ECLI:NL:GHAMS:2019:3241
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- A. van Haeringen
- R.G. Kemmers
- P.J.W.M. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en waardering gezamenlijke woning in het kader van een ontbonden geregistreerd partnerschap
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 3 september 2019, gaat het om een zorgregeling en de waardering van de gezamenlijke woning van een ontbonden geregistreerd partnerschap. De vrouw, verzoekster in principaal hoger beroep, en de man, verweerder in principaal hoger beroep, zijn ouders van een minderjarige zoon. De vrouw verzoekt om wijziging van de zorgregeling, die momenteel inhoudt dat de minderjarige drie weekenden per maand bij de man verblijft. De vrouw stelt dat deze regeling niet in het belang van de minderjarige is, omdat zij om de week in het weekend werkt en daardoor weinig tijd met hem kan doorbrengen. De man daarentegen is van mening dat de huidige regeling in het belang van de minderjarige is en dat de vrouw haar werktijden kan aanpassen om meer tijd met hem door te brengen.
Het hof overweegt dat de huidige zorgregeling al anderhalf jaar goed functioneert en dat het belangrijk is dat de minderjarige frequent contact heeft met zijn vader. De raad voor de Kinderbescherming adviseert om de huidige regeling te handhaven, met een kleine aanpassing in de terugbrengtijd op zondag. Het hof besluit uiteindelijk om de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarbij de zorgregeling ongewijzigd blijft.
Daarnaast is er een geschil over de waardering van de gezamenlijke woning. De man stelt dat de woning moet worden getaxeerd op basis van een eerdere taxatie, terwijl de vrouw betwist dat er afspraken zijn gemaakt over de peildatum voor de waardering. Het hof oordeelt dat er geen overeenstemming is bereikt over de taxatie en bevestigt de beslissing van de rechtbank om de woning opnieuw te laten taxeren. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.