaardere straf rechtvaardigen. De slachtoffers hebben ernstige psychische en fysieke gevolgen ondervonden van de uitbuiting, en het hof rekent de verdachte deze gevolgen zwaar aan. Daarnaast zijn er vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen toegewezen, die voortvloeien uit de schade die zij hebben geleden door de handelingen van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001753-18
datum uitspraak: 5 september 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 mei 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-870949-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Colombia) op [geboortedag 1] 1975,
thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord, [unit]
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 augustus 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte kort samengevat ten laste gelegd:
Feit 1: mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 1] in de periode van 1 mei 2015 tot en met 30 september 2016 te Heerhugowaard,
Feit 2: mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 2] in de periode van 1 november 2015 tot en met 24 december 2016 te Heerhugowaard,
Feit 3: mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 3], terwijl die [slachtoffer 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, in de periode van 1 juni 2016 tot en met 12 mei 2017 te Heerhugowaard, en
Feit 4: mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 4] in de periode van 19 mei 2016 tot en met 30 september 2016 te Heerhugowaard.
De volledige tenlastelegging is als bijlage 1 bij dit arrest opgenomen. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 mei 2015 tot en met 30 september 2016 te Heerhugowaard en elders in Nederland [slachtoffer 1], werknaam [slachtoffer 1], door dwang en geweld en een andere feitelijkheid en dreiging met geweld en een andere feitelijkheid en door afpersing en door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting en
2) heeft gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard en
3) heeft gedwongen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling
en
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1],
waarbij dat geweld en andere feitelijkheden en die dreiging met geweld en andere feitelijkheden hebben bestaan uit:
- het mishandelen van die [slachtoffer 1], door die [slachtoffer 1] te slaan en bij de keel te grijpen en te duwen en aan de haren te trekken en aan de haren door de kamer te trekken, en
- het dwingen van die [slachtoffer 1] om onvrijwillig onveilige en door die [slachtoffer 1] als vernederend ervaren en deviante seksuele handelingen van hem, verdachte, te ondergaan en te dulden, en
- het dreigen aan anderen foto’s te verstrekken waarop die [slachtoffer 1] zonder of slechts in weinig verhullende kleding te zien is, en
- het dreigen aan anderen te vertellen dat die [slachtoffer 1] als prostituee werkzaam was, en
- het zich op boze en agressieve en dreigende en denigrerende wijze uiten tegen die [slachtoffer 1], en
- het onder controle houden van die [slachtoffer 1], onder andere door via een open telefoonverbinding mee te luisteren bij de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1], en
- het onthouden van maaltijden aan die [slachtoffer 1];
2.
hij in de periode van 1 november 2015 tot en met 24 december 2016 te Heerhugowaard en elders in Nederland [slachtoffer 2] door dwang en geweld en een andere feitelijkheid en dreiging met geweld en een andere feitelijkheid en door afpersing en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting en
2) heeft gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard en
3) heeft gedwongen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 2] met een derde tegen betaling
en
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2],
waarbij dat geweld en andere feitelijkheden en die dreiging met geweld en andere feitelijkheden hebben bestaan uit:
- het mishandelen van die [slachtoffer 2], door die [slachtoffer 2] bij de keel te grijpen en te duwen en te slaan en te trappen en in de neus te bijten en aan de haren te trekken, en
- het dwingen van die [slachtoffer 2] om onvrijwillig onveilige en door die [slachtoffer 2] als vernederend ervaren en deviante seksuele handelingen van hem, verdachte, te ondergaan en te dulden, en
- foto's te maken van seksuele handelingen van hem, verdachte, met die [slachtoffer 2], en foto's te maken van die [slachtoffer 2] zonder of slechts in weinig verhullende kleding waardoor bij die [slachtoffer 2] de vrees ontstond dat een ander kennis van die foto's zouden kunnen krijgen, en
- het dreigen aan anderen te vertellen dat die [slachtoffer 2] als prostituee werkzaam was, en
- het zich op boze en agressieve en dreigende en denigrerende wijze uiten tegen die [slachtoffer 2], en
- het onder controle houden van die [slachtoffer 2], onder andere door via een open telefoonverbinding mee te luisteren bij de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2],
- het onthouden van maaltijden aan die [slachtoffer 2], en
- het opleggen van geldelijke boetes aan die [slachtoffer 2];
3.
hij in de periode van 1 juni 2016 tot en met 12 mei 2017 te Heerhugowaard en elders in Nederland,
[slachtoffer 3], geboren 27 mei 2001, werknaam [slachtoffer 3] en [slachtoffer 3],
1) heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting en
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en handelingen heeft ondernomen waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten die seksuele handelingen en
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 3] met een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en waarbij de handelingen onder meer hebben bestaan uit:
- het ter beschikking stellen van zijn, verdachtes, woning aan het [adres] als werkplek voor prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 3], en
- het maken van afspraken met potentiële klanten over de aard van de prostitutiewerkzaamheden.
4.
hij in de periode van 19 mei 2016 tot en met 30 september 2016 te Heerhugowaard en elders in Nederland, [slachtoffer 4], werknaam [slachtoffer 4], door dwang en een andere feitelijkheid en door misleiding en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting en
2) heeft gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard en enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 4] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard en
3) heeft gedwongen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 4] met een derde tegen betaling
en
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 4],
waarbij die feitelijkheden en dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het dwingen van die [slachtoffer 4] om onvrijwillig en deviante seksuele handelingen van hem, verdachte, te ondergaan, en
- het zich op boze en agressieve en denigrerende wijze uiten tegen die [slachtoffer 4], en
- het opleggen van geldelijke boetes aan die [slachtoffer 4], en
- het dwingen tot het gebruik van harddrugs, o.a. cocaïne en speed en poppers, door die [slachtoffer 4],
en waarbij voornoemde "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het laten verblijven van die [slachtoffer 4] in zijn, verdachtes, woning aan het [adres] en het ter beschikking stellen van die woning als werkplek voor prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 4];
- het aanmaken van advertenties op websites waarin die [slachtoffer 4] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het onderhouden van contacten met en het maken van afspraken met prostitutieklanten voor die [slachtoffer 4].
Hetgeen onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze zijn opgenomen in de bijlage bij dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde levert op:
telkens: mensenhandel.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
mensenhandel, gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf en maatregel

Oordeel van de rechtbank en standpunten van partijen
De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden en de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Voorts heeft de rechtbank beslissingen genomen ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en geen standpunt ingenomen over een eventueel op te leggen straf of maatregel bij bewezenverklaring.
Oordeel van het hof
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan
De verdachte heeft zich gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan – kort gezegd – mensenhandel in de vorm van seksuele exploitatie en uitbuiting van drie vrouwen en één minderjarig meisje. De verdachte heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van de slachtoffers. De slachtoffers bevonden zich in een opvangsituatie, een jeugdinstelling of een behandelcentrum voor slachtoffers van onder meer mensenhandel, op het moment dat zij begonnen te werken als prostituee in en vanuit de woning van de verdachte.
De verdachte heeft de meerderjarige slachtoffers met geweld, dreiging met geweld en chantage ertoe gedwongen zo veel mogelijk te werken en geld te verdienen. Hij heeft slachtoffers onder druk gezet om door te gaan met werken als prostituee en heeft hen gedreigd dat hij hun prostitutiewerkzaamheden anders bij onder meer hun familieleden bekend zou maken. Hij heeft hen tevens gechanteerd met foto’s en filmpjes waarop de vrouwen zijn te zien in schaarse kleding of terwijl zij seksuele handelingen verrichten. De verdachte heeft een van de slachtoffers, een moeder van een jong kind, bewogen seks met hem te hebben, heeft daarvan opnamen gemaakt en heeft haar vervolgens gedreigd deze seksuele gedragingen bij haar (schoon)familie bekend te zullen maken, als zij niet voor de verdachte zou gaan werken als prostituee.
De vrouwen mochten geen klanten weigeren en hadden daardoor vaak geen tijd voor een eetpauze. Het geweld dat de verdachte jegens de vrouwen gebruikte bestond mede uit seksueel geweld, waarbij de vrouwen werden gedwongen om (deviante) seksuele handelingen te verrichten of te ondergaan.
De verdachte heeft daarnaast de vriendin van zijn zoon, een kwetsbaar, minderjarig meisje dat in een jeugdinstelling verbleef, geworven om voor hem als prostituee te werken. Uit het dossier blijkt dat de destijds 41-jarige verdachte daarbij zelf ook seksueel contact had met het meisje, dat toen vijftien jaar oud was.
De verdachte heeft het grootste deel van de opbrengst uit het prostitutiewerk van de slachtoffers geïncasseerd.
De verdachte heeft de slachtoffers hierdoor op een gruwelijke wijze misbruikt en zich ten koste van hen verrijkt. Mensenhandel waarbij iemand die in een kwetsbare positie verkeert met het oog op financieel gewin in de prostitutie wordt gebracht en gehouden, is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiter.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke feiten doorgaans nog lange tijd de psychische gevolgen hiervan ondervinden. Onder meer uit de schriftelijke slachtofferverklaringen blijkt dat meerdere slachtoffers nog steeds ernstige gevolgen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Het hof rekent de verdachte deze gevolgen ernstig aan.
De persoon van de verdachte
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 7 augustus 2019 is hij op 16 januari 1995 veroordeeld wegens diefstal met geweld tot onder meer terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: een Tbs-maatregel). Daaruit blijkt eveneens dat de Tbs-maatregel op 15 augustus 2013 voorwaardelijk is beëindigd en op 18 september 2014 geheel is geëindigd.
De verdachte heeft zowel in eerste aanleg als in hoger beroep geweigerd zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek door gedragsdeskundigen, in het bijzonder gedragsdeskundigen verbonden aan het Pieter Baan Centrum (hierna: het PBC). De verdachte is wel door de gedragsdeskundigen geobserveerd. Voor de beantwoording van de vraag of bij de verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten al dan niet een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens bestond, acht het hof het rapport van het PBC van belang. Daaruit blijkt onder meer het volgende.
Ondanks zijn weigering aan het onderzoek mee te werken hebben de onderzoekers van het PBC wel enkele observaties kunnen verrichten en is een uitgebreid milieuonderzoek mogelijk geweest. Het gedrag van de verdachte is zodanig consistent en afwijkend, dat met zekerheid gesproken kan worden van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Door het ontbreken van enig (test)onderzoek is het echter niet mogelijk om deze scheefgroei verder te specificeren. Naar voren komt dat de verdachte voortdurend de grenzen opzoekt en deze overschrijdt, hij zeer aandachtbehoeftig is en op zoek is naar spanning. Hij handelt voornamelijk uit egocentrisme, voorbijgaand aan de grenzen en de behoeften van de ander. Daarbij gaat hij regelmatig ongelijkwaardige relaties aan met een exploiterend karakter, waarin de ander het onderspit delft.
De gediagnosticeerde gebrekkige ontwikkeling heeft een chronisch karakter, op grond waarvan kan worden vastgesteld, dat deze tijdens het ten laste gelegde ook aanwezig was. In algemene zin kan gezegd worden dat de verdachte statistisch gezien een ongunstig profiel heeft en derhalve het te verwachten recidiverisico hoog wordt geacht.
Conclusie
Het hof stelt op grond van het rapport van het PBC vast dat bij de verdachte tijdens het begaan van de bewezen verklaarde feiten een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond. De verdachte heeft binnen twee jaar na definitieve beëindiging van een eerdere Tbs-maatregel vier slachtoffers zeer langdurig misbruikt. Het recidiverisico wordt door deskundigen hoog ingeschat. Het is daarom vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord om de verdachte zonder verdere behandeling in de maatschappij te laten terugkeren. De algemene veiligheid van personen vereist het opleggen van een Tbs-maatregel.
De Tbs-maatregel zal worden opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, namelijk het meermalen plegen van mensenhandel, waarbij sprake was van fysiek en seksueel geweld en waarbij één van de slachtoffers minderjarig was. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Op grond van de aard, ernst en duur van de bewezen verklaarde feiten komt naast de op te leggen Tbs-maatregel – uit een oogpunt van normhandhaving en preventie – alleen een vrijheidsbenemende straf van aanzienlijke duur in aanmerking. De door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf van zes jaar is in beginsel passend. Het hof zal, nu het tevens een Tbs-maatregel oplegt, de duur van de gevangenisstraf echter beperken tot vijf jaar.
Het hof acht, samenvattend, een gevangenisstraf van vijf jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 188.134,14, bestaande uit € 168.134,14 materiële schade (te weten gederfde inkomsten en reiskosten) en € 20.000,00 immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 32.000,00, bestaande uit € 17.000 materiële schade en € 15.000,00 immateriële schade. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De raadsman heeft de vordering niet inhoudelijk betwist, maar slechts gesteld dat het hof gelet op de door hem bepleite vrijspraak niet aan beoordeling van de vordering toekomt. Nu het hof de verdachte strafrechtelijk aansprakelijk houdt voor het onder 1 bewezen geachte feit, is daarmee de civielrechtelijke aansprakelijkheid voor de daaruit rechtstreeks voortvloeiende schade gegeven. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De gemotiveerde stellingen van de benadeelde partij zijn door de verdediging niet betwist. De gevorderde schade komt het hof niet onrechtmatig of ongegrond voor. Het hof zal de vordering daarom toewijzen. Het toe te wijzen bedrag zal, zoals verzocht, vermeerderd worden met de wettelijke rente.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 140.685,00, bestaande uit € 125.685,00 materiële schade (te weten gederfde inkomsten) en € 15.000,00 immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 32.100,00, bestaande uit € 17.100 materiële schade en € 15.000,00 immateriële schade. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De raadsman heeft de vordering niet inhoudelijk betwist, maar slechts gesteld dat het hof gelet op de door hem bepleite vrijspraak niet aan beoordeling van de vordering toekomt. Nu het hof de verdachte strafrechtelijk aansprakelijk houdt voor het onder 2 bewezen geachte feit, is daarmee de civielrechtelijke aansprakelijkheid voor de daaruit rechtstreeks voortvloeiende schade gegeven. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De gemotiveerde stellingen van de benadeelde partij zijn door de verdediging niet betwist. De gevorderde schade komt het hof niet onrechtmatig of ongegrond voor. Het hof zal de vordering daarom toewijzen. Het toe te wijzen bedrag zal, zoals verzocht, vermeerderd worden met de wettelijke rente.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 14.700,00, bestaande uit € 7.200 materiële schade (te weten gederfde inkomsten) en € 7.500 immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De raadsman heeft de vordering niet inhoudelijk betwist, maar slechts gesteld dat het hof gelet op de door hem bepleite vrijspraak niet aan beoordeling van de vordering toekomt. Nu het hof de verdachte strafrechtelijk aansprakelijk houdt voor het onder 4 bewezen geachte feit, is daarmee de civielrechtelijke aansprakelijkheid voor de daaruit rechtstreeks voortvloeiende schade gegeven. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De gemotiveerde stellingen van de benadeelde partij zijn door de verdediging niet betwist. De gevorderde schade komt het hof niet onrechtmatig of ongegrond voor. Het hof zal de vordering daarom toewijzen. Het toe te wijzen bedrag zal, zoals verzocht, vermeerderd worden met de wettelijke rente.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Beslag

Verbeurdverklaring
Het hof zal het onder de verdachte in beslag genomen geldbedrag van € 50,00 (nr. 2 op de beslaglijst van 12 april 2018) verbeurd verklaren, nu dit geld geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de bewezen verklaarde feiten is verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
Het hof zal de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen vermeld onder de nummers 3 tot en met 43 op de beslaglijst van 12 april 2018 onttrekken aan het verkeer. Het betreft gegevensdragers, waaronder computers, telefoontoestellen, een USB-stick en Simkaarten. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte gebruik maakte van beeldmateriaal van slachtoffers, waarover hij (op gegevensdragers) beschikte, om hen te chanteren en te dwingen tot prostitutie. De onder 1 en 2 bewezen verklaarde gedragingen zijn daarom begaan met behulp van die voorwerpen en de voorwerpen zijn van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Teruggave aan rechthebbende
Het in het onderzoek tegen de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp vermeld onder nummer 1 van de beslaglijst, te weten een dagboek, dient te worden teruggegeven aan [slachtoffer 3], aangezien zij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 37a, 37b, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
het geldbedrag van € 50,00, vermeld onder nummer 2 van de aan dit arrest gehechte beslaglijst van 12 april 2018.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de voorwerpen, vermeld onder nummer 3 tot en met nummer 43 op de beslaglijst van 12 april 2018.
Gelast de
teruggaveaan [slachtoffer 3] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
het dagboek, genoemd onder nummer 1 van de beslaglijst van 12 april 2018.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 188.134,14 (honderdachtentachtigduizend honderdvierendertig euro en veertien cent) bestaande uit € 168.134,14 (honderdachtenzestigduizend honderdvierendertig euro en veertien cent) materiële schade en
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[slachtoffer 1], ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 188.134,14 (honderdachtentachtigduizend honderdvierendertig euro en veertien cent) bestaande uit
€ 168.134,14 (honderdachtenzestigduizend honderdvierendertig euro en veertien cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
129 (honderdnegenentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 30 september 2016.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 140.685,00 (honderdveertigduizend zeshonderdvijfentachtig euro) bestaande uit € 125.685,00 (honderdvijfentwintigduizend zeshonderdvijfentachtig euro) materiële schade en € 15.000,00 (vijftienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[slachtoffer 2], ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 140.685,00 (honderdveertigduizend zeshonderdvijfentachtig euro) bestaande uit € 125.685,00 (honderdvijfentwintigduizend zeshonderdvijfentachtig euro) materiële schade en € 15.000,00 (vijftienduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
128 (honderdachtentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 24 december 2016.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 14.700,00 (veertienduizend zevenhonderd euro) bestaande uit € 7.200,00 (zevenduizend tweehonderd euro) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 4], ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 14.700,00 (veertienduizend zevenhonderd euro) bestaande uit € 7.200,00 (zevenduizend tweehonderd euro) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
108 (honderdacht) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 30 september 2016.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. N.A. Schimmel en mr. S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 september 2019.
BIJLAGE 1: TENLASTELEGGING
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2015 tot en met 30 september 2016 te Heerhugowaard en/of elders in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer 1] (werknaam [slachtoffer 1]),
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273f lid 1 sub 4), en/of
3) heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen van die [slachtoffer 1] (onder andere door die [slachtoffer 1] te slaan en/of aan/bij de keel te grijpen en/of te duwen en/of aan de haren te trekken en/of aan de haren door de kamer te trekken/sleuren), en/of
- het dwingen, althans bewegen van die [slachtoffer 1] om (onvrijwillig) onveilige en/of door die [slachtoffer 1] als vernederend ervaren en/of deviante seksuele handelingen van en/of met hem, verdachte, te ondergaan en/of te dulden, en/of
- het dreigen aan anderen foto's te tonen/verstrekken waarop die [slachtoffer 1] zonder of slechts in weinig verhullende kleding te zien is, en/of
- het dreigen aan anderen te vertellen dat die [slachtoffer 1] als prostituee werkzaam was, en/of
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1], en/of
- het onder controle houden van die [slachtoffer 1] (onder andere door via een open telefoonverbinding mee te luisteren bij de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1]), en/of
- het onthouden van maaltijden aan die [slachtoffer 1], en/of
- het opleggen van (geldelijke) boetes aan die [slachtoffer 1],
en/of waarbij voornoemde (onder 2)) "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het laten verblijven van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes woning (aan het [adres]) en/of het ter beschikking stellen van die woning als werkplek (voor prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1]);
- het maken van foto's voor advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het onderhouden (waaronder begrepen het "omhoog plaatsen") van één of meer advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met (potentiële)(prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 1] en/of het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 1] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden (ook als dit (een) gewelddadige klant(en) en/of (een) klant(en) betrof waarmee die [slachtoffer 1] eerder negatieve ervaring(en) had gehad), en/of
- het ter beschikking stellen van condooms en/of werkkleding voor de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1], en/of
- het begeleiden van die [slachtoffer 1] bij/naar escortwerkzaamheden;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2015 tot en met 24 december 2016 te Heerhugowaard en/of elders in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer 2],
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven en/of vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273f lid 1 sub 4), en/of
3) heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 2] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen van die [slachtoffer 2] (onder andere door die [slachtoffer 2] aan/bij de keel te grijpen en/of te duwen en/of te slaan en/of te trappen en/of in de neus te bijten en/of aan de haren te trekken en/of aan de haren door de kamer te trekken/sleuren), en/of
- het dwingen, althans bewegen van die [slachtoffer 2] om (onvrijwillig) onveilige en/of door die [slachtoffer 2] als vernederend ervaren en/of deviante seksuele handelingen van en/of met hem, verdachte, te ondergaan en/of te dulden, en/of
- foto's te maken van (één of meer van) (die) seksuele handelingen van hem,verdachte, met die [slachtoffer 2], en/of foto's te maken van die [slachtoffer 2] zonder of slechts in weinig verhullende kleding en/of waardoor bij die [slachtoffer 2] de vrees ontstond dat (een) ander(en) kennis van die foto's zouden kunnen krijgen, en/of
- het dreigen aan anderen te vertellen dat die [slachtoffer 2] als prostituee werkzaam was, en/of
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 2], en/of
- het onder controle houden van die [slachtoffer 2] (onder andere door via een open telefoonverbinding mee te luisteren bij de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2]),
- het onthouden van maaltijden aan die [slachtoffer 2], en/of
- het opleggen van geldelijke boetes aan die [slachtoffer 2],
en/of waarbij voornoemde (onder 2)) "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het ter beschikking stellen van zijn, verdachtes woning (aan het [adres]) als werkplek (voor prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2]);
- het maken van foto's voor advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 2] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het aanmaken van en/of het onderhouden van (waaronder begrepen "omhoog plaatsen) één of meer advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 2] werd aangeboden voor prositutiewerkzaamheden, en/of
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met (potentiële)(prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 2] en/of het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 2] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden, en/of
- het ter beschikking stellen van condooms en/of werkkleding voor de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2], en/of
- het begeleiden van die [slachtoffer 2] bij/naar escortwerkzaamheden;
3.
hij in of omstreeks de peeriode van 01 juni 2016 tot en met 12 mei 2017 te Heerhugowaard en/of elders in Nederland,
een ander, genaamd [slachtoffer 3] (geboren 27 mei 2001) (werknaam [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 3]),
(telkens)
1) heeft geworven, overgebracht en/of gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 2), en/of
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten die (seksuele) handelingen (artikel 273 f lid 1 sub 5), en/of
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 3] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 8),
terwijl die [slachtoffer 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en waarbij "enige handeling(en)" (zoals genoemd onder 2)) (onder meer) hebben/heeft bestaan uit:
- het ter beschikking stellen van zijn, verdachtes woning (aan het [adres]) als werkplek (voor prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 3]);
- het aanmaken van en/of het onderhouden van (waaronder begrepen "omhoog plaatsen) één of meer advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 3] werd aangeboden voor prositutiewerkzaamheden, en/of
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met (potentiële)(prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 3] en/of het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 3] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden;
- het geven van uitleg en/of instructie(s) (waaronder zogenoemde "pijples") aan die [slachtoffer 3] ten behoeve van de door haar te verrichten prostitutiewerkzaamheden;
4.
hij in of omstreeks de periode van 19 mei 2016 tot en met 30 september 2016 te Heerhugowaard en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, genaamd [slachtoffer 4] (werknaam [slachtoffer 4]),
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
1) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 4] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273f lid 1 sub 4), en/of
3) heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 4] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 4] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het dwingen, althans bewegen van die [slachtoffer 4] om (onvrijwillig) onveilige en/of door die [slachtoffer 4] als vernederend ervaren en/of deviante seksuele handelingen van en/of met hem, verdachte, te ondergaan en/of te dulden, en/of
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 4], en/of
- het onder controle houden van die [slachtoffer 4] (onder andere door via een open telefoonverbinding mee te luisteren bij de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 4]), en/of
- het onthouden van maaltijden aan die [slachtoffer 4], en/of
- het opleggen van (geldelijke) boetes aan die [slachtoffer 4],en/of
- het dwingen tot het gebruik van harddrugs (o.a. cocaïne en/of speed en/of poppers) door die [slachtoffer 4],
en/of waarbij voornoemde (onder 2)) "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het laten verblijven van die [slachtoffer 4] in zijn, verdachtes woning (aan het [adres]) en/of het ter beschikking stellen van die woning als werkplek (voor prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 4]);
- het maken van foto's voor advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 4] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het aanmaken en/of onderhouden (waaronder begrepen het "omhoog plaatsen") van één of meer advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 4] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met (potentiële)(prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 4] en/of het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 4] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden, en/of
- het ter beschikking stellen van condooms en/of werkkleding voor de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 4], en/of
- het begeleiden van die [slachtoffer 4] bij/naar escortwerkzaamheden.
BIJLAGE 2: BEWIJSMIDDELEN
Ten aanzien van feit 1:
1.
De verklaring die de verdachte in eerste aanleg ter terechtzitting van 19 april 2018 heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1] heeft bedacht om in de prostitutie te gaan werken. Zij had problemen met boetes. Zij heeft mij benaderd via Facebook. [slachtoffer 1] heeft een misbruikverleden. Zij is misbruikt door haar vader. Ze had problemen toen ze terugkwam uit Engeland, waaronder PTSS. Ik ging met haar mee op escort. Zonder mijn support was het waarschijnlijk niet die kant op gegaan. Het is voorgekomen dat ik foto’s van haar maakte en advertenties voor haar. We maakten van ons samenzijn wel eens wat foto’s. Ik heb met [slachtoffer 1] geblowd en cocaïne en GHB gebruikt.
2.
Een proces-verbaal van verhoor. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 18 december 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, afgelegde getuigenverklaring:
Ik verbleef tot januari 2016 in de vrouwenopvang. Ik denk dat het vanaf de zomer 2015 zo was dat ik wilde stoppen met het prostitutiewerk omdat ik mijn doel had bereikt, de boetes waren betaald. Ik denk dat ik de boetes in mei 2015 heb afbetaald. De prostitutie vond plaats in de woning van [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte) in Heerhugowaard en de escort bij mensen thuis. [verdachte] heeft mij toen bedreigd dat hij mijn foto’s zou gebruiken. Hij had veel pikante foto’s van mij, ook waar mijn gezicht op stond, maar die stonden niet op internet. [verdachte] zei tegen mij: “Wat zullen ze er van vinden, wat zouden je kinderen er van vinden dat jij de hoer speelt. Denk je dat je nog een huis krijgt als ze horen dat jij de hoer speelt?” [verdachte] gaf me het gevoel dat ik niks waard was.
Vanaf de zomer 2015 tot het najaar 2016 voelde ik mij gedwongen om als hoer te werken voor [verdachte]. [verdachte] bleef me bellen. Hij gebruikte foto’s van mij. Door een tatoeage was ik herkenbaar op die foto’s.
Ik moest vaak de helft van mijn geld aan [verdachte] geven. Van mijn geld kocht [verdachte] technische gadgets voor zichzelf. [verdachte] hield zich niet aan afspraken. Klanten betaalden vaak 100 euro voor een half uur en 150 euro voor een heel uur. Als ik een weekend werkte verdiende ik € 2.500 of € 3.500 waarvan ik € 200 of € 300 zelf mee naar huis nam.
Vanaf het najaar van 2015 werd [verdachte] gewelddadig. Ik ben in de zomer van 2016 meerdere malen aangepakt door [verdachte]. Hij greep me bij de keel waardoor het helemaal zwart werd voor de ogen. [slachtoffer 5] was erbij. Hij heeft mij ook wel eens bij mijn haren naar een andere kamer gesleurd en op het bed geduwd. Ik denk dat [verdachte] mij zes of zeven keer heeft mishandeld. [verdachte] is verslaafd geraakt aan drugs, waardoor hij sneller geïrriteerd raakte en zijn gedrag veranderde. Ik weet dat hij mij de laatste paar maanden van 2016 heeft gedrogeerd. De AA die hij voor mij inschonk smaakte zout. Ik ben een paar keer out gegaan. Hij zei dan neem nog een snuifje. Ik werd wakker – en daar heeft hij videomateriaal van en die beelden wilde hij ook naar buiten brengen – dat hij zijn hele hand anaal bij mij had ingebracht. Hij bracht ook colaflessen of lampenpeertjes bij mij in. Hij heeft mij vaginaal gefist. Daar zouden ook filmpjes van moeten zijn op zijn telefoon.
Ik denk dat ik rond oktober 2016 de laatste keer bij [verdachte] in Heerhugowaard geweest ben.
3.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] (dossierpagina’s D17-D21). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 4 mei 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D18:
[verdachte] heeft mij gekleineerd. Als ik geen zin had in een klant kon [verdachte] heel boos worden. Tegen bepaalde klanten zag ik op, omdat deze gevaarlijk zijn. Op het gebied van seks was deze klant niet fijn. Ik zei tegen [verdachte] dat ik dat niet wilde. [verdachte] zette mij onder druk. Hij zou dan aan iedereen gaan vertellen dat ik dit werk deed.
D19:
Soms haalde hij voor honderden euro’s boodschappen. Ik moest die betalen, terwijl ik er dan alleen een weekend was. [verdachte] heeft meerdere malen fysiek opgetreden. Van de helft van het geld dat ik mocht houden, moest ik bijvoorbeeld ook de boodschappen doen. Dus uiteindelijk hield ik maar 30% over. Soms stal [verdachte] ook het geld. Ook heb ik escort voor [verdachte] gedaan. [verdachte] reed mij dan daar naartoe. Hij hield een lijntje open met mijn mobiel.
[verdachte] werd op een gegeven moment echt agressief. Als je dan een klant weigerde, kon je een paar klappen krijgen. Ik heb meegemaakt dat [verdachte] mij naar vijf klanten tegelijk wilde sturen. Ik wilde dat niet. Uiteindelijk ben ik gegaan, omdat [verdachte] boos werd.
D21:
[verdachte] verkracht de dames en mij heeft hij ook verkracht. [verdachte] heeft ook wel eens gezegd dat hij midden in de nacht langs zou komen om mij overhoop te schieten.
4.
Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] (dossierpagina’s D22-D27). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 16 mei 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
D23:
[verdachte] maakte altijd de afspraken met de klanten. Hij deed zich voor alsof hij mij was en sprak dingen af met klanten, die ik niet wilde. Mijn werknaam was [slachtoffer 1].
D24:
Ik werkte gemiddeld de helft van de week en ik had gemiddeld drie à 4 klanten per dag en maximaal twintig. [verdachte] regelde voor een groot deel de klanten. De afspraak was een verdeling van 50/50, maar [verdachte] pakte gewoon wat hij wilde. De controle werd steeds meer. [verdachte] luisterde mee via een telefoonverbinding tijdens escortafspraken. Er stonden soms vijf klanten in de rij, dan mocht ik niet eens eten van [verdachte]. [verdachte] regelde ook klanten die ik niet wilde. Ik moest van een klant drie uur lang zonder te bewegen in doggystyle zitten op mijn handen en knieën. Ik gaf altijd aan dat ik die klant niet wilde, maar [verdachte] maakte toch weer afspraken met hem.
D25:
Ik werd wel eens boos als hij weer eens al mijn geld had afgepakt. [verdachte] voelde zich dan vernederd en pakte mij dan bij mijn keel en kneep heel hard. Hij zette mij met geweld tegen de muur. Hij heeft dat een keer of vijf gedaan. Hij heeft ook weleens mijn arm bijna gebroken. Ik heb nog lang last van mijn arm gehad. Ik was bang dat hij het zou doorspelen aan de sociale dienst en dat ik mijn uitkering zou kwijtraken. Ik moest ook seks met hem hebben wanneer hij maar wilde, al had ik net de hele dag gewerkt. Dit deed hij bij alle meiden. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] (werknaam) hebben gezien dat hij mij mishandelde.
D25/26:
Ik had een keer seks met [verdachte] en op een gegeven moment wilde [verdachte] dat ik [slachtoffer 3] pijples zou geven op [verdachte]. Achteraf vond ik dit zo erg, toen ik erachter kwam dat zij minderjarig was. Hiermee dreigde [verdachte] ook. Dan zei hij dat ik mijn kinderen kwijt kon raken, omdat ik dat gedaan had. [verdachte] wilde ook poep- en plasseks. Hij vond dat vernederend richting de vrouwen zei hij.
5.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] als verdachte (dossierpagina’s D125-136). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 27 november 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
D133:
[verdachte] maakte mij helemaal gek. Er waren hele nare klanten bij waar je niet op zit te wachten.
[verdachte] deed alles zonder condoom
6.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 5] (dossierpagina’s G100-G110). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 12 oktober 2017 door [slachtoffer 5] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
G101:
[verdachte] gaf aan dat ik voor hem kon werken in de prostitutie. Ik moest het doen anders zou hij zeggen dat ik seks met hem had gehad. Ik zou geld krijgen maar hij heeft me niets gegeven, behalve een of twee keer 50 euro. Ik kon er niets tegen doen ik was bang dat hij me zou slaan. Hij pakte [slachtoffer 1] gewoon bij haar keel. Ik zag dat ze huilde van de pijn en geen adem kreeg.
G102:
Mijn werknaam was [slachtoffer 5].
G103:
[verdachte] hield alles in de gaten. [slachtoffer 1] moest ook werken. Hij sloeg haar gewoon. Ik heb dat gezien. Als ze een grote mond had, pakte hij haar. Hij stompte haar op haar bovenarmen of duwde haar op het bed met een hand voor haar mond en de andere hand op haar keel.
G104:
[slachtoffer 1] zat in dezelfde situatie als ik. Ik heb gezien dat zij ook geld aan hem ([verdachte]) gaf. Als ik niet lekker was moest [slachtoffer 1] de klant afhandelen.
7.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (dossierpagina’s D41-D49). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 15 mei 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D47:
U vraagt mij of ik ook in het bijzijn van andere meisjes werd mishandeld. Ik heb wel gezien hoe [verdachte] [slachtoffer 1] ([slachtoffer 1]) heeft aangepakt. Dat heb ik één keer gezien. Meestal deed hij het als die andere bezig was. Je mocht niet schreeuwen, niet huilen, je moest luisteren.
8.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (dossierpagina’s D112-D123). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 15 mei 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D115:
[verdachte] kneep de keel van [slachtoffer 1] dicht tot ze helemaal paars werd, dat heb ik zelf gezien.
D119:
Ik wist ook van [slachtoffer 1] dat ze het prostitutiewerk niet wilde doen.
Ten aanzien van feit 2:
9.
De verklaring die de verdachte in eerste aanleg ter terechtzitting van 19 april 2018 heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijke weergegeven:
Over de aangifte van [slachtoffer 2], zeg ik u dat er werd gewerkt vanuit mijn huis. [slachtoffer 2] is de vriendin van [slachtoffer 1]. Zij woonde in [plaats] in hetzelfde woonblok. Zij is bij mij thuis geweest. U vraagt of ik wist dat [slachtoffer 2] in de vrouwenopvang zat. Ik wist dat zij samen met [slachtoffer 1] in een appartementencomplex woonde. Ik heb weleens seks met haar gehad. [slachtoffer 2] zelf heeft mij verteld dat haar vader haar tikken had verkocht.
10.
Een proces-verbaal van verhoor. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 2 juni 2017 door verdachte [verdachte] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, afgelegde verklaring:
[slachtoffer 2] had geldproblemen. Zij heeft geld van mij geleend. Zij heeft een paar keer klanten ontvangen in onze woning aan het [adres] in Heerhugowaard.
11.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] (dossierpagina’s B25-B33). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 30 mei 2017 door [verdachte] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
B30/31
[slachtoffer 2] wilde 100 euro van mij, zij betaalde dat in natura terug. We hebben seks gehad. Ik stelde mijn appartement beschikbaar voor het werk in de prostitutie van [slachtoffer 2].
12.
Een proces-verbaal van verhoor. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 23 november 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, afgelegde getuigenverklaring:
Ik heb [verdachte] leren kennen via [slachtoffer 1] in de vrouwenopvang in [plaats]. Ik heb in de periode van 1 november 2015 t/m 24 december 2016 seksuele diensten verricht voor [verdachte] in Heerhugowaard aan het [adres].
Vanaf het begin tot het eind heeft [verdachte] mij vreselijk bedreigd en gekleineerd. Ik was in die periode heel beïnvloedbaar. Ik kwam uit de vrouwenopvang. [verdachte] werd agressief en boos als ik iets niet wilde doen. Zo weigerde ik eens voor hem in een beker te poepen en dan werd hij agressief.
In de beginperiode paaide [verdachte] mij nog, maar hij dreigde ook dat hij aan mijn schoonfamilie zou vertellen wat ik deed en die foto’s van mij, bloot dan wel in een uitdagende pose op het internet zou zetten. [verdachte] maakte elke week nieuwe foto’s van mij waarin ik bloot was of bijvoorbeeld gekleed in een kapot geknipte panty.
In november 2015 heeft hij tegen mijn wil seks met mij gehad en die keer was mijn zoontje erbij. Ik zag dat [verdachte] toen foto’s maakte. [verdachte] schreeuwde tegen mij. Ik dacht als ik meewerk kan ik weg met mijn zoontje. Toen het klaar was zei [verdachte] tegen mij dat hij mij zou gaan bellen en als ik niet naar hem toe zou komen dan zou [verdachte] die naaktfoto’s op internet zetten.
Na twee of drie maanden begon [verdachte] mij ook te mishandelen. Als ik iets fout deed dan kneep hij in mijn armen, trapte mij in mijn rug en tegen mijn schenen. Ik denk dat die agressie begon begin 2016.
Ik denk dat [verdachte] er in het begin ook van schrok, maar later werden de mishandelingen normaal. Hij werd boos en agressief als ik niet deed wat hij vroeg. Meestal deed ik wat hij zei want ik dacht hoe moet ik mijn blauwe plekken thuis verantwoorden.
Als [verdachte] zei: ik heb dorst, je moet plassen in een wijnglas dan wilde ik dat niet doen. Ik was ongesteld en ik wilde het niet. [verdachte] ging dan slaan en schreeuwen. Hij duwde mij en trok mij aan mijn haar. Hij sleurde mij naar de badkamer en zei: “ga maar plassen” en hij bleef er naast staan, waardoor ik het niet kon. Hij werd alleen maar kwader.
De ergste mishandeling was dat hij mij door de kamer gooide en op mij is gaan zitten. Hij heeft toen in mijn neus gebeten. Mijn neus bloedde heel erg. Ik ben toen naar de badkamer gegaan om mijn neus goed te spoelen en heb er een hechtpleister op geplakt. Deze mishandeling was in de periode dat [verdachte] cocaïne snoof. Ik denk in september of oktober 2016.
[verdachte] had seks met alle meisjes zonder condoom. [verdachte] kocht allemaal dure spullen. De telefoonlijn bleef open met [verdachte] als hij met de meisjes op escort was. In totaal heb ik denk ik twee keer 100 euro gekregen van [verdachte] voor al dat werk.
13.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (dossierpagina’s D41-D49). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 15 mei 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D43:
[verdachte] heeft mij in oktober 2015 (nadat hij mij geld voor benzine had gegeven) overgehaald om mee te gaan naar zijn huis (ik was met mijn zoontje). Hij wilde er iets voor terug.
D44:
[verdachte] dwong mij (toen) hem te pijpen. Dit gebeurde hardhandig. Daarna hebben we geneukt zonder condoom. Ik moest in een champagneglas plassen en [verdachte] dronk dit op. [verdachte] zei dat als hij mij belde, ik naar Alkmaar moest komen.
Ongeveer vier dagen later belde [verdachte] mij op. Ik moest aan het werk in Alkmaar. Toen is het begonnen. Ik moest weer seks hebben met [verdachte]. Ik wilde dit niet, maar ik voelde mij door zijn intimiderende houding gedwongen. Ik was erg bang voor hem. Nadat ik seks had met [verdachte], moest ik ook seks hebben met de junk die daar was. Twee dagen later zei [verdachte] dat ik weer naar Alkmaar moest komen. We zijn naar Heerhugowaard gegaan naar het [adres]. [verdachte] wilde foto’s van mij maken, zodat hij die foto’s op een advertentie (voor de website [website 1]) kon zetten. Ik zei hem dat ik dat helemaal niet wilde. Hij werd toen zo kwaad. Hij greep mij bij mijn keel. Ik ben vroeger heel erg mishandeld door mijn vader, dus ik ben wel wat gewend, maar toch voel je angst en pijn in je lichaam. Ik werd toen ook helemaal paars. [verdachte] schreeuwde en gooide met spullen. Ik was op dat moment zo bang dat ik maar deed wat hij zei. [verdachte] maakte foto’s van mij.
D45:
De pakjes die ik moest dragen op de foto, een van beneden opengescheurde kippengaas-legging, blote pakjes, lagen bij [verdachte]. Op sommige foto’s stond mijn gezicht ook. [verdachte] liet me elke keer naar Alkmaar komen, soms drie of vier keer in de week. Soms bleef ik ook slapen. [verdachte] had wel zes telefoons. Ik moest zelf via WhatsApp klanten benaderen. Ik had daar natuurlijk helemaal geen zin in, dus ik deed niet mijn best. Toen [verdachte] daar achter kwam, werd hij zo boos. Die dag heb ik drie klanten gehad. Hij vroeg 50 euro per uur en hij zei dat het geld 50/50 gedeeld werd. Ik ging die dag met tien euro naar huis. De volgende dag moest ik gelijk weer komen. Ik moest toen een escort doen. Eindstand die dag: vier klanten en ik kreeg 20 euro van [verdachte]. Elke keer dat ik moest werken, moest ik ook twee of drie keer seks hebben met [verdachte], onbeschermd. Ik vond dat zo erg en heb ook een abortus laten plegen. Met klanten had ik ook onbeschermde seks. Soms sloegen ze te hard omdat ze helemaal doorgesnoven waren of trokken ze halverwege het condoom af. Ik wilde niet eens werken en neuken voor geld, maar ik kon niet anders. Ik ging elke keer dat ik gewerkt had met 20 of 30 euro naar huis. Hij stal gewoon mijn geld. Ik moest het met al die mannen doen, waarom krijg ik dan niet het geld. Soms had ik zeven of acht klanten per dag. [verdachte] volgde mij de hele dag. Als ik twee uur met de klant was dan moest ik een open telefoonverbinding hebben. Zo controleerde hij of ik niks vertelde over de situatie.
D46:
Ik probeerde manieren te bedenken om te stoppen. Maar ik wist niet hoe. Straks zou hij me omleggen. Hij had me al een keer gekeeld. In twaalf maanden tijd heb ik rond de 80 à 100 verschillende mensen (klanten) gehad.
U vraagt of ik klanten mocht weigeren. Hij bepaalde. Soms moest je 24 uur met een man op een kamertje die helemaal onder de drugs zat. Als hij dat wilde dan deed je dat gewoon.
D47:
Ik heb wel eens echt last van mijn rug gehad, omdat hij gestompt of getrapt had. U vraagt of ik ook in het bijzijn van andere meisjes werd mishandeld. Meestal deed hij het als die andere bezig was. Je mocht niet schreeuwen, niet huilen, je moest luisteren.
[verdachte] is echt gek, hij is een beest. Het ergste vind ik nog dat wij in een beker moesten poepen en plassen. Hij dronk en at dat op. Ik moest mijn behoefte ook boven zijn hoofd doen. Ik vind dat zo erg. Ik heb gesmeekt en gezegd dat ik het niet kon dus dat ik het dan liever in een beker deed.
D48:
U vraagt mij wat [verdachte] allemaal voor mij regelde. De condooms, af en toe was er drinken. Soms at ik geen avondeten. Het verschilde een beetje. Zoveel regelde hij niet. Hij regelde alleen maar shit en stress. U houdt mij voor dat ik vertelde dat ik gemiddeld drie à vier dagen per week werkte. Ik had gemiddeld zes/zeven/acht klanten per dag. Ik ontving het geld van de klant, maar [verdachte] wist precies wat ik zou krijgen, dus dat geld moest ik echt afgeven. Ik durfde ook echt geen geld weg te stoppen. Hij zat ook altijd aan mij namelijk. Ik stuur een foto door van toen ik net in mijn neus gebeten was, dan kan hij bij de aangifte gevoegd worden (dossierpagina D51).
14.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (dossierpagina’s D53-D58). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 18 juli 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D53:
Na de eerste drie weken heb ik me echt dood gewerkt. Als ik even een uurtje rust had, wilde hij seks met me. Ik kon niet weigeren. Het was zonder condoom. Als je weigerde was je de lul, dan barste hij uit. Vooral op het laatst. Hij ging slaan, je keel dichtknijpen. Als je tijdens die seks moest huilen, interesseerde het hem niets. Hij kickte er op.
D54:
Ik zag mijn kans weg te vluchten toen [verdachte] zijn huis uit moest.
D55:
Ik weet niet hoeveel ik van het door mij verdiende geld zelf heb gehouden. Alles ging naar boodschappen, telefoons, beltegoed. Wat hield je zelf over, eigenlijk niets. Het geld van de klant moest je direct inleveren bij [verdachte]. Hij snoof heel veel. Hij kocht allemaal iPads, nieuwe telefoons. Hij gaf mijn geld uit aan domme luxe dingen. [verdachte] was eigenlijk altijd in de woning als ik aan het werk was, tenzij het een escort was met iemand, maar dan lag er een telefoon en die stond altijd aan, zodat hij precies hoorde wat je deed of wat je betaald kreeg. Ik durfde niet de telefoonlijn te verbreken. Hij was snel agressief, ging slaan, stompen. Hij heeft echt kracht. Keel dicht knijpen. Hij gooide je gewoon. Je was altijd de schuldige, dan zei hij dat je geen geld kreeg en dat kreeg je toch niet. In het begin was ik bang, dan werkte ik maar mee om te overleven. Later ging ik er tegenin, als ik iets niet wilde dan zei ik dat en bleef ik volhouden, maar uiteindelijk verloor ik toch van hem.
D56:
Je kreeg geen geld, want dat gaf hij uit aan condooms en seksattributen en boodschappen, zei [verdachte], maar we kregen niks. Wij moesten toekijken hoe hij aan het eten was. Wij hadden honger. Meestal werkte ik op het adres waar hij woonde. U vraagt mij of er voor de ruimte waar ik werkte betaald moest worden. Nee, hij pakte al ons geld, ik heb geen idee.
15.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (dossierpagina’s D112-D123). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 15 mei 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D115:
U houdt mij voor dat u uit onderzoek heeft begrepen dat [verdachte] boetes gaf voor de meest vreemde dingen. U vraagt wat ik daarover kan verklaren. Als je een grote mond had of iets anders verkeerd deed in zijn ogen dan kreeg je een boete. Als ik bijvoorbeeld zei: “Ik wil die klant niet” dan gaf hij je een boete. Dan moest je 50 euro betalen. Of als je van zijn drinken dronk, dan kreeg je een boete. Mij scheelde dat niks, want ik kreeg toch al geen geld, dus die boetes maakte toch niks uit. Ik moest zo hard werken. Ik kreeg er niks voor. Klappen, ruzie, gezeur thuis, dat is het enige dat ik er aan over heb gehouden.
U vraagt mij hoe het kwam dat ik zo’n angst had dat ik dit allemaal ben gaan doen. Ik denk door de bedreigingen en de manier waarop hij tegen mij deed dat ik geen andere uitweg had. Hij bedreigde me met mijn kind, om mijn leven helemaal overhoop te halen. Ik ben moslima en ik was vooral bang dat wat ik deed bij mijn man of schoonfamilie terecht zou komen. Als dat zo was dan zou ik niemand meer hebben. Ik zou helemaal alleen zijn. [verdachte] zei ook dat hij er wel achter zou komen wie mijn familie was en als ik niet zou meewerken, hij hen wel zou vertellen wat ik deed. Ik wist ook dat hij 20 jaar TBS had gehad, dus dat krijg je niet zomaar. Daarom geloofde ik dat hij erachter zou kunnen komen en mijn leven overhoop zou kunnen halen.
16.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] als verdachte (dossierpagina’s D125-136). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 27 november 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
D127:
[slachtoffer 2] heeft ook voor [verdachte] gewerkt. Hij heeft haar zelf benaderd.
17.
De getuigenverklaring die door [slachtoffer 1] ter terechtzitting van 19 april 2018 is afgelegd. Die verklaring houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in:
[verdachte] was heel intimiderend. [slachtoffer 2] en ik zijn vrij pittig, we hebben een weerwoord, als je dat doet is hij beledigd en vernederd. Hij behandelde haar net zo minderwaardig als de rest, dat was continue. Kleineren. Hij wreef het erin als je uiteindelijk akkoord ging voor minder geld. Hij vroeg bij iedereen om poep en plasseks en dan zeggen dat je zo laag bent dat je dat doet, maar hij was degene die het at, ermee speelde en het dronk. Hij zei tegen de vrouwen: “Wat zou je omgeving ervan vinden dat je dat doet (de plas en poepseks)”. Ja, ik heb [verdachte] dreigementen heb horen uiten in de richting van [slachtoffer 2] en ook ten aanzien van de anderen. Hij dreigde met de foto’s. We hebben weleens met zijn allen getracht de gegevens te verwijderen. Iedereen gaf wel aan te willen stoppen. Ik was erbij toen hij [slachtoffer 2] omkieperde van de matras en uit de woning verwijderde en heb hem horen zeggen: “Vergeet niet wat ik allemaal zwart op wit van jou heb. Je kunt nooit zeggen dat ik je heb gedwongen”.
