ECLI:NL:GHAMS:2019:3231
Gerechtshof Amsterdam
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verzoek om transitievergoeding na gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst en functiewijziging
In deze zaak, die is verwezen door de Hoge Raad, gaat het om een geschil tussen een appellante en de Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond (SIPOR) over de toekenning van een transitievergoeding. De Hoge Raad had eerder de beschikking van het Gerechtshof Den Haag vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling. Appellante, die arbeidsongeschikt was bevonden, had een verzoek ingediend om SIPOR te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding op basis van artikel 7:673 BW. In eerste instantie had de kantonrechter geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst niet was beëindigd, maar voortgezet onder gewijzigde voorwaarden, waardoor appellante geen recht had op de transitievergoeding. Appellante heeft in hoger beroep haar eis gewijzigd en verzocht om een hogere transitievergoeding, waarbij zij stelde dat de functiewijziging en de daarmee gepaard gaande salarisvermindering een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst met zich meebrachten. Het hof heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd en dat appellante recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding. Het hof heeft daarnaast een prejudiciële vraag geformuleerd voor de Hoge Raad over de relatie tussen salarisvermindering en recht op transitievergoeding, en heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling.