Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
.Ingevolge artikel 10:36, aanhef en onder c. BW wordt het onderhavige geschil beheerst door Nederlands recht. De vrouw en de man hadden tot 2016 beiden hun gewone verblijfplaats in Nederland. Weliswaar is de man geëmigreerd naar Marokko, maar de vrouw leeft nog steeds in Nederland, terwijl het voorts in deze zaak gaat om de vraag of en in hoeverre de man aan de vrouw gelden ter beschikking dient te stellen voor het huishouden in Nederland. Daarmee zijn de echtgenoten, alle omstandigheden in aanmerking genomen, het nauwst met Nederland verbonden.
- Belasting € 3,- per maand
- Autoverzekering € 26,- per maand
- Medicijnen € 131,- per maand
- Watergeld € 3,- per maand
- Elektriciteit € 10,- per maand
- Benzine en onderhoud auto € 150,- per maand
6.De beslissing
mr. J.A. van Keulen, in tegenwoordigheid van mr. A. Paats als griffier en is op
5 februari 2019 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.