18.
Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] (dossierpagina’s D22-D27). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 16 mei 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
D25:
Ik moest ook seks met hem hebben wanneer hij maar wilde, al had ik net de hele dag gewerkt. Dit deed hij bij alle meiden.
19.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] als verdachte (dossierpagina’s D125-136). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 27 november 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
D133: [verdachte] deed alles zonder condoom.
Ten aanzien van feit 3:
20.
De verklaring die de verdachte in eerste aanleg ter terechtzitting van 19 april 2018 heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijke weergegeven:
Ik heb [slachtoffer 3] leren kennen via [naam 1]. Hij heeft haar gebracht. Zij was het vriendinnetje van mijn zoon.
Ik weet van de brief die [slachtoffer 3] naar mijn adres heeft gestuurd. Ze heeft daar een nummer bij gedaan en ik heb haar later op dat nummer gesproken.
21.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] (dossierpagina’s B50-B59). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 8 november 2017 door [verdachte] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
B56:
Mijn zoon heeft een verhouding met [slachtoffer 3] gehad. U zegt mij dat het nummer dat [slachtoffer 3] in haar dagboek heeft opgeschreven opgeslagen staat als “goede kennis” in de telefoon, aangetroffen tijdens de doorzoeking. Nadat zij haar telefoonnummer had toegestuurd heb ik haar onder de noemer “goede kennis” in mijn contacten gezet.
22.
Een proces-verbaal van bevindingen van 1 augustus 2017 (dossierpagina’s E106 en E107, met bijlagen E108 t/m E116). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van de verbalisant:
Nader onderzoek SMS-gesprek, aangetroffen in de telefoon op het nachtkastje waar verdachte lag te slapen tijdens zijn aanhouding. Het nummer [telefoonnummer 1] is aangetroffen in het dagboek van [slachtoffer 3].
E108/E109: To goede Kennis [telefoonnummer 1] 1-2-2017:
Ik ga jou mijn eigen cokehoer maken.
[telefoonnummer 1] ik wil jou als mijn levensmetgezel.
23.
Een proces-verbaal van bevindingen van 7 juni 2017 (dossierpagina’s E53 en E54). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van de verbalisant:
Op 6 juni 2017 heb ik een bezoek gebracht aan de jeugdinstelling [jeugdinstelling]. Volgens een telefonische melding zou [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedag 2]-2001) weer zijn teruggekeerd op genoemd adres, na een periode van onttrekking aan toezicht.
Ik sprak de heer [naam 2], de stiefvader van [slachtoffer 3]. [naam 2] vertelde ons dat hij in oktober 2016 was benaderd door [naam 3] van Jeugd en Gezinsbescherming die hem vervolgens vertelde dat [slachtoffer 3] een minderjarig meisje uit het [jeugdinstelling] had uitgenodigd in een woning seks tegen betaling te hebben met volwassen mannen. [naam 2] had [slachtoffer 3] hiermee geconfronteerd en [slachtoffer 3] had het volgens [naam 2] bevestigd. [slachtoffer 3] had ook bevestigd dat ze wel eens seks tegen betaling had gehad met volwassen mannen. Dit had zich afgespeeld ergens in de zomer van 2016 in de omgeving van Alkmaar.
24.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 6] (dossierpagina’s D2-D7). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 6 april 2017 door [slachtoffer 6] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D3:
[verdachte] wilde dat ik voor hem ging werken in de prostitutie. Ik heb ook klanten bij hem thuis ontvangen in Heerhugowaard. Bij de laatste escort, dit moet voor juli 2016 zijn geweest, kwam ik in contact met een meisje genaamd [slachtoffer 3], haar werknaam is [slachtoffer 3]. Het betreft zijn schoondochter. Zij is samen met [verdachte] naar een klant gegaan, daar ben ik heen gegaan. Op één adres waren twee klanten. Ik had een klant en [slachtoffer 3] had een klant. Ik heb gezien dat [slachtoffer 3] met een klant bezig was.
25.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 6] (dossierpagina’s D7-D15). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 17 juli 2017 door [slachtoffer 6] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D9:
We ([slachtoffer 3] en ik) waren voor een uur geboekt. De klant was [slachtoffer 3] aan het beffen, vingeren en ze waren een beetje aan het zoenen. [slachtoffer 3] kwam binnen met een telefoon met een open verbinding. Ik heb die verbinding verbroken en ben toen meerdere malen gebeld door [verdachte].
26.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] (dossierpagina’s D61-D64). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 1 augustus 2017 door [slachtoffer 4] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D63:
De dame op de foto met nummer K-02 is [slachtoffer 3]. Ik ken [slachtoffer 3] van [verdachte].
D64:
[slachtoffer 3] kwam binnen met de beste vriend van de zoon van [verdachte], genaamd [naam 1]. Ik zag meteen dat zij een jaar of 15 was. Ik mocht niet met haar praten van [verdachte]. [verdachte] pakte mijn geld af en legde dat voor [slachtoffer 3] op tafel. Hij wilde haar belust op geld maken of zo. In elk geval ging [naam 1] met [slachtoffer 3] naar achteren en hadden seks. Later ging [naam 1] weg en toen bood [verdachte] 50 euro aan [slachtoffer 3] voor seks, dat deed ze toen. Ik hoorde een dag later van [slachtoffer 3] dat zij de ex was van de zoon van [verdachte] en dat zij 16 jaar was. Ik heb iets van drie weken met haar gewerkt. We moesten ook trio’s doen van [verdachte].
27.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] (dossierpagina’s D22-D26). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 16 mei 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
D25 en D26:
U houdt mij voor dat ik heb verklaard dat er ook minderjarige meisjes werkten voor [verdachte]. Dat is [slachtoffer 3] geweest. Zij was een ex of vriendin van de zoon van [verdachte]. Ik heb gezien dat zij heeft gewerkt heeft als prostituee. Ik ben erbij geweest. Dit was ongeveer zomer/begin herfst van 2016. Later heeft [verdachte] toegegeven dat zij minderjarig was. Toen hij erachter kwam dat ze minderjarig was heeft hij haar gewoon door laten werken. Haar werknaam was [slachtoffer 3] of [slachtoffer 3]. Beide namen gebruikte ze. Ik heb ook gezien dat ze seks heeft gehad met [verdachte]. Ik had een keer seks met [verdachte] en op een gegeven moment wilde [verdachte] dat ik [slachtoffer 3] pijples zou geven op [verdachte].
28.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] als verdachte (dossierpagina’s D125-136). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 27 november 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
D132:
Ik weet dat [verdachte] [slachtoffer 3] met de auto naar de escort bracht. Ik heb verschillende keren geld aangenomen voor [slachtoffer 3]. Dat geld moest ook naar [verdachte]. Het geld werd aan mij betaald, aan [verdachte] of aan [slachtoffer 3] zelf. Ze was ook wel alleen met een klant, dan was er van tevoren geld betaald en als de klant wegging, gaf ze aan dat het goed was gegaan. Het was voor mij heel duidelijk dat er betaald was door de klant voor seks met haar.
29.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (dossierpagina’s D53-D58). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 18 juli 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
U toont mij de foto met nummer K-02. Dat is dat minderjarige meisje. Zij was echt nog jong 15 of 16 of zo. Zij heette [slachtoffer 3].
Ik heb midden of eind 2016 met [slachtoffer 3] gewerkt. Ik denk dat het midden 2016 was.
30.
Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2017 (dossierpagina D60). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van de verbalisant:
Tijdens het verhoor van [slachtoffer 2] op 18 juli 2017 werd foto K-02 met de afbeelding van [slachtoffer 3] aan [slachtoffer 2] getoond.
31.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 7] (dossierpagina’s G56-G62). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 18 juli 2017 door [slachtoffer 7] ten overstaan van verbalisant afgelegde getuigenverklaring:
G57:
[slachtoffer 3] vertelde mij dat ze werkte voor een man, een vriend van haar. Ze verdiende geld voor hem als prostituee. Ik kwam er later achter dat het over [verdachte] ging.
G58:
Ik denk dat ik [verdachte] voor het eerst zag een maand voordat ik 18 werd. Het was oktober 2016, de dag nadat ik contact had met [slachtoffer 3]. [slachtoffer 3] was al bij [verdachte] op het [adres].
G60:
Ik had coke gebruikt daar. Als [slachtoffer 3] mij belde hoorde ik [verdachte] op de achtergrond. Ik hoorde dat [slachtoffer 3] het geld moest terugwerken wat ik opgemaakt had.
32.
Een proces-verbaal van bevindingen van 23 mei 2017 (dossierpagina’s E9 en E10 en bijlagen dossierpagina’s E11 en E12). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant:
E10:
De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] ([verdachte] ) heeft op 20 mei 2017 twee keer contact gezocht met het telefoonnummer [telefoonnummer 3]. Ik heb via Google gezocht naar het voormelde telefoonnummer. Ik zag bij de zoekresultaten onder andere een advertentie staan van [slachtoffer 3] op de website
[website 2]met als titel: [naam 4] schone voor jouw genot met telefoonnummer [telefoonnummer 3]. Ik zag onder andere dat de advertentie was geplaatst op [datum 1] om [tijd] uur en dat [slachtoffer 3] lid was vanaf [datum 2].
E11:
Verder zag ik onder andere een advertentie staan van [slachtoffer 3] op de website
[website 3].
33.
Een proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2017 (dossierpagina’s E45-E46). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
E45
Door de afdeling vreemdelingeninformatiecoördinatie wordt een BHV-mutatie aangetroffen van de politie-eenheid Midden-Nederland waaruit blijkt dat [slachtoffer 3] is vermist uit de gesloten opvang [opvang 1], alwaar zij zich bevond met een machtiging tot gesloten plaatsing.
In deze BHV-mutatie is verder te lezen dat de stiefvader van [slachtoffer 3] de spullen van [opvang 1] heeft gekregen, waaronder het dagboek van [slachtoffer 3].
34.
Een proces-verbaal van bevindingen van 14 juni 2017 (dossierpagina’s E56-E60). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant:
E56:
Op 15 mei 2017 werd onder de moeder van [slachtoffer 3] het dagboek van [slachtoffer 3] in beslag genomen. Op pagina 2 begint het dagboek met de datum 1 december 2016. Mij is ambtshalve bekend dat [verdachte] als bijnaam [verdachte] gebruikt. [slachtoffer 3] noemde in haar dagboek [verdachte] op verschillende manieren, te weten: [verdachte], [verdachte] en [verdachte].
E56 en E57:
[slachtoffer 3] beschreef de voor- en nadelen over haar contact met [verdachte]. De voordelen die [slachtoffer 3] omschreef waren onder andere:
  • Veel geld, goed kunnen sparen voor grote dingen in de toekomst bijvoorbeeld een nieuwe scooter etc;
  • Mama is niet veel geld kwijt door mij;
  • In de loop van de tijd worden mijn pijpskills beter en beter;
  • Wanneer ik iets nodig heb, maar duur is, kan ik ’t geld zo bij elkaar krijgen voor bijvoorbeeld drie uurtjes werk. Normaal in de winkel, werken is twee maanden sparen.
E57:
[slachtoffer 3] beschreef in haar dagboek dat de cashflow zwaar verslavend is, dat ze steeds meer ging draaien. [slachtoffer 3] vond veel verdienen fijn, maar niet de manier waarop. Maar elke keer haar stapel bijvullen met een paar briefjes van € 50.
Een passage uit het dagboek van [slachtoffer 3]:
“een win-win situatie is voor mij en ondertussen maak ik [verdachte] ook nog rijk”.
35.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van 14 juni 2017 (dossierpagina’s Bb21-Bb26). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als vraag van de verbalisant en als antwoord van de getuige [getuige]:
V: Hoe heb je [verdachte] leren kennen?
A: Het was via een datingsite.
V: Onder welke naam?
A: Onder [verdachte].
V: Heeft [verdachte] nog meer bijnamen?
A: Nee, [verdachte] en [verdachte].
Ten aanzien van feit 4:
36.
De verklaring die de verdachte in eerste aanleg ter terechtzitting van 19 april 2018 heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijke weergegeven:
In eerste instantie heeft het contact tussen [slachtoffer 4] (het hof begrijpt: [slachtoffer 4]) met mij waarschijnlijk plaatsgevonden via een privé-telefoon. Ik heb seks met [slachtoffer 4] gehad. [slachtoffer 4] zat wel eens een week bij mij thuis. U vraagt of de periode mei tot en met september 2016 kan kloppen. Het was af en aan.
37.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] (dossierpagina’s B50-B59). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 8 november 2017 door [verdachte] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
B51:
[slachtoffer 4] (het hof begrijpt: [slachtoffer 4]) is via een reactie op een advertentie komen werken.
B52:
[slachtoffer 4] heeft ongeveer een half jaar in Heerhugowaard gewerkt.
38.
Een proces-verbaal van verhoor. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 29 maart 2018 door [slachtoffer 4] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, afgelegde getuigenverklaring:
[verdachte] schold mij steeds uit voor debiel, vieze bitch, vuile kankerhoer en dergelijke. De eerste week kreeg ik een ketting van [verdachte] en zei hij “je bent de sleutel van mijn hart”. Wij moesten ook gaan gebruiken van [verdachte]. We moesten poppers, wiet, speed cocaïne en kamagra gebruiken. [verdachte] is iemand die als hij iets wil blijft pushen. Je kan geen nee tegen hem zeggen. Daarom heb ik gebruikt. Er was mij antidepressiva voorgeschreven bij [opvang 2] waar ik verbleef omdat ik toen ik 18 was in een gewelddadige relatie zat waarbij mensenhandel speelde.
[verdachte] vond zich op een gegeven moment de grootste pooier in de wereld. Toen werd hij ook heel intimiderend. Ik denk dat hij ons zag als zijn speelgoed. Hij had seks met ons als hij het wilde. Wij moesten hem pijpen als hij het wilde. Hij gebruikte drugs wanneer hij het wilde. Omdat het zijn huis was, had hij deze privileges. Dit betrof de laatste maand dat ik daar was. Hij gebruikte in die periode ook heel veel. Hij was laks. Hij had in die tijd schijt aan ons. Er kwamen steeds meer klanten, ook al wilden wij dat niet. Hij nam toen ook al het geld. Ik kon toen niet meer en hoefde zelfs op dat moment het geld niet meer. Ik ben toen weggegaan met maar 200 euro. Mijn werknaam was [slachtoffer 4].
Een van de laatste dagen dat ik daar was kreeg [verdachte] een brief dat hij het huis uit moest. Hij was heel boos en gemeen tegen mij.
39.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] (dossierpagina’s D61-64). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 1 augustus 2017 door [slachtoffer 4] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D62:
Ik ben op internet gaan zoeken om werk in de prostitutie te krijgen. Ik kreeg contact met [verdachte]. Ik had zijn nummer via “[naam 5]”. Ik zat toen nog bij [opvang 2]. Ik was net 20 jaar oud. [verdachte] wist mijn leeftijd. Hij noemde mij [slachtoffer 4], dat was ook mijn werknaam. Ik was de enige die zo heette. Hij probeerde mij verliefd op hem te maken, hij gaf mij een ketting en hij deed alsof hij mij heel leuk vond. Dat werkte wel bij mij. Ik werd eigenlijk verliefd op hem. De eerste week deed hij heel leuk, maar toen kwam zijn vriendin ([slachtoffer 1]) terug en alles werd toen anders.
D63:
Ik mocht niet alleen naar buiten. [verdachte] heeft mij niet echt mishandeld. Hij heeft mij wel vernederd. Hij kneep mij wel, als ik bijvoorbeeld iets zei dat hij niet goed vond. De klanten kwamen naar het huis (op het [adres] in Heerhugowaard). Ik heb ook een paar keer escort gedaan. Ik mocht geen klanten weigeren. [verdachte] heeft mij drugs gegeven en onder dwang seks met mij gehad. Hij werd erg gevoelloos. Hij dacht alleen maar aan zichzelf. Wij moesten onder dwang drugs gebruiken. Ik kreeg coke, poppers en speed. Ik wilde dat niet. Hij moest daarin zijn zin hebben. Hij dramde drie uur door tot we het namen. We gaven het gewoon op. Ik ging een keer naar hem toe om te rusten, niet om te werken ([verdachte] had gezegd dat hij dat goed vond). Ik kwam daar en hij wilde me fisten. Ik wilde niet werken. Ik had toen ook een blaasontsteking. Die dag had hij gewoon tien klanten voor mij en ik kreeg amper betaald. Hij nam het geld gewoon in. Hij bepaalde zelf de prijzen. Voor 30 euro moest ik 15 minuten en voor een half uur was het 60 euro denk ik. Als ik niet werkte dan sliep ik in de woonkamer. [verdachte] heeft mij een keer gefilmd toen hij mij van achteren nam. Ik wilde dat niet. U vraagt of [verdachte] mij seksueel heeft misbruikt. Ja, dat ging de hele dag door. Ik moest hem de hele tijd pijpen en hij wilde anaal. Ik wilde dat niet. Hij pakte me gewoon een keer en verkrachtte mij anaal. Ik heb ook gezien dat hij dat bij andere meisjes deed. Hij is gewoon seksverslaafd.
40.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] (dossierpagina’s D67-D95). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 8 augustus 2017 door [slachtoffer 4] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D70:
Ik moest zelf mijn eten betalen. Je moest alles zelf betalen. De 200 euro moest ik dus betalen en dan mijn eten ook nog inderdaad. Hij was echt heel gierig. Hij vroeg voor alles geld. De eerste week mocht ik van hem 20 procent betalen en toen [slachtoffer 1] kwam moest ik opeens een derde betalen. Ik had eerst een deal met hem gemaakt: als ik jou pijp mag ik voor 20 procent zeg maar, zulke dealtjes maakte ik. Je kunt inderdaad zeggen dat ik in natura betaalde.
D71:
[verdachte] bepaalde het bedrag. Het geld dat ik kreeg moest ik meteen aan hem geven. Ik moest het in de woonkamer leggen. Als ik dan terugkwam, had hij zijn deel al gepakt. De eerste week heeft hij mij heel erg gemanipuleerd. Ik ben nog steeds beïnvloedbaar.
D72:
Als [verdachte] mij ergens naartoe reed voor een escort, moest ik extra betalen.
D74
Ik moest een werktelefoon overkopen, dat was 100 euro. Ik moest een advertentie overkopen en dat was ook 100 euro. Ik moest nog andere mobieltjes overkopen van [verdachte], omdat hij geen geld had, dat was 350 euro. Ik was gewoon bang, dat ik misschien geslagen zou worden of zo of dat hij misschien boos zou worden. U vraagt waarom ik dat dacht.
D75:
Omdat hij echt agressief kan zijn. Als hij zich vernederd voelt, doet hij er alles aan om je onderuit te halen. Woorden breken mij meer dan klappen. Over alles wat je zegt is het van: “Ja wat weet jij er nou van, jij bent klein, jij bent nog maar een kind” of “Je bent een hoer, je bent niks waard”. Ik kan het me niet (allemaal) precies herinneren, maar ik weet wel nog hoe ik mij toen voelde zeg maar.
Ik kon daar niet weg. Ik zat daar vast. Ten eerste had ik geen huis, wel een plek waar ik woonde, maar niet een plek waar ik kon slapen, want ik had helemaal geen spullen in mijn kamer. Ik had een lege kamer. Ik kon niet naar mijn ouders want daar had ik toentertijd ruzie mee. Ik had de inkomsten nodig en ik wist niet hoe ik het op een andere manier moest aanpakken. [verdachte] en [slachtoffer 1] wisten dat. Ik heb hen vanaf het begin over alles geïnformeerd, dat ik uit de instelling weg ben getrapt, dat ik antidepressiva slikte, dat ik eigenlijk mezelf kwijt was. Ze wisten alles over mij.
D76:
De telefoon hielden zij meestal als er klanten waren en dan ging hij verder met nieuwe afspraken maken. Er waren echt dagen dat het in en uit ging, dat ik geen pauze had, dat ik gewoon 10 klanten achter elkaar had, dan was het misschien 2 uurtjes stil en daarna kwamen er weer 10.
D77:
Soms was [verdachte] ‘s nachts geil en dan moest ik hem pijpen, terwijl ik sliep, en seks met hem hebben. Ik werd wel eens waker gemaakt voor klanten. Dat kon op ieder tijdstip zijn. Het gaat echt de hele nacht door.
U vraagt wat er gebeurde als ik het niet wilde. Dan moest het alsnog. [verdachte] heeft niets te maken met nee, hij weet niet wat nee is. Je moet wel gaan, hij heeft de klant al binnengelaten en het geld aangenomen. Ik heb heel vaak gezegd: “Ik doe het niet”, meestal aan het eind van de dag, want dan had ik gewoon pijn en dan was ik kapot van binnen en had ik gewoon geen zin meer. Hij pushte het gewoon door, hij had gewoon schijt, het maakte hem niet uit. Toen ik een week lang blaasontsteking had, moest ik gewoon doorwerken. Ik heb daar nog steeds last van. Een pauze nemen mocht niet.
D78:
Ik vind [verdachte] niet menselijk, door de manier waarop hij met mensen omgaat. Hij kijkt op je neer, probeert boven je te staan, probeert over te komen als een of andere grote drugsdealer, één of andere grote pimp zeg maar, die het helemaal gemaakt heeft in zijn leven. Hij schept op, hij liegt over alles wat niet waar is.
Ik mocht niet naar buiten gaan als ik dat wilde. Alleen als hij naar de winkel ging mocht ik mee. Dat was dan ook niet leuk, dan schold hij mij weer uit op straat dus. Hij was altijd heel gemeen. Hij vindt het gewoon leuk als mensen boos op hem zijn. Hij geniet van de aandacht. Hij schold gewoon heel hard door de winkel: “Vieze kankerhoer, ga het nu voor me pakken, je bent een hoer”.
D79:
Als hij zo deed voelde ik mij laag, heel laag. Ik kon wel janken.
[verdachte] legde ons boetes van 50 euro per keer op, bijvoorbeeld als we de deur open lieten staan of als de deur te vroeg open ging, als we niet door het luikje keken. Ik heb voor ongeveer 500 euro boetes opgelegd gekregen.
U vraagt tot hoelang ik daar gebleven ben. Ik ben er drie maanden lang elke dag geweest.
U vraagt of dit ongeveer in juli, augustus en september was. Ja, toen was ik het zat en kon ik niet meer. In dezelfde week dat [slachtoffer 3] is opgepakt ben ik weggebleven.
D80:
Het klopt dat ik zo’n beetje de hele zomer in 2016 daar ben geweest, zelfs tot school.
De blaasontsteking is de laatste weken geweest.
D82:
Het was vanaf het begin duidelijk dat er aan [verdachte] betaald moest worden, maar ik had niet verwacht dat het zoveel zou zijn. Hij bepaalde het aantal klanten en wat ik moest betalen. Ik heb hem een keer 100 euro gegeven, omdat ik niet wilde werken, maar een uur later was ik weer achterin. In de week dat ik blaasontsteking had en moest werken, heeft hij al het geld ingenomen. Geld boeide mij niet meer, het ging mij niet meer om het geld. Ik zocht een veilige haven, iemand die mij begreep, iemand die er voor me was. Ik zocht eigenlijk gewoon liefde. Toen kwam [slachtoffer 3] in the picture en wist ik: “OK, dit is niet de plek waar ik dat ga krijgen”. Toen ik de ene na de andere klant had, ging het langs mij heen, die tijd zat ik aan de drugs. [verdachte] stopte mij toen vol met speed en coke. In het begin doet het echt heel erg pijn aan je neus. Op een gegeven moment begon ik het een beetje nodig te hebben.
D83:
Voordat ik de drugs nodig begon te hebben, wilde ik het absoluut niet. Ik heb altijd gezegd dat ik nooit zou gaan snuiven. Ik deed het omdat ik onder druk werd gezet en hij wilde het echt per sé. Het moest echt. Hij stopte niet tot hij zijn zin kreeg. Hij zeurde en zeurde, duwde een papiertje onder je neus en zei “neem het”, dan heel agressief “neem het, nu nemen”.
Ik ben niet zo assertief. Ik kan niet lang doorgaan met nee zeggen. Met agressief bedoel ik inderdaad echt een dwingende toon. Ik moest naar een industrieterrein met een klant. Het was echt heel ver en ik wilde daar niet heen. [verdachte] had drugs gebruikt en zei: “Je gaat nu mee, je gaat nu mee”. Hij keek met bepaalde ogen die ik niet kende. Ik zag aan zijn ogen dat het gewoon fout was. Als ik wat terug zou zeggen zou hij mij sowieso denk ik wat aan doen.
D86:
U houdt mij voor dat ik heb verteld dat ik van “het fisten” veel last heb gehad. Ik was toen ingescheurd. Het heeft lang geduurd voor het weer een beetje geheeld was. Ik vind het nu niet meer leuk om seks te hebben. Ik heb nog heel erg pijn. Het komt door de seks met [verdachte] en door de seks met klanten. Het klopt dat ik daardoor geestelijk (ik kan niet meer genieten van die dingen zoals het hoort) en lichamelijk ben beschadigd.
D89:
Ik heb er uiteindelijk niks aan overgehouden. De laatste week dat ik daar was, was al mijn geld al op. [verdachte] pakte gewoon mijn geld. Hij vroeg het wel, maar ik zei toch altijd ja. Het had ook niet echt waarde voor mij. [verdachte] deed het bij ons allemaal. We mochten niet met elkaar praten. [slachtoffer 3] en ik praatten wanneer hij sliep.
[verdachte] heeft een keer gefilmd dat we anaal seks hadden of zo.
41.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] (dossierpagina’s D97-101). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 7 september 2017 door [slachtoffer 4] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D101:
19 mei heb ik (voor het eerst) contact met hem gehad. 20 mei ben ik bij het huis van [verdachte] geweest aan het [adres].
D102:
“[naam 6]” ben ik (op snapchat).
42.
Een proces-verbaal van bevindingen van 14 november 2017 (dossierpagina E260 en bijlage app-gesprekken dossierpagina’s E261-E297). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant en bijlagen:
Ik ontving van [slachtoffer 1] app-gesprekken via de email. Ik zag dat [slachtoffer 1] op 30 mei 2017 het bericht had ontvangen van [slachtoffer 4] . Het emailbericht omvatte app-gesprekken over de periode 19 mei 2016 tot en met 15 oktober 2016 tussen “[naam 6]” ([slachtoffer 4] ) en telefoonnummer: [telefoonnummer 4] in gebruik bij verdachte [verdachte].
E274:
07-6-2016 door [telefoonnummer 4]: Mijn meiden werken bij en voor mij.
We hebben je in huis gehaald om geld te verdienen.
E280:
6-7-2016 door [naam 6]: Hij wilde die dag dat ik op de speed ging om op zijn pik te zuigen.
E282:
10-7-016 door [telefoonnummer 4]: hou je bek en kom werken. En maar zielig doen over hoe slecht jij vroeger werd behandeld. Nu snap ik het kijk hoe labiel je bent.
E283:
11-7-2016 door [naam 6]: mijn pooier belooft je bergen van goud en in ruil daarvoor behandelt hij jou als een stuk stront. Deze man is puur en puur slecht en zal je in het begin op handen dragen tot hij jou heeft waar hij je wil. Hij verzamelt bewijsmateriaal waar hij je mee kan chanteren zodat je wel moet komen werken.
Je gaat niet nog meer mensen hun levens kapot maken.
E294:
15-10-16 door [naam 6] (op de vraag geef je gegevens maar): [slachtoffer 4] .
43.
Een proces-verbaal van bevindingen van 1 december 2017 (dossierpagina E307-E311). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant:
E309:
nummer [telefoonnummer 4] opgegeven door getuige [slachtoffer 6] als telefoonnummer van verdachte (D2 t/m D5) en aangetroffen op een facebookpagina van [verdachte]
(pagina E117 t/m E120).
44.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] (dossierpagina’s D17-D21). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 4 mei 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D19:
[verdachte] heeft in de opvang in [plaats] dames geronseld, maar hij kijkt ook op internet. Ik weet van een dame die in een psychiatrische inrichting zat en vandaaruit bij [verdachte] terecht is gekomen. Haar werknaam is [slachtoffer 4]. [verdachte] heeft haar helemaal ingepakt.
45.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] (dossierpagina’s D22-D26). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 16 mei 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D25:
Ik moest seks hebben met [verdachte] wanneer hij maar wilde. Al had ik net de hele dag gewerkt. Dit deed hij bij alle meisjes.
46.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 18 december 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, afgelegde getuigenverklaring:
Ik heb ook filmpjes gezien dat [verdachte] meisjes anaal penetreert. Ook bij [slachtoffer 4], werknaam [slachtoffer 4], penetreerde [verdachte] haar anaal en hoorde ik haar smeken of hij er alsjeblieft uit wilde gaan.
47.
Het eerder genoemde proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] als verdachte (dossierpagina’s D125-136). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 27 november 2017 door [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
D130:
[verdachte] vertelde tegen mij gerust zijn soort plan de campagne om die persoon (een [slachtoffer 3], een [slachtoffer 4] of een [naam 7]) in zijn macht te houden.
D132:
[verdachte] en [slachtoffer 4] hadden veel seksueel contact.
D133:
[slachtoffer 4] was geestelijk niet helemaal in orde. Ze was dakloos. Zij is de zoveelste die daar werkt.
[verdachte] deed alles zonder condoom, ook met hun.
48.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (dossierpagina’s D112-D123). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 15 mei 2017 door [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisanten afgelegde getuigenverklaring:
D118:
[slachtoffer 4] werkte voor [verdachte]. [slachtoffer 4] zag dingen die er niet zijn. Ze was dakloos.
=========================================================================
[…